Een beeld van Multatuli op de Torenslui in Amsterdam.

Interview

De heilige woede van Multatuli

Een beeld van Multatuli op de Torenslui in Amsterdam.Beeld ANP

Het moest een hoorspel worden, maar het werd een boek met dialogen. In ‘Multatuli, het leven van een klokkenluider’ creëert auteur Ger Beukenkamp fictie gebaseerd op waargebeurde feiten.

Willem Pekelder

Ger Beukenkamp loopt naar zijn boekenkast en komt terug met een ‘Max Havelaar’ uit 1875. Het exemplaar heeft een bruine omslag waarop de titel in goudkleurige letters staat afgedrukt. “Vierde druk”, zegt de scenarioschrijver trots. “De eerste die volledig naar de zin was van de auteur.”

Die auteur, Multatuli, pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, had in eerdere drukken de sturende hand van redacteur Jacob van Lennep moeten dulden. Die had de felle literaire kritiek op het koloniale bewind in Nederlands-Indië proberen af te zwakken door in ‘Max Havelaar’, nog altijd het beroemdste boek van Multatuli, allerlei namen te vervangen door puntjes. Beukenkamp omschrijft in zijn boek de woede van Multatuli aldus: “Je hebt Lebak veranderd in Leb. Hoe moet ik jou voortaan noemen: Jacob van Len?”

Multatuli, die als bestuursambtenaar in onder meer Batavia de schandalen op de koffieplantages met eigen ogen had aanschouwd, wilde dat het wanbeleid met naam en toenaam werd genoemd. Beukenkamp: “Dat kreeg hij in die vierde druk voor elkaar. Hij was tevens blij met de verlaagde verkoopprijs van 2 gulden 40 per exemplaar, waardoor zijn boek voor een groter publiek beschikbaar kwam.”

Multatuli-jaar

Beukenkamp (74) is een groot liefhebber van de auteur, wiens nalatenschap, inclusief biografieën, meerdere planken in zijn boekenkast vult. Niet vreemd dus dat de scenarist in dit Multatuli-jaar – de auteur werd twee eeuwen geleden geboren – een hoorspel schreef over Eduard Douwes Dekker. In Beukenkamps schepping wordt die consequent aangeduid als ‘Dek’. Deze ‘Dek’ gaat in dialoog met onder anderen zijn vrouw Tine, zoon Edu, dochter Nonnie, broer Jan, letterkundige Van Lennep en resident Reinier Scherius.

Zo’n hoorspel komt op de radio, zou je denken, maar dat liep even anders. Beukenkamp: “De AVROTROS wilde het graag uitzenden. Er was al een beoogd regisseur, Mette Bouhuijs, met wie ik intensief heb samengewerkt. Het zouden twintig delen worden, maar toen alles rond was, stak het NPO-fonds een stokje voor uitzending. Er kwam geen geld beschikbaar.”

Het fonds zou volgens de scenarioschrijver kritiek hebben op de inhoud. Hij citeert: “Karakters niet rond genoeg, onjuistheden in het script”. Maar, denkt hij, ze waren vooral bang voor de toon. “Multatuli is een zeer radicaal denker, en ik vermoed dat dat mensen nog altijd kopschuw maakt. Angst voor intelligente spotters is van alle tijden. Ik was razend over de afwijzing van het NPO-fonds. Verschrikkelijk om mee te maken. Maar basta, ik wil geen zure man worden.”

Ger Beukenkamp. Beeld Judith Jockel
Ger Beukenkamp.Beeld Judith Jockel

Alternatieven

Hanneke Bouwsema, secretaris van het NPO-fonds, zegt desgevraagd dat de toon geen enkele rol heeft gespeeld. Op de vraag wat dan wél de reden was van afwijzing reageert ze dat niet zíj maar betrokkenen daarop antwoord moeten geven. Wel vertelt ze dat de omroep geen bezwaar heeft aangetekend tegen het niet-toekennen. “Met Ger Beukenkamp en zijn advocaat heb ik contact gehad over mogelijke alternatieven voor het hoorspel. Ik ben verheugd dat dit boek daar nu uit is gekomen.”

Beukenkamp heeft zijn hoorspel omgewerkt tot een verzameling boeiende, levendige en bij vlagen geestige gesprekken, onder de titel ‘Multatuli, het leven van een klokkenluider in twintig dialogen’. In het voorwoord gaat de scriptschrijver, bekend van vele historische tv-series, zoals ‘Den Uyl en de affaire Lockheed’, ook zelf met ‘Dek’ in dialoog. Die zegt: “U kleedt zich in mijn jas en denkt een Multatuli te zijn. Ik vermoed dat u een lijkenpikker bent.”

Beukenkamp, lachend: “Daar heeft hij natuurlijk helemaal gelijk in. Ik hoef geen karakter te scheppen, dat heb ik al: Multatuli. Wat ik toevoeg, is dat ik bij hem achter de voordeur kijk, en beschrijf wat ik er zie: de gesprekken met zijn vrouw Tine, de ruzies met zijn zoon Edu. Daar wil ik bij zijn. Uiteraard is dat fictie, maar wel gebaseerd op ware feiten. Zo is bekend dat Edu en zijn vader elkaar haatten. In mijn boek laat ik Edu tekeergaan tegen zijn pa, omdat de laatste ‘duizenden franken verloor op de speelbank’, terwijl zijn gezin ‘dagenlang groente-afval moest eten’. Ik kom als scriptschrijver dáár waar geen biograaf bij kan. Anders gezegd: ik speel, zoals in mijn tv-drama’s, met het oncontroleerbare.”

