Opinie
Dans heeft geen nationaliteit/Carnet ontkent bestaan Vlaamse golf
Bestaat er een Vlaamse golf in de hedendaagse dans? En hoe Nederlands is Nederlandse dans met zoveel buitenlandse dansers en choreografen? Het Frans- en Engelstalige vakblad Carnet, een gezamenlijke uitgave van het Vlaams Theater Instituut en het Theater Instituut Nederland, zoekt daar in het eerste kwartaalnummer van 1999 een antwoord op. En heeft dat waarschijnlijk al meteen gevonden in de titel van het openingsverhaal: dans + dans = twee.
Als er dan toch een tegenstelling of juist overeenkomst tussen 'Vlaamse dans' en 'Nederlandse dans' moet zijn, kun je beter van 'internationalisering' spreken, meent inleidster Astrid van Leeuwen: Nederlandse gezelschappen halen hun dansers tot uit Brazilië, Engeland, Italië en Spanje. Grote Nederlandse choreografen zijn de Tsjech Jiri Kylian en de Hongaarse Krisztina de Châtel. En wereldklanken als hiphop, techno en house hebben zich al lang in het Belgisch danstheater van toonaangevende Vlamingen als Anne Teresa De Keersmaeker, Jan Fabre of Wim Vandekeybus genesteld.
De sociologen Rudi Laermans en Pascal Gielen kapittelen danscritici die 'Vlaamse dans' met typeringen als 'grote visuele kracht' en 'een sterk visueel karakter' heten af te doen. Nooit geweten dat die taalkundige dooddoeners uitsluitend op Vlaamse of Belgische dans van toepassing was. En opnieuw een uitval naar danscritici: zij zijn het die een 'Vlaamse dansgolf' in het leven riepen. Heeft de Amerikaanse choreograaf Meg Stuart soms ook aan die 'Vlaamse golf' bijdragen? “Daar kan niemand een antwoord op geven, waarschijnlijk is dat ook helemaal niet nodig”, aldus Laermans en Gielen. Complimenten geven de twee sociologen daarentegen aan de Belgische regering, die bij de toekenning van extra reissubsidie voor de gezelschappen van Fabre en De Keersmaeker geen enkele voorwaarde voor het 'Vlaamse gehalte' in hun voorstelling verlangde.
Danscritica Eva van Schaik concludeert dat een 'Nederlandse stijl' in dans hooguit een voorstelling is die in Nederland gemaakt is, maar niet noodzakelijkerwijs door Nederlanders. Op z'n best bespeurt zij, met het Nederlands Dans Theater voorop, een hang naar helderheid en weerzin tegen leeg amusement.
Hoe dans zich dan met populaire cultuur verhoudt? 'Zeer bevredigend', weet de Vlaamse regisseur Dirk Verstockt, of anders gezegd: niks aan de handa. “We beïnvloeden elkaar zoals we dat altijd al deden. Het menselijk geheugen is kort, maar deze verhouding bleef door de hele dansgeschiedenis constant. Behalve dan dat dans een gerespecteerde kunstvorm is, en populaire cultuur commercieel en exploiteerbaar. Of, concludeert Verstockt: “Europa is de bastaarddochter van geschiedenis, verwekt door overspel. Het alternatief is incest: en dus biologische en culturele degeneratie.”
Lezend in Carnet krijg je onweerstaanbaar het gevoel dat je die beweringen als eens eerder en vooral vaker hebt gehoord en gelezen. Lang, lang geleden. Waar precies doet er niet toe.