Review

De kunst van de suggestie

Wie tango zegt, zegt Buenos Aires, zegt Argentinië en zijn geschiedenis. Geen wonder dat de tango Argentijnse romanciers fascineert. Maar niet iedereen verstaat de kunst om, in de geest van de tango, de verbeelding aan te spreken. In 'De tangozanger' gebeurt dat wél, in 'Ana' veel te weinig.

Astrid Huygens

Tango is in. Niet alleen rijst het aantal tangoscholen wereldwijd de pan uit, ook in discotheken hoor je deze muziek steeds vaker, zij het vermengd met elektronische beats. Van deze rage probeert de Argentijnse literatuur al enige tijd een graantje mee te pikken.

Dat levert erg uiteenlopende resultaten op. Waar Tomás Eloy Martínez met 'De tangozanger' vorig jaar de shortlist van de eerste 'Man Booker International Prize' haalde, is dit muzikaal geflirt bij Elsa Osorio uitgedraaid op een weergaloze flop. Tegen alle verwachtingen in, want haar vorige roman, 'Luz', werd door de pers unaniem de hemel in geprezen.

In 'Ana' neemt Osorio enkele ingrediënten van de succesformule van 'Luz' over. Zo is het hoofdpersonage, Ana, opnieuw een jonge vrouw die, op zoek naar haar identiteit, van alles te weten komt over de Argentijnse geschiedenis. Focuste 'Luz' op de dictatuur van het einde aan de jaren zeventig en de daarbij horende verdwijningen, 'Ana' wil de volledige 20ste eeuw omspannen.

Daartoe voert Osorio een hele reeks personages op die elk een ander typetje uit de Argentijnse geschiedenis uitbeelden: de grootgrondbezitter die rond 1900 vlees uit de pampa's naar Europa transporteert, de Italiaanse immigrant die protesteert tegen de klassenmaatschappij van het Argentinië van de jaren twintig, Ana's ouders die in de jaren zeventig voor de dictatuur moeten vluchten, enzovoort. De personages zijn voortreffelijk uitgewerkt, maar blijken allemaal familie van elkaar te zijn - waar hebben we dat vaker gelezen? We kennen dat slag boeken inmiddels wel, waarin bedrog, intriges en familievetes alle aandacht opeisen.

Bovendien moet Osorio gedacht hebben dat zo'n ingewikkelde situatie wel wat extra uitleg kon gebruiken, en dus laat ze hier en daar een externe vertelinstantie aan het woord om de wederwaardigheden van de personages nog eens samen te vatten. Meestal betreft het een overleden voorvader van de figuur in kwestie, maar hier en daar is het ook de tango zelf. Want het is natuurlijk op de noten van deze muziek dat de verschillende personages ooit verliefd op elkaar werden, en 'Ana' kon ontstaan.

Het overdreven expliciete karakter van dit boek laat niks aan de verbeelding van de lezer over. En juist in dat opzicht contrasteert het scherp met de oorspronkelijke, suggestieve geest van de tango.

Deze dans ontstond aan het einde van de 19de eeuw in de bordelen van Buenos Aires, en suggereerde 'atletische, aan perfectie grenzende seks', zonder dat de dansers elkaar daarbij aanraakten.

Het is over deze eerste tango's dat het hoofdpersonage van 'De tangozanger', de Amerikaanse student Bruno Cardogan, een proefschrift schrijft. Om inspiratie op te doen raadt literatuurcritica Jean Franco hem aan naar de Argentijnse hoofdstad te reizen en daar een concert bij te wonen van Julio Martel, een zanger die enkel onverstaanbare tango's van vóór 1910 brengt. Wat de dame er niet bij vertelt, is dat Martels optredens, behalve schaars, ook onaangekondigd zijn en bovendien op vreemde locaties plaatsvinden, in slachthuizen bijvoorbeeld, en op kruispunten. Er eentje bijwonen belooft allesbehalve een sinecure te worden.

De zoektocht naar de mysterieuze tangozanger in een stad waarvan geen betrouwbare plattegronden bestaan, waar sommige straten rond zijn, en andere naar helemaal niets leiden, is als leeservaring behoorlijk duizelingwekkend. En ontmaskerend, want Martínez krabt zonder gêne alle opsmuk weg waarmee vroegere dichters en schilders de stad tooiden: ,,Buenos Aires is altijd al een stad geweest die wemelt van de bedelaars en waar je voortdurend moet uitwijken voor hondendrollen.'' Anno 2001 is het plaatje er niet fraaier op geworden. De economie is ingestort, protestdemonstraties doen de verkeerschaos aanzwellen, en de presidentswisselingen zijn niet meer te tellen.

De suizeling neemt toe wanneer de speurtocht ook een verticale dimensie krijgt en de beelden van 2001 zich met beelden uit de Argentijnse geschiedenis vermengen. Bruno ontdekt immers dat op alle locaties waar Martel ooit optrad, er onbestrafte misdaden plaatsvonden. En zo springt 'De tangozanger' van de folteringen onder Videla (1976-1983) over de doden van de Tragische week (1919) naar de doodseskaders van gouverneur Rosas (1838-1841).

Voor de niet-Argentijn is het geheugen van dit verre land geen vanzelfsprekend onderwerp. Toch gaan de verwijzingen op geen enkel ogenblik storen. En dat ligt niet alleen aan de verklarende noten achter in het boek, maar vooral aan het geringe belang dat de 72-jarige Martínez aan de feiten op zich schenkt. Hij raakt ze vaak slechts vluchtig aan, want meer dan de concrete gebeurtenissen gaat het hem om de gevoelens die ze losmaken. Enkel gevoelens zijn in staat 'het verleden terug te halen zoals het was vóór het in onze herinnering vertekend werd'. Taal schiet daarin steeds tekort.

Met het thema van de taal als onbetrouwbaar medium om de werkelijkheid weer te geven, belanden we bij het laatste grote onderwerp van dit boek: Borges.

In 'De tangozanger' gaat de aleph - de glinsterende steen die Borges in het gelijknamige verhaal van 1949 een totaalzicht op het universum bood- een zodanig belangrijke rol spelen dat de roman, meer dan een zoveelste hommage, als een ingenieus antwoord op het werk van de blinde Argentijnse meester moet worden gelezen. De stem van Martel draagt 'niet één verleden in zich, maar alle verledens die de stad heeft gekend sinds het allerprilste begin' en komt zo Borges troosten wanneer die, na het zien van de aleph, jammert: ,,Wat mijn ogen zagen was gelijktijdig, wat ik op schrift zal stellen opeenvolgend omdat de taal dat is.''

De dialoog die Martínez met Zuid-Amerika's meest invloedrijke schrijver aangaat, toont aan dat 'De tangozanger' een boek voor 'meerwaardelezers' is. Het is weerbarstig en onbuigzaam, het vraagt om reflectie en herlezen, maar het verschaft eindeloos intellectueel plezier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden