Crisis in de schilderkunst
Waar foto- en videomakers op de Gentse expositie 'Casino 2001' middenin de samenleving staan, staren schilders nog vooral naar hun palet. De schilderkunst dobbert stuurloos rond, zo blijkt op de quadriënnale, samengesteld door J.Greenberg.
GENT - Gastcurator Jeanne Greenberg Rohatyn noemt het toeval, maar zij moet toegeven dat het een bijzonder toeval is, misschien wel ingegeven door profetische gaven van de makers. Veel werk op de door haar bijeengebrachte expositie 'Casino 2001' in Gent, reflecteert op een wereld vol geweld en rampen van het soort dat overeenkomt met de gebeurtenissen op 11 september in de Verenigde Staten. ,,Kunstenaars richten zich op dit moment sterk op situaties die zich in de samenleving voordoen. De tijd van de oriëntatie op het eigen lichaam lijkt me voorbij, er is een andere belangstelling ontstaan'', zegt de in New York woonachtige curator.
Greenberg werd door Jan Hoet, directeur van het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (SMAK) in Gent gevraagd te laten zien wat actueel is in de (jonge) kunst. Zelf heeft Hoet een aantal keren op gastlocaties met dit bijltje gehakt: hij was samensteller van de Documenta in 1992 in Kassel en bracht recent de deelnemers voor Sonsbeek 2001 in Arnhem bijeen. Omdat hij volgend jaar als directeur van het SMAK met pensioen gaat, wilde hij dat ook in Gent met enige regelmaat een dwarsdoorsnee van de nieuwste kunststromingen te zien zou zijn. Geen biënnale die moet concurreren met soortgelijke manifestaties in Venetië, Sao Paulo, Sydney of Lyon, maar een quadriënnale. Waarmee dus eens in de vier jaar het hele museum overhoop wordt