De blazers mogen niet meer sproeien en de dirigent krijgt een spatscherm

Vanwege hun krachtige luchtstroom moeten blazers – op basis van Duits onderzoek – geen anderhalve maar twee meter van elkaar verwijderd blijven. Dat staat in het kersverse coronaprotocol van de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO) en de Vereniging van Nederlandse Orkesten.

De richtlijnen, deze week goedgekeurd door de overheid, besteden ook veel aandacht aan condensvocht: ‘vloeibare adem’ die zich vooral in de buizen van koperblazers ophoopt. Normaal lozen hoornisten of trombonisten hun overtollige vocht ongegeneerd op de vloer; ze trekken een buis los, kieperen hem om en hup, daar klettert weer een plens op de grond. Vanaf nu mogen ze alleen nog lozen boven een absorberende doek. Iets om te handhaven ná corona?

Houtblazers moeten op hun beurt voorzichtig zijn als ze last hebben van een borrelende klep. Ze mogen die klep alleen nog met zo min mogelijk ademdruk uitblazen, anders ontstaat er een ‘sproei-effect’. Ook aan dirigenten is gedacht; als zij met consumptie spreken, kunnen ze een ‘spatscherm’ overwegen.

KNMO-voorzitter Bart van Meijl – hoornist en dirigent – vindt het hoog tijd dat het muzikale verenigingsleven weer op gang komt. “Alles lag plat. Leden begonnen weg te lopen. Jongeren die lid wilden worden, kozen toch maar voor voetbal.”

Hij kijkt ernaar uit om woensdagavond zijn Katwijkse blaasorkest Door Vriendschap Sterk weer te dirigeren, al mogen er maximaal dertig blazers meedoen. “Er zullen er tien moeten thuisblijven. Maar daar kom je wel uit, bijvoorbeeld met groepsrepetities. Het belangrijkste is dat we elkaar weer zien en verder kunnen.”

Lees ook:

Applaus met zestig handen, wat armetierig, maar welgemeend

Na maanden van gedwongen stilte klinkt er weer live muziek in de concertzaal. Mondjesmaat en met alle nodige regels.