Operation Barbarossa, in juni 1941.

BoekrecensieOorlog

Curzio Malaparte, verslaggever aan beide fronten

Operation Barbarossa, in juni 1941.Beeld Getty Images

Curzio Malaparte zocht naar de kern van wat oorlogsvoering met de strijders doet, en in De Wolga ontspringt in Europa schreef hij dat onverbloemd en pakkend op.

Ger Leppers

Ook in de literatuur zijn excentrieke figuren het zout in de pap. Kijk maar naar de Italiaanse diplomaat, schrijver en journalist Curzio Malaparte (1898-1957). Hij was aanvankelijk fascist, werd onder het bewind van Mussolini een tijdlang verbannen naar het eiland Lipari, eindigde zijn leven als communist en bleef bij dat alles altijd een dandy in hart en nieren, met een resem contacten in de hoogste kringen van een groot aantal Europese landen.

Op een van de mooiste plekken van het eiland Capri liet hij een onder architectuurliefhebbers beroemde villa bouwen die hij naliet aan de Volksrepubliek China.

Toch was Malaparte allesbehalve een warhoofd en hij had bovendien een gouden pen. Zijn politieke bokkensprongen beletten hem niet om uit te groeien tot een van de belangwekkendste schrijvers van de vorige eeuw. Zijn naam vestigde hij vooral met de boeken Kaputt (1944) en De Huid (1949), waarin hij tot in gruwelijke details verslag deed van de weeën en de naweeën van de Tweede Wereldoorlog. Boeken die, om het zo maar eens te zeggen, indertijd insloegen als een bom.

In de vergetelheid geraakt

In de loop der jaren is Malaparte bij ons een beetje in de vergetelheid geraakt. Het is aan vertaler Jan van der Haar te danken dat wij ons nu alsnog kunnen realiseren hoe onterecht dat is. Eerder vertaalde Van der Haar al het indringende Dagboek van een vreemdeling in Parijs en Het bal in het Kremlin.

En nu is daar De Wolga ontspringt in Europa. Opnieuw gaat het om een bundeling van pregnante kronieken waarin Malaparte, ­ditmaal voor de krant Corriere della Sera, zijn ervaringen aan twee uiterst onherbergzame Russische frontlinies optekent: die in Oekraïne tijdens Operatie Barbarossa, tussen juni en september van 1941, en die in de loopgraven rond het belegerde Leningrad tussen maart en mei 1943.

De gebeurtenissen spelen zich af op twee heel contrasterende krijgstonelen: in het eerste geval betreft het een bewegingsoorlog in de moordende zomerhitte, in het tweede een stellingenoorlog in de ijzige winterkou. In geen van beide slagen wachtte Malaparte het einde van de operatie af. Die afloop was niet waar het hem om ging, hij zocht eerder naar zoiets als het wezen, de kern van wat oorlogvoering met de strijders doet, ongeacht tot welke partij zij behoren.

Curzio Malaparte.  Beeld
Curzio Malaparte.

Malaparte was de enige verslaggever aan beide fronten en zijn onverbloemde verslagen waren bij de overheid niet altijd even welkom. Enkele malen greep de censuur in, maar in deze uitgave, gebaseerd op een naoorlogse editie, zijn eerder geschrapte passages in ere hersteld.

Wekenlang rukte de schrijver met de Duitse en Roemeense troepen op door de monotone, zonbestoven vlaktes van Oekraïne: ‘In deze onmetelijke graanvlaktes, in deze eindeloze ‘wouden’ van zonnebloemen doemt de oorlog wederom op in zijn metallieke ordening, in de staalglinster van zijn wagens, in almaar hetzelfde gedreun van zijn talloze motoren (Honegger, Hindemith)’.

De Oekraïense natuur is onverbiddelijk: ‘Het is bijna vijf uur. De klamme middaghitte hangt boven de graanvelden, een stoffige lucht verbrokkelt tussen onze tanden, verschroeit onze longen.’

Malaparte trok op met de Finse troepen

Nog pakkender zijn Malapartes verslagen van de noordelijke frontlinie. De schrijver trok er, opnieuw in zijn opzichtige alpen-­jagersuniform, op met de Finse troepen. Enkele jaren eerder, in 1939, had het niet-aanvalspact tussen Stalin en de Duitse minister van buitenlandse zaken Ribbentrop Rusland in staat gesteld om Finland, dat tot 1917 deel had uitgemaakt van het tsarenrijk, binnen te vallen. De bolsjewieken rekenden op een korte overvalsoorlog, maar stuitten op onverwacht taai verzet en moesten zich tevredenstellen met een deel van de Karelische landengte en de havenstad Viipuri.

Geen wonder dus dat, toen Hitler Rusland binnenviel, de Finnen maar al te bereid waren om zich bij deze agressor aan te sluiten en het verloren gebied te heroveren.

Malaparte, die toen al weinig meer ophad met het fascisme, maakt geen geheim van zijn sympathie voor de even vriendelijke als geharde, vindingrijke en alle ontberingen met geduld dragende Finnen. Als schrijver deelt hij die ontberingen op zijn eigen ­manier.

Malaparte ziet tien keer zoveel als de gemiddelde waarnemer, beschikt over een enorme hoeveelheid achtergrondinformatie op vrijwel elk gebied en maakt door zijn zeldzaam scherp zintuigelijk observatievermogen en zijn formuleringskunst van zijn journalistiek verslag grootse literatuur: ‘Mijn vingers bevriezen, het papier waarop ik schrijf raakt overdekt met een flinterdun laagje rijp, het vel lijkt haast te beslaan, het is als schrijven op een beslagen ruit. Mijn schrifttekens zien er verbleekt uit, als een oude, na jaren en jaren uit een la opgedoken brief; dat komt door het laagje ijs. Dan eindelijk loopt er een soldaat binnen met een armvol hout, het zijn stukken berkenstam, licht en glad, met een geelwit gevlekte schors. In de korsu (een rudimentaire versterking, red.) verspreidt zich even later een aangename harsige rooklucht, het papier waarop ik schrijf ontdooit, het laagje rijp smelt. Dikke zweetdruppels druipen op het vel.’

Mestvaalt van de geschiedenis

Malapartes ambities reikten verder. Hij zag deze oorlog als een confrontatie tussen twee Europese ideologieën en de vele kleine gebeurtenissen waarvan hij getuige was waren voor hem illustraties daarvan.

Zo concreet als de beschrijvingen van de gevechtshandelingen zijn, zo abstract zijn vaak die beschouwingen, waarmee Malaparte ook een voorzichtige blik in de toekomst beoogt te geven. Beide ideologieën liggen inmiddels op de mestvaalt van de geschiedenis, maar Malapartes overwegingen geven een nog steeds interessant inkijkje in zijn denkkader van toen.

Wat Malaparte echter vooral laat zien in deze lange stroom van sfeerschilderingen en voorvallen, zijn de constanten in het gedrag van mensen die buiten hun wil verzeild raken in dramatische omstandigheden waarop zij amper greep hebben. Daarin, en in de kracht van de met een schijn van aristocratische distantie geschilderde emoties, doet dit boek denken aan de klassieke tragedies.

Dat zit soms in kleine en onverwachte ­details: ‘De Duitse soldaat had ook zulke heldere, prachtige ogen. En in die ogen school een geheimzinnige, antieke blik, vol van dat antieke, geheimzinnige gevoel voor het onverbiddelijke.’

Malapartes proza is nergens flets of voorspelbaar, zoals echt gevaar dat ook niet is.

null Beeld

Curzio Malaparte
De Wolga ontspringt in Europa
Uit het Italiaans vertaald en van een nawoord voorzien door Jan van der Haar.
Koppernik; 285 blz. € 24,50

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden