Review
De een grijpt naar de fles, de ander naar een boek
Cisca Dresselhuys en Jacqueline Wesselius: Vrouwentroost, hartverwarmende verhalen & gedichten. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam; 164 blz.-; ¿15.
Elske ter Veld is een van de achtentwintig vrouwen die in het boekje 'Vrouwentroost' vertellen welke roman of gedicht, welk 'troostboek', hen in barre tijden het meest opmontert. Samenstelsters van dit boekje zijn Cisca Dresselhuys en Jacqueline Wesselius, van wie vooral de eerste sinds jaar en dag een overtuigd aanhangster is van de 'bibliotherapie'; haar feministisch maandblad Opzij heeft al eens een coverstory aan dit fenomeen gewijd. Dresselhuys' favoriet is Bob den Uyl, die ernstiger dan zijzelf leed aan claustrofobie.
Herkenning, daar gaat het vaak om bij de keuze van het troostboek of -gedicht. De lezeres (mannen blijken dit verschijnsel nauwelijks te kennen) put troost uit het feit dat een ander dezelfde ellende doormaakt als zij, of erger nog. Of ze geniet zo van de schoonheid van een tekst dat verdriet of zorgen naar de achtergrond verdwijnen. Een troostboek wordt gelezen en herlezen, gaat soms mee op vakantie, wordt vaak aangevuld met andere romans of gedichten waarvan hetzelfde heilzame effect uitgaat.
Van de achtentwintig vrouwen wier meest geliefde troostregels in het boek werden afgedrukt, koos niet één hetzelfde fragment of gedicht. Waar de een put uit het bijbelboek Jesaja, zoekt de ander het in de 'Pitty'-serie, meisjesboeken van Enid Blyton, een derde in de gedichten van Sylvia Plath. Voor Cisca Dresselhuys heeft het troostboek trouwens inmiddels gezelschap gekregen van troostworst (leverworst), troosttelevisie (Inspector Morse), troostmuziek (de pianoconcerten van Mozart) en troostbloemen (rozen). Opmontering, ontsnapping, steun, afleiding, hoe je het begrip troostlezen ook wilt definiëren: alles bij elkaar ontstond een heel aardig boekje dat op zijn beurt ook weer een troostboek vormt.