InterviewTheater
De literaire heldinnen uit de 17de en 18de eeuw keren terug op de planken in ‘Vondel was een Vrouw’
Vrouwelijke toneelschrijvers vierden in de 17de en 18de eeuw triomfen, maar zijn nu vergeten. In ‘Vondel was een Vrouw’ keren de heldinnen terug op de planken.
Het toneelgezelschap Theater Kwast heeft als missie om het toneel uit de 17de en 18de eeuw nieuw leven in te blazen. De komende maanden scherpen de makers hun doel iets aan: ze halen historische toneelschrijfsters uit de vergetelheid. Artistiek leider Imre Besanger bedacht speciaal daarvoor het project ‘Vondel was een Vrouw’.
Vrouwelijke toneeldichters, hebben die ooit bestaan dan?
“Jazeker! We kennen nu alleen nog de mannen: Vondel, Hooft, Bredero. Naar hen zijn straten, parken en prijzen vernoemd. Maar vrouwelijke toneelschrijvers waren er ook. In de 17de en 18de eeuw wisten zeker tien vrouwen door het glazen plafond te breken.”
Hoe kwam u daar achter?
“Met Theater Kwast speelden we alleen werk van mánnen. Ik vroeg me af: waren er dan geen vróuwelijke toneelschrijvers? Jawel dus, bleek uit de archieven. En ze stonden nog in hoog aanzien ook. Catharina Questiers schreef bijvoorbeeld de klucht waarmee de verbouwde Amsterdamse Schouwburg in 1666 werd heropend. En Lucretia van Merken schreef de tragedie voor de opening van de nieuwe Amsterdamse Schouwburg op het Leidseplein in 1774, nadat het oude theater in vlammen was opgegaan. Heel eervol. Lucretia van Merken werd ook wel ‘de Vondel van de 18de eeuw’ genoemd. Waarom kénnen we haar dan niet meer? Uit die verontwaardiging is dit project geboren.”
Konden de vrouwen goed schrijven, of zijn ze terecht vergeten?
“In hun tijd waren ze heel populair. Ze leverden kaskrakers, zoals te zien is aan de recettelijsten. In 1644 verscheen het allereerste stuk van een vrouw op de Nederlandse planken: de komedie ‘Spaensche Heydin’ van Catharina Verwers. Zij negeerde de strakke classicistische regels en zette de Spaanse brontekst volledig naar haar eigen hand. Het stuk zit vol leuke wendingen en heeft een heel eigen taalgebruik. Vrouwelijke schrijvers waren volgens mij minder geneigd zich te voegen naar het dwingende model uit die jaren, want ze zaten toch al in een uitzonderingspositie. En juist dat vrije sloeg aan.”
Hoe zijn de schrijfsters in de vergetelheid geraakt?
“Dat gebeurde in de 19de eeuw. In de eerste helft van die eeuw werden de dames nog wel eens genoemd door schrijvers als Jacob van Lennep en Rhijnvis Feith. Willem Bilderdijk gaf zelfs hoog op van Juliana de Lannoy; hij zag de dichteres als zijn voorbeeld en schreef een uitgebreid grafdicht voor haar.
“Maar halverwege de 19de eeuw kwam het Victoriaanse ideaal opzetten. Vanaf toen hoorden vrouwen geen beroep meer uit te oefenen, ze moesten het huishouden doen. Daarom werden ze uit de literaire canon gegooid. Weggecensureerd.
“In hun eigen tijd kregen de vrouwen trouwens ook al wel kritiek. Ze moesten niet schrijven, vonden critici, zeker niet als ze getrouwd waren. Maar onze schrijfsters trokken zich daar niets van aan. Ze gingen door, ook na hun huwelijk. Sommigen besloten zelfs helemaal niet te trouwen: ze offerden de huwelijkse staat op voor de roem van het schrijverschap.”
Hoe brengt u hen opnieuw tot leven?
“De komende maanden spelen we werken van acht van de tien schrijfsters. We beginnen ’s ochtends met repeteren, zonder enige voorbereiding. Diezelfde middag voeren we het stuk op, met de tekst in de hand. Op die manier krijg je spontaan theater waarbij de acteurs heel puur reageren. Elke voorstelling is eenmalig, want zoiets lukt je geen tweede keer. We spelen op verschillende locaties, steeds in een monumentaal pand.
“Omdat theater zo vluchtig is, maken we over alle schrijfsters ook een informatieve podcast. Zo richten we voor elke vrouw een blijvend monumentje op. Een straatnaam is het nog niet, maar het is een begin.”
‘Vondel was een Vrouw’ begint op 20 september met ‘Spaensche Heydin’ van Catharina Verwers, in het Amsterdamse Gemeenlandshuis. Voor de speellijst en de podcast zie www.theaterkwast.nl
Lees ook:
Bilderdijk verloor tien kinderen, maar ging pas kapot toen zijn zoon Julius overleed
Romans en gedichten over dode kinderen roepen tegelijk afschuw en fascinatie op. Een overzichtsbundel illustreert de rijkdom van dit genre.