De Châtel vangt naakten van Schiele in beweging
Erotische zinnelijkheid en confronterende zielenpijn zijn de belangrijkste thema's in het werk van de Weense expressionistische schilder Egon Schiele (1890-1918). Zijn indringende portretten en genadeloos eerlijke naakten provoceerden de esthetiek van het fin de siècle door het blootleggen van een macaber soort innerlijkheid. Schiele's werk heeft een desoriënterende zeggingskracht: de expressionistische gelaatstrekken en gedeformeerde houdingen zijn van een intens verwonderende schoonheid 'van het verval'.
Om de intrinsieke fysieke kracht van Schiele's schilderijen te accentueren is de tentoonstelling in het Van Gogh Museum geïntegreerd met performancekunst van Marina Abramovic en moderne dans van choreografe Krisztina de Châtel. Door de hele tentoonstelling heen zijn prachtige vruchten van dit fascinerende 'samenspel der kunsten' te bewonderen. Zoals Schiele, richt De Châtel zich in haar werk op de menselijke driften die al dan niet onder controle worden gehouden. Binnen Schiele's veelgebruikte motief van het 'gevangen lichaam' heeft de choreografe met een video-installatie een immens 'levend schilderij' gecreëerd. De kwetsbare naaktheid van het danserlichaam wordt over drie schermen midden in een tentoonstellingsruimte confronterend beklemtoond.
Marina Abramovic heeft met de leden van haar Independent Performance Group (IPG) geassocieerd op Schiele's provocatieve lichamelijkheid. Op video geregistreerde performances gaan een hedendaagse dialoog aan met Schiele's werk. Daniel Muller vertaalde Schiele's markante en altijd expressief getoonde handen naar de gebarentaal die de Duitse U-bahn 'hangjongeren' met elkaar ontwikkelden. Getatoeëerde rauwe torso's definiëren door louter handgebruik een dansant soort Bargoens. Gedurende de tentoonstellingsperiode presenteren de leden van IPG wekelijks wisselende 'live' performances. Een smalle plank, bevestigd aan een wand, beperkt de bewegingsruimte van de performers die zonder enige onderbreking een pregnant onderdeel van de expositie vormen. Zo brengt Yingmei Duan de week slapend door, een niet van humor gespeende verwijzing naar de afwezige uitdrukking die de kunstenaar op zijn zelfportretten vertoont.
In de voorstelling 'Gradual and Persistent Loss of Control', die tweemaal per week in de expositieruimte wordt opgevoerd, bieden de dansers van De Châtel in gedeformeerde poses weerstand tegen glazen constructies: de wangen tegen het glas geperst, condens van hun adem vertroebelt de blik. Op een ijzeren podium waarop met magneetschoenen wordt gedanst, gaan dansers via een koptelefoon op in muziek waar ze een hekel aan hebben. Het zijn deze prettig ongelikte associaties die het universele karakter van Schiele's beklemmende, rauwe en zinnelijke werk benadrukken: jammer dat modevormgever AZIZ daarbij in zijn kostuumontwerp het werk en leven van Schiele zo letterlijk neemt met 'beeldschone' fin de siècle-jurkjes en expressionistisch 'gebodypainte' bodysuits. Deze tentoonstelling put haar interdisciplinaire kracht uit momenten waarin ongepolijst met Schiele wordt omgesprongen.