FilmrecensieTár
De ingehouden explosie die Cate Blanchett is in Tár
Tár
Regie: Todd Field
Met Cate Blanchett, Nina Hoss, Noémie Merlant
★★★★★
Cate Blanchett is exceptioneel als Lydia Tár in Todd Fields woest indrukwekkende verhaal over de ondergang van een briljant dirigent. Ze heerst over de film zoals ze over het Berlijnse orkest heerst waar ze is aangesteld. Haar macht schijnt in elke scène door. Vanaf een van de eerste scènes waarin ze een waanzinnige performance geeft wanneer haar personage Tàr op het podium geïnterviewd wordt: haar dictie, haar uitdrukkingen, haar pauzes, haar bewegingen. Alles is perfect. Tot een van de laatste scènes, waarin ze teruggaat naar haar ouderlijk huis om een oude vhs-tape te kijken van Leonard Bernstein die aan studenten uitlegt waar het in muziek werkelijk om gaat. Blanchetts filmografie als actrice is lang. Ze won twee Oscars voor haar rollen. Maar dit is de film die haar formidabel maakt.
Tár is een rijke, gelaagde film die veel aan de kijker overlaat. Het is zeker niet alleen een film over het cancelen van kunstenaars, hoewel die discussie al vroeg opspeelt wanneer een van haar studenten beweert niks met Bach te hebben. Want wit, man en hetero. “Ach, hou op”, is haar reactie, “het narcisme van de kleine verschillen [tussen mensen] leidt alleen maar tot de saaiste conformiteit.” Toch dringt iets wat aanvankelijk een detail lijkt, een oud-student die haar ergens van beschuldigt, zich steeds verder naar de voorgrond. In scènes her en der zien we steeds meer elementen van Társ indringende persoonlijkheid – die misschien onvermijdelijk is als je zo’n sterke visie op iets hebt.
Maar is dat wel zo? De film neemt je mee in haar beslissingen. Een meisje dat haar geadopteerde dochter pest, zet ze op het schoolplein onder druk. In een andere scène zien we hoe ze iemand bij het Berlijnse orkest probeert weg te werken of hoe ze een nieuwe cellist naar voren schuift ten koste van iemand anders. Heel slim hoe de film je met die kleine stukjes overtuigt, maar je dan plotseling voor het blok zet wanneer het over een zaak van leven en dood gaat. Waar ze overigens helemaal niet schuldig aan hoeft te zijn. Ook dat oordeel is aan de kijker.
De film laat zich nadrukkelijk niet reduceren tot een eenvoudige plot. Hij raakt ook aan vragen als wanneer een artistieke visie overgaat in een autoritaire visie. Vragen over originaliteit en imitatie. “Het is altijd de vraag in de muziek die de luisteraar fascineert”, houdt ze haar studenten voor. “Niet het antwoord.” Evenzo is Tár 2,5 uur lang een vraag. We zien Lydia liegen maar we zien ook haar passie. En dan is er die hint ergens aan het eind naar de waanzin van Marlon Brando’s Colonel Kurtz in Apocalypse Now, een man die zichzelf als een god ging zien. Schuilt in haar ook waanzin? Maar net als je denkt Lydia Tár te doorgronden, ontglipt ze je.