Te spelen valt er genoeg. Multatuli was een charmante, kleurrijke man met vele contradicties: feminist en rokkenjager, gokker en weldoener. “Dankzij zijn tegenstrijdigheden is hij een geschenk voor een dramaschrijver. Multatuli hield heel veel van zijn vrouw, geboren als barones Van Wijnbergen, maar ik laat hem wel tegen een zwangere minnares zeggen: ga maar naar Tine in Brussel. Met andere woorden: zij regelt wel een abortus. Gevoelloos? Ik zou het eerder schaamteloos willen noemen. Multatuli was, zou je kunnen zeggen, gevaarlijk eerlijk. Hij meende dat hij als auteur alles bloot moest leggen, en daardoor kon hij niet anders dan in zijn privéleven ook volledig transparant zijn. In verlovingsbrieven aan Tine heeft hij het over een andere dame, die ‘gelukkig niet zo mooi was dat hij haar het hof moest maken’. In die openheid past mijn abortusfictie. Ik blijf daarmee, vind ik, binnen de grenzen van het geloofwaardige.”

Schweinerei

Toen Max Havelaar in 1860 uitkwam, ging er, ondanks de puntjes van Van Lennep, een schok van verontwaardiging door het land. Beukenkamp verbeeldt dat door de toenmalige koning Willem III, ‘keizer van het prachtig rijk van Insulinde (…), een gordel van smaragd’, te situeren in zijn bed, waar hij, al lezend in het slothoofdstuk, de schrijver zelf tegenkomt: ‘Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of het Uw keizerlijke wil is dat daarginds meer dan dertig miljoen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen uit Uw naam’. Beukenkamp: “Ik laat de koning het boek woedend wegsmijten in een hoek: ‘Dat mag allemaal maar opgeschreven worden. Schweinerei.’”

Koning Willem-Alexander, achterachterkleinzoon van Willem III, kreeg dezelfde slotzin uit Max Havelaar voor de voeten geworpen tijdens de opening van het Multatuli-jaar in de Nieuwe Kerk. “Ik had de koning weleens willen zien, toen Thom Hoffman, Multatuli spelend, hem die tekst recht in het gezicht smeet”, gniffelt Beukenkamp.

“De gevestigde orde van 1860 vond Multatuli staatsgevaarlijk, maar het denkende deel der natie droeg hem op handen. Communisten en socialisten probeerden hem in te lijven, terwijl Multatuli zichzelf geen radicale socialist zou noemen. Eerder een verlicht liberaal, denk ik. Hij wilde sprookjes de wereld uit helpen, te beginnen met de Bijbel. Er kolkte een heilige woede in Multatuli, die er onder meer toe leidde dat hij in Menado een slavenfamilie letterlijk vrijkocht. In mijn boek laat ik die familie vervolgens bij ‘Dek’ aankloppen met de vraag: waarvan moeten we nu leven? Een paradox die Multatuli, anders dan zijn vrouw Tine, niet begreep. Hij schrijft een brief aan zijn vriend Ari Kruseman, uitgever te Haarlem: ‘Ik heb een gezin vrijgekocht en ze daarmee leed berokkend. Hoe kan dat toch?’”

Onder de huidige schrijvers zijn er maar weinigen die zich met een vrijdenker als Multatuli kunnen meten, meent Beukenkamp. Arnon Grunberg en Tom Lanoye wellicht uitgezonderd. “Zij beoefenen diezelfde breedte van genres: columns, romans, toneel. En beiden hebben die wapperende, vrije geest van Multatuli.”

Beukenkamp roemt de souplesse en brille van de Max Havelaar. “Al na een paar bladzijden zit je in drie à vier vertel- en tijdslagen: Sjaalman, Droogstoppel, het pak van Sjaalman, en ga zo maar door. Een weergaloze stijl: niet dichtgetimmerd, maar transparant, humoristisch en met rare bochten. Je leert al lezend de schrijver kennen én zijn boodschap. Multatuli zag zichzelf als de Mozes van zijn tijd, die de mensen naar het Beloofde Land moest leiden. Jammer dat hij vandaag nog maar zo weinig wordt gelezen.”

Multatuli en zijn Max Havelaar zijn nog altijd actueel, vermeldt de achterflap van Beukenkamps boek. “Hij vocht tegen onderdrukking”, zegt de schrijver. “Wantrouw de boven je gestelden, ook al zijn ze van je eigen partij, was zijn credo. Hij maakte een röntgenfoto van de maatschappij, en zou nú ongetwijfeld in opstand komen tegen de ideologische islam. Multatuli streed voor vrouwenrechten. Hij was de eerste Nederlander die zich liet cremeren. En hij wilde een dierenpartij. Hoe hedendaags wil je het hebben?”

Multatuli, het leven van een klokkenluider in twintig dialogen, Ger Beukenkamp, uitgeverij International Theatre & Film Books, 595 blz. € 19,95.

Lees ook:

Wat maakt Multatuli ook nu zo interessant? Zijn biograaf legt het uit

Multatuli heeft veel maatschappelijke invloed gehad, maar zelf vond hij het tegenvallen. Tweehonderd jaar na zijn geboorte blikt Nederland terug op de schrijver vol idealen, die tegelijk een rokkenjager was met gokschulden.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden