AnalyseOmroepbestel
Dat er steeds meer omroepen bijkomen danken de omroepen aan zichzelf
Weer een sanctie – inmiddels de derde – voor Ongehoord Nederland. Het NPO-bestuur denkt er inmiddels over na om de staatssecretaris te vragen de voorlopige erkenning van ON weer in te trekken. Formeel kon dat al eerder: de moeizame samenwerking met de aspirant-omroep is eigenlijk het onderliggende probleem.
“Het is onmogelijk om samen te werken met die club”, klaagde het College van Omroepen over de nieuwe aspirant-omroep Ongehoord Nederland. Inmiddels is het een jaar geleden dat twee nieuwe aspirant-omroepen toetraden tot het publieke bestel: Zwart en Ongehoord Nederland. Vooral met die laatste omroep wil het niet boteren, zeggen de gevestigde omroepen. En samenwerking is een wettelijke voorwaarde om in het publieke bestel te mogen. Maar hebben de omroepen het misschien aan zichzelf te danken dat ze met steeds meer en moeilijkere partijen moeten samenwerken?
De twee nieuwe aspirant-omroepen die zich nu in het publieke bestel hebben gevoegd komen voort uit groepen in de samenleving die zich onvoldoende herkenden in het televisie-aanbod. Mensen van kleur, lhbti+’ers en liefhebbers van urban culture waren zo ontevreden dat ze besloten Zwart op te richten.
Een andere groep kijkers met wantrouwen tegen onder meer de overheid voelde zich ook ongehoord bij de NPO. Zij kregen geen antwoord op hun vragen en vonden die wel op internet, bij steeds extremere alternatieve media. Het was de kiem voor Ongehoord Nederland.
De taak van de Nederlandse Publieke Omroep is volgens de Mediawet ‘programma’s maken die zijn gericht op zowel een breed en algemeen publiek als op bevolkings- en leeftijdsgroepen van verschillende omvang en samenstelling’. Voor iedereen in Nederland dus. Toch klonk de kritiek dat de omroepen niet divers genoeg zijn al langer luid en hevig. Te veel wit, man, links, BN’ers, meninkjes en meer van hetzelfde geluid.
Onafhankelijke omroepen
Nederland kent een uniek omroepbestel met ‘externe pluriformiteit’. Het is niet één bedrijf dat ervoor moet zorgen dat alle geluiden in de maatschappij worden gehoord en dat alle inwoners aan hun trekken komen, er zijn onafhankelijke partijen – omroepen – die bepalen welke programma’s er worden gemaakt. Het budget wordt verdeeld door een overkoepelende organisatie: de NPO, maar die mag zich niet bemoeien met de inhoud. De programma’s worden bedacht door omroepverenigingen, zoals de VPRO, EO, BNNVara en WNL.
Iedereen die een stroming in de samenleving vertegenwoordigt kan volgens de Mediawet een eigen omroep beginnen. Inmiddels zijn er negen van die omroepverenigingen om maatschappelijke stromingen zoals conservatief rechts, christelijk Nederland en linkse vrijdenkers te bedienen. Daarnaast zijn er de taakomroepen NTR en NOS zonder politieke signatuur of geloofsovertuiging, die objectieve programma’s maken voor iedereen, zoals Het Journaal. Reken maar dat het druk is met al die verschillende clubs aan tafel bij het College van Omroepen waar afspraken worden gemaakt tussen de verschillende omroepen.
Kijkcijfers
Uit onderzoek blijkt dat de klacht dat de omroepen te veel hetzelfde geluid vertegenwoordigen voor een deel slechts perceptie is. Aan talkshowtafels (gauw ‘links’ genoemd) schoven bijvoorbeeld vorig jaar meer politici uit rechtse kringen aan. Maar dát de omroepen ervan worden beschuldigd te eenzijdig te zijn zou een signaal moeten zijn dat de goede bedoelingen bij een deel van het publiek niet over het voetlicht komen. Iets ging er niet goed. Bij de NPO gaat het immers niet alleen om hoge kijkcijfers, het gaat er juist om ook de kleinere groepen te bereiken, al lijkt het alsof dat soms vergeten wordt.
Bij omroepen zoals bijvoorbeeld WNL, ooit begonnen met een stevig kritisch rechts geluid, gaan de scherpe kantjes eraf als ze een groter publiek willen bereiken. Daardoor haken mensen die minder gematigd zijn af en beginnen weer een nieuwe omroep. De toetreding van ON en Zwart in het publieke bestel is zo bezien een herhaling van de geschiedenis.
Dat het de NPO en de omroepen niet is gelukt om alle groepen in de samenleving te bereiken, betekent dat ze niet hebben voldaan aan hun wettelijke opdracht. Kennelijk zijn deze twee aspirant-omroepen nodig om ook de diverse en ongehoorde doelgroepen te bereiken. Het is tijd voor de NPO om nog eens kritisch te kijken naar hoe veelzijdig het publieke bestel nou echt is.
Lees ook:
Commissariaat voor de Media: Het publieke bestel moet dringend op de schop
Er komen steeds meer omroepverenigingen bij en er gaan geen omroepen af. Daarmee wordt het te druk in het bestel. Als we het goede willen behouden, moet er heel snel actie worden ondernomen, zegt het Commissariaat voor de Media.