In MemoriamGer Thijs (1948-2023)
De grootse Couperus-bewerkingen van Ger Thijs (1948-2023) zijn memorabel
Acteur, regisseur en schrijver Ger Thijs bewerkte met meesterhand klassiekers uit de vaderlandse literatuur voor het toneel.
Ger Thijs was een theaterman pur sang. Zijn liefde voor taal en theater, zijn stijlgevoel werden al snel herkend. Toen hij na slechts twee jaar op de Toneelacademie Maastricht bij Toneelgroep Theater werd binnengehaald, in 1970, kreeg hij vrijwel meteen de ruimte om zich niet alleen als acteur, maar ook als regisseur, schrijver en vertaler te ontwikkelen.
Bijna vijftien jaar zou hij in Arnhem blijven werken. Na een korte tijd bij onder andere Zuidelijk Toneel Globe, Stichting Fact en Publiekstheater ging hij in 1988 naar Het Nationale Toneel in Den Haag, waarvan hij tevens jarenlang artistiek leider is geweest. Daar kwam zijn grote talent als literatuurbewerker tot volle wasdom.
De reeks bewerkingen die Thijs heeft gemaakt van met name klassieken uit de vaderlandse literatuur toont zijn meesterhand. Hij slaagde erin de essentie van het betreffende boek te bewaren en er tegelijk een theatraal verhelderende vorm aan te geven. Dat laatste mede doordat hij die stukken (bijna) altijd zelf regisseerde.
Over Bint, Thijs’ adaptatie van de gelijknamige korte roman van Ferdinand Bordewijk, schreef Trouw destijds: “Het leuke van de toneelversie is dat dichtbij komt wat in Bordewijks zakelijke, afgemeten schrijfstijl vooral tussen de regels door is te ontwaren. Zonder de harde toon in het origineel geweld aan te doen, maakt bewerker en regisseur Ger Thijs er een visueel spel van.” Spannend bleek hoe Thijs, met handhaving van het wat archaïsche taalgebruik, een voelbare link wist te leggen tussen het toen en het nu. Dat is tekenend voor zijn werk.
Memorabele Couperus-bewerkingen
Memorabel zijn zeker Thijs’ grootse Couperus-bewerkingen, zoals De Kleine Zielen, Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan, De stille kracht of Eline Vere, maar ook zijn toneelversies Heren van de thee (naar Hella Haasse) of Max Havelaar (naar Multatuli). Thijs deed daar niet alleen literatuurminnaars een groot plezier mee, maar maakte de stof tevens toegankelijk voor een minder of niet leesgraag publiek: je kreeg zin om het origineel te (her)lezen.
Als schrijver profileerde Thijs zich voorts met tal van eigen toneelstukken. Het licht in de ogen (met Annet Nieuwenhuyzen en Hans Croiset) beschreef Trouw als “een juweel dat zich mag meten met werk van groten als Albee en O’Neill, en toch heel licht en Nederlands is.” De Kus (El Beso, The Kiss) werd ook internationaal een topper.
Afgelopen maandag overleed Ger Thijs in zijn woonplaats Amsterdam aan de gevolgen van parkinson. Hij werd 74 jaar. Als regisseur, schrijver én toneelbewerker heeft Ger Thijs de Nederlandse literatuur en toneelliteratuur een enorme dienst bewezen. In 2017 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Lees ook:
Couperus zonder kopje thee
’Het is alsof je een cadeautje krijgt, maar dit plan was er lang voordat het thema van de boekenweek bekend werd”, zegt bewerker/regisseur Ger Thijs. Dat thema ’ouderdom’ is geïnspireerd op Louis Couperus’ roman ’Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan’ uit 1906 en valt mooi samen met zijn toneeladaptatie: „Op de persconferentie onlangs hebben de spelers een stukje voorgelezen.”
‘Bint’ legt fraai een link tussen toen en nu
Met een paar ingrepen is Ger Thijs erin geslaagd onderwerp en voorstelling een onverwacht speelse luchtigheid te verlenen.