ReportageMusical

‘Dagboek van een herdershond’ zoekt de ziel van Limburg

 De naïeve kapelaan Odekerke, in de musical gespeeld door de Zuid-Limburgse acteur Joes Brauers. Beeld Roy Beusker
De naïeve kapelaan Odekerke, in de musical gespeeld door de Zuid-Limburgse acteur Joes Brauers.Beeld Roy Beusker

De mijnen dicht, de kerken leeg, Limburgers moeten op zoek naar een nieuwe identiteit. Dat is waar de musical Dagboek van een herdershond ten diepste over gaat. Een geheel geactualiseerd verhaal. ‘Kapelaan Ludens, een vriend van Odekerke, is nu homo’.

Willem Pekelder

We komen op een spannend moment het pop-uptheater binnen: kapelaan Erik Odekerke wordt juist tegen de vlakte geslagen door bovenmeester René Bongaerts. Onheilspellend beschijnt het theaterlicht de mijnschacht. Op de achtergrond een decor van dreigend donkere bomen. Odekerke blijft voor dood op het podium liggen. Regisseur Servé Hermans is tevreden: “Dankjewel. Het zag er goed uit.”

Even pauze voor de spelers van Toneelgroep Maastricht. Tijd om te dwalen door het gigantische MECC-complex, waar op 8 mei de musical Dagboek van een herdershond in première gaat. Achter de schermen staan tafels vol rekwisieten: mijnwerkerslampen, een wijwatervat met kwast, een heiligenbeeld. Verderop bierkarren en vaandels van de fanfares St. Blasius en St. Cecilia.

“Het wordt een spektakelmusical”, jubelen regisseur Hermans en producent Albert Verlinde even later boven het repetitiegeluid uit. “Soms zullen er meer dan 75 spelers en figuranten op het toneel staan.” Zo mag de toeschouwer rekenen op complete processies, begeleid door harmoniemuziek. “Ja, dan moet iedere Limburger huilen”, weet de regisseur.

Angela Schijf als het geweten van Odekerke. Beeld Roy Beusker
Angela Schijf als het geweten van Odekerke.Beeld Roy Beusker

Zestien fanfares uit Limburg en één uit Zeeland doen mee, elke avond een ander korps. Producent Verlinde gelooft dat Nederland niet eerder zo’n enorme musical zag. Met alleen al een podium van zestig meter breed is de pop-up voorstelling te groot om te toeren. Daarom blijft de ‘herdershond’ aangelijnd in Maastricht.

De musical is losjes gebaseerd op de gelijknamige KRO-serie van eind jaren zeventig. De omroep wilde een echt katholiek drama en benaderde daartoe regisseur Willy van Hemert, die Kroniek eener parochie (1941) van de Limburgse priester Jacques Schreurs als leidraad nam. In die driedelige roman, een terugblik op het leven in de mijnstreek, figureert kapelaan Erik Odekerke als hoofdpersoon en alter ego van Schreurs. Op tv trok Odekerke, verbeeld door de Vlaamse acteur Jo De Meyere, destijds zes miljoen kijkers.

Een wat naïeve kapelaan, die Odekerke – in de musical gespeeld door de Zuid-Limburgse acteur Joes Brauers. In Geleen, zijn eerste parochie begin twintigste eeuw, denkt Odekerke een rustige tijd tegemoet te gaan, maar daarin vergist hij zich. Pastoor Bonhomme, de herder van de kerkgemeenschap, leidt een herenleven en laat het werk over aan zijn kapelaan, die zich daardoor al spoedig een herdershond voelt.

Macht van de kerk neemt af

Het is 1914, de mijnindustrie doet haar intrede, wat het dorp in rep en roer brengt. Verlinde (1961): “Hollanders trekken naar Geleen en vragen keuterboertjes hun land te verkopen ten behoeve van de mijnindustrie. De één gaat daar wel op in, de ander niet. Tel daarbij op de komst van buitenlandse arbeiders, zoals Italianen, en je begrijpt de onrust. Odekerke neemt het op voor de zwakkeren en komt daardoor in conflict met de notabelen van het dorp.”

Hermans: “De industrialisatie heeft Limburg ingrijpend veranderd. Arbeiders werden lid van de vakbond, het socialisme maakte opgang, en de macht van de kerk kwam onder vuur te liggen.”

De musical, geschreven door André Breedland, voegt eigentijdse thema’s toe aan Van Hemerts script. Hermans: “Zoals homoseksualiteit. Hier in Limburg had je vroeger jonge heren die maar geen meisje kregen en plotseling verliefd werden op God. Het seminarie bleek daarbij een goede ontsnappingsroute voor vragen over hun vrijgezelle status. Eind jaren zeventig was het thema homoseksualiteit ondenkbaar, maar nu niet meer. Kapelaan Paulus Lumens, een vriend van Odekerke, is in onze musical van de herenliefde.”

 Kapelaan Paulus Lumens, een vriend van Odekerke. Beeld Roy Beusker
Kapelaan Paulus Lumens, een vriend van Odekerke.Beeld Roy Beusker

Meer dan de tv-serie kiest de musical voor de maatschappelijke kant van het verhaal: opkomst, maar ook ondergang van de mijnbouw in Limburg. De neergang, die niet in de tv-serie zat, zette in vanaf 1965, toen minister Den Uyl de kolenmijnen sloot. Zijn stem is te horen aan het begin van de musical. Hermans: “In dat jaar werd het einde van de economische monocultuur ingeluid. Maar de kerk begon ook te vervagen. Waardoor de vraag opkwam: wat is nu nog de ziel van de Limburger? Dát is, in mijn ogen, de actuele vraag van deze voorstelling. Die identiteitskwestie, en het daaraan verbonden minderwaardigheidsgevoel, spelen hier nog altijd.”

Ook de Engelbewaarder - het geweten van Odekerke - is bij de tijd gebracht. Wanneer dit personage, gespeeld door Angela Schijf, de kapelaan ziet worstelen met zijn verliefdheid op bierbrouwersdochter Miete, deelt ze een vinnige tik uit naar de kerkelijke hiërarchie die het celibaat dwingend oplegt: “Waarom zouden bisschoppen en kardinalen zo oud worden? Omdat zelfs God hen niet wil hebben.”

Sowieso is de rol van vrouwen in de musical sterker aangezet dan in de tv-serie. Niet alleen dankzij Schijf als Odekerke’s geweten (in de tv-serie was Kees Brusse de innerlijke stem), ook doordat de huishoudster van de kapelaan en zijn stille liefde Miete fungeren als gidsen op zijn levenspad. Wat hetzelfde is gebleven is dat Odekerke geen liefdesrelatie krijgt. Hermans: “Dat moet je niet veranderen, dat is juist het grote drama van het verhaal.”

Ook voor niet-zuiderlingen?

Is de musical eigenlijk ook aantrekkelijk voor niet-zuiderlingen? “Beslist”, antwoordt Maastrichtenaar Hermans. (1981). “Natuurlijk zal die veel Limburgers trekken. Overigens ook onkerkelijke Limburgers zoals ik. We herkennen ons immers allemaal in het Rijke Roomse leven van weleer. Maar het is een verhaal voor iedereen. De thema’s zijn universeel: integreren in een nieuwe gemeenschap, omgaan met conflicten, ook innerlijke, het overwinnen van liefdesverdriet en ga zo maar door. Nee, de belangstelling komt zeker niet alleen maar uit het zuiden, ook uit de rest van het land.”

Verlinde: “Waarom kijken we met z’n allen Downton Abbey? Dat hebben we toch ook niet zelf meegemaakt? Het gaat om het verhaal.” Voor hem is de musical tevens jeugdsentiment. “Ik heb als jongetje in Heerlerheide en Susteren nog net de rijkdom van de mijnbouw meegemaakt. En het staartje van het Rijke Roomse leven: op jongensschool gezeten, misdienaar geweest, meegelopen in processies. Als kind speelde ik onder de kerstboom met de figuren uit de stal een soap.” Lachend: “Eigenlijk was ik toen al theaterproducent. In 1978 zag ik de tv-serie, en ik liep al flink wat jaren rond met het idee om er een musical over te maken.”

Jos Brauers, kleinzoon van twee mijnwerkers, heeft, volgens de producent, hetzelfde als zijn voorganger Jo De Meyere. “Een beetje dat verlegene. Je ziet hem denken, hij gunt de toeschouwer een kijkje in zijn hoofd. Joes is een groot talent, nog maar 22, maar de rust die hij uitstraalt… Auditie hoefde hij niet te doen. We kenden hem uit Kruimeltje en Ciske de Rat.”

Hermans: “We brengen als Toneelgroep Maastricht geen heldenepos, eerder het tegenovergestelde. Bij een antiheld gaat het niet om daden, maar om twijfels. Odekerke blijft in zijn onbeholpenheid overeind als waarachtig karakter. Dat is voor mij als regisseur het belangrijkst.”

null Beeld Roy Beusker
Beeld Roy Beusker

Charmante onhandigheid

Joes Brauers (1999), de opvolger van Jo De Meyere als kapelaan Odekerke, heeft veel aan zijn voorganger te danken, vertelt hij tussen het repeteren door. “De Meyere heeft de rol met zijn charmante onhandigheid iconisch gemaakt. Binnen die kaders probeer ik mijn eigen weg te zoeken. In een musical doe je dat door je over te geven aan de melodie, net als in een kerkkoor. Dat heeft iets moois en kwetsbaars. Voor mijn gevoel gaat Dagboek van een herdershond over de helende en tegelijkertijd verwoestende kracht van een gemeenschap. Erik Odekerke hoort er aanvankelijk niet bij. Later wordt-ie wel geaccepteerd, waardoor hij een thuis vindt. Dat is waar ieder mens naar verlangt: een thuis.”

Dagboek van een herdershond, Toneelgroep Maastricht, van 8 mei t/m 17 juli in het MECC. Info: dagboekvaneenherdershond.nl

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden