ReportageBeeldende kunst
De Biënnale van Venetië viert de verbeelding van de mens, álle soorten mens
Buiten woedt de oorlog, maar op 59ste editie van de Biënnale van Venetië is het feest. Juist de mensen die tot nu toe minder werden gehoord, krijgen een podium. En op dat podium mag gedanst worden.
Het zijn waarschijnlijk de meest gefotografeerde deuren van de Biënnale van Venetië: die van het Russische paviljoen. Ze zijn dicht en dat blijven ze ook. Vier dagen na de Russische inval in Oekraïne besloten de kunstenaars en de curator al dat ze van deelname afzagen. Even verderop domineert een hoge stapel zandzakken het ‘Piazza Ukraina’, een soort solidariteitsplein. De zakken doen denken aan de manier waarop ze in Oekraïne de standbeelden beschermen tegen bommen.
Ondanks alle donkere wolken viert de kunstwereld in Venetië feest. Niet dat alle ellende aan de kant wordt geschoven, integendeel. Het feestelijke zit ’m in het zien, voelen, ruiken en horen van kunstwerken in meerdere dimensies. Niet zoals tijdens de pandemie vanaf een scherm, maar in het echt en samen.
Feestelijk is ook dat iederéén mee mag doen, zo viel op tijdens de kijkdagen voor de pers en de kunstenaars: de witte mannen waren niet meer in de meerderheid. Het Scandinavische paviljoen heet tijdelijk het Saami-paviljoen, naar het volk uit het hoge noorden dat er zijn kunst toont. In het Britse paviljoen toont Sonya Boyce als eerste zwarte vrouwelijke kunstenaar haar werk over zwarte Britse zangeressen. Ze kreeg er de Gouden Leeuw voor, de gouden medaille voor het beste paviljoen. En in het Poolse paviljoen hangen prachtige wandkleden van een Roma-kunstenaar.
Extra aandacht voor Oekraïense kunst op Biënnale
Recht tegenover de kade waar normaalgesproken de Russische megajachten liggen aangemeerd, presenteert de Oekraïense Zhanna Kadyrova in een kleine ruimte haar werk. Het zijn stenen gezaagd alsof het broden zijn. Het Oekraïense woord voor brood, ‘palianytsia’, is lastig uit te spreken voor Russen, zo is het dé manier om snel te weten of iemand vriend of vijand is. Bij een benefietveiling zijn alle ‘broden’ al verkocht. Even verderop toont de Oekraïense kunstenaar Zinaida Without Women, een filmtrilogie over het geïsoleerde schapenherdersleven in de Karpaten. Er komt een vervolg met foto’s, als de oorlog voorbij is.
De oorlog is er dus wél, al begon die pas toen de meeste landen en kunstenaars hun werk al lang klaar hadden. De Oekraïense miljardair Victor Pinchuk, eigenaar van een kunstcentrum in Kiev, organiseerde binnen vier weken de tentoonstelling This is Ukraine: Defending Freedom. Naast werk van onder anderen Marina Abramovic, Damien Hirst en JR toont hij ook het werk van oude en nieuwe Oekraïense kunst. Bij de opening sprak president Zelensky de aanwezige pers toe over de strijd : “Kunst kan de wereld dingen zeggen die niet in grafieken en nieuwsberichten worden vermeld.”
Racistische karikaturen van zwarte vrouwen
Het grootste en meest verrassende feest wordt gevierd in de hoofdtentoonstelling, zoals altijd verdeeld over de twee hoofdlocaties van de biënnale. Een beeld van een zwarte bronzen vrouwenbuste verwelkomt de bezoeker van het Arsenale. Een reuzin: van haar nek tot halverwege haar middel, daar waar het beeld de grond raakt, bestaat ze uit rijen verticale baksteen, haar vlechten lijken op kettingen en ze heeft geen ogen.
Simone Leigh, de Amerikaanse kunstenaar die dit beeld in 2019 maakte, verwijst zo naar bestaande racistische karikaturen van zwarte vrouwen. Imponerend, gracieus en vanzelfsprekend tegelijk, met een boodschap die je naar de keel kan vliegen: niemand krijgt haar, deze zwarte vrouw, hier nog weg.
Cecilia Alemani, de Italiaanse curator van deze hoofdtentoonstelling, koos het thema The milk of dreams. Die titel komt van een sprookjesboek dat de surrealistische kunstenaar Leonora Carrington in de jaren vijftig schreef. Hierin beschreef ze een magische wereld waarin ‘iedereen kan veranderen, transformeren, en iets of iemand anders worden’, aldus Alemani.
Daarin staat de man niet langer centraal. Alemani koos vooral veel werk van vrouwelijke kunstenaars, inheemse kunstenaars, non-binaire kunstenaars, met werk over hún plaats in de wereld, hún lichaam en hún toekomstdromen en verlangens.
Prettig, verrassend en sprankelend
Normaal gesproken reist een curator voor zo’n klus continu de wereld over, om op bezoek te gaan bij kunstenaars en hun werk te bekijken. Maar vanwege de pandemie ging alles, ook de atelierbezoeken, via de computer. Omdat de tentoonstelling een jaar werd uitgesteld, had Alemani ook meer tijd. Ze koos werk van 213 kunstenaars uit 58 landen, in totaal bijna 1500 kunstwerken.
Het werd een prettige en steeds weer verrassende, sprankelende tentoonstelling: rode draden te over, een kluwen wordt het nooit. Alemani brengt steeds twee, soms drie hedendaagse kunstenaars per zaal, vaak een combinatie van beelden met schilderijen, tekeningen of, relatief vaak, wandkleden. Zelden zullen de namen bekend klinken, en dat is helemaal niet erg: elke kunstenaar krijgt een introductie in heldere tekst – enige nadeel is dat die klein is afgedrukt.
Fantasiewezens en dieren zijn in de tentoonstelling vaker aanwezig dan de mensen, en lang niet altijd zijn ze alleen maar lieflijk en vriendelijk. De Indiase kunstenaar Mrinalini Mukherjee maakte bijvoorbeeld in de jaren tachtig angstaanjagende knoopwerken – ja, dat kan. Met zelfgekleurd touw knoopte ze grote grimmige wezens, geïnspireerd op de natuurgoden én moderne architectuur. Even verder is van de Portugese Paula Rego een angstaanjagende Gluttony te zien, een levensgrote pop die kinderlijkjes verorbert. Door vrouwen gemaakte kunst hoeft niet altijd bloemig en elegant te zijn.
Levende beeldhouwwerken
Grote constante in de tentoonstelling is de beweging, de drang om bij elkaar te zijn, te dansen. Onverwachts staan er mensen in een zaal in stilte te bewegen: een performance. Het blijkt de Encyclopedie van relaties te zijn van de Roemeense kunstenaar Alexandra Pirici. Ze noemt haar werk levende beeldhouwwerken, biologerend zijn de rustige, identieke bewegingen in elk geval.
Tussen die nieuwe kunst kom je een aantal ‘tijdscapsules’ tegen, mini-musea van oudere kunstwerken die dezelfde thema’s, bijvoorbeeld over het surrealisme. Niet de bekende werken van Salvador Dalí en Max Ernst, maar juist die van minder bekende vrouwelijke kunstenaars die óók in dezelfde tijd met het onderwerp bezig waren.
In één van die capsules kreeg de Nederlandse Aletta Jacobs een eigen vitrine: in 1897 publiceerde ze De vrouw. Haar bouw en haar inwendige organen, een boekje met vouwbladen die ze zelf had getekend. Het was bedoeld voor vrouwen die wilden weten hoe hun eigen, grotendeels angstvallig verborgen lichaam werkte. Ernaast hangen aquarellen van de ontwikkeling van vlinders door Maria Sibylla Merian en schilderijen van schelpachtige fantasiewezens die Maruja Mallo in 1942 in Argentinië maakte.
Heel knap laat Alemani kunstwerken van verschillende tijden over elkaar vallen, zodat verschillen en overeenkomsten tussen mensen uit compleet andere werelden duidelijk worden.
Betoverende collage
Een van de vele hoogtepunten is de film Sirens van de Amerikaanse Nan Goldin. Goldin staat bekend om haar diavoorstellingen met achtergrondmuziek over haar persoonlijke liefdesrelaties. Voor deze tentoonstelling maakte ze een betoverende collage van fragmenten uit meer dan dertig films over liefde, extase, schoonheid en dans. Doordat ze er zelf strijkmuziek bij liet maken, krijgen de beelden van de dansende mensen nog meer aantrekkingskracht. Een film om eindeloos te blijven bekijken.
Het is een viering van de verbeelding van de mens, niet alleen van de meest dominante, maar van iedereen. Dat zal voor een enkeling soms wat verkrampt aanvoelen, voor een groot deel van de mensheid is het een enorme bevrijding. Ondanks alle ellende reden voor feest.
Voor kunstliefhebbers die kunst van mannelijke heterokunstenaars missen, is er ook nog voldoende te zien in Venetië. Zo zijn er in de stad solotentoonstellingen van onder anderen Georg Baselitz, Joseph Beuys,Tony Cragg, Lucio Fontana, Anish Kapoor, Anselm Kiefer, Bruce Nauman, Hermann Nitsch en Daniel Richter.
Drie paviljoens die je niet mag missen
Frankrijk: magische tango
Het Franse paviljoen is veranderd in een filmdecor: het plakband op de vloer markeert de plekken waar de acteurs moeten staan. Een deel van de voorwerpen is echt, andere spullen zijn alleen als foto op de spaanplaten achtergrond aanwezig. En in de middelste zaal is permanent een voorstelling bezig van twee dansers die de tango dansen – echte dansers, met echte tangomuziek. Steeds opnieuw spelen ze dezelfde scène uit een film uit 1983. Je zou ze kunnen aanraken, alleen dat is al magisch. De in 1963 in Frankrijk geboren Zineb Sedira maakte deze installatie en een film over haar leven met haar Algerijnse achtergrond. Ze laat zien hoe films haar als kind beïnvloedden, hoe werkelijkheid en fantasie in film konden samengaan, en hoe ze vooral altijd zal blijven dansen.
Nederland: vanzelfsprekend bloot
De stap van het Mondriaan Fonds om het eigen prominent gelegen Rietveldpaviljoen uit te lenen aan een ander land (Estland) gaf kunstenaar Melanie Bonajo een uitermate geschikte nieuwe arena. De vloer van de voormalige kerk, de Chiesetta della Miseracordia, is omgetoverd in een roze-geel kussenland. When the body says yes is een lieve, ontroerende film geworden, met veel vanzelfsprekend bloot. Kunstenaar, sekscoach en ‘knuffelworkshoporganisator’ Bonajo laat een groep internationale genderqueer mensen zien hoe aanraking en nabijheid zonder klassieke een-op-een-heteroseks prettig en helend kan werken. Ze spreken openlijk over hun onzekerheden en hun relatie tot hun geslachtsdelen. En laten zien dat een flinke dosis olijfolie daarbij een ideaal smeermiddel is.
Verenigde Staten: nu met rieten dak
Het paviljoen van de Verenigde Staten, normaalgesproken een neoklassieke tempel, heeft tijdelijk een rieten dak. Simone Leigh, de kunstenaar die ook in de Arsenale te zien was, verwijst hiermee naar de presentaties van ‘koloniale volken’ bij de wereldtentoonstellingen in de jaren dertig. Haar imposante bronzen en keramieken beelden van (zwarte) figuren vullen de ruimtes. Een enorm beeld van een vrouw, gebaseerd op de haardracht van het Bagavolk in Guinee, heeft met vier pilaren als benen het paviljoen teruggewonnen. De titel van de presentatie, Sovereignty, is geen verwijt, het is een onderstreping van wat uit elke zaal van het paviljoen blijkt: deze beelden moeten gezien worden, ook zwarte kunstenaars hebben recht op hun ruimte in de kunst.
Lees ook:
Melanie Bonajo gaat voor Nederland naar de Biënnale. ‘We zijn in Europa vergeten naar ons lichaam te luisteren’
Beeldend kunstenaar Melanie Bonajo vertegenwoordigt Nederland op de Biënnale in Venetië. De kunstenaar focust op het lichaam en de aanraking – met wederzijdse toestemming, welteverstaan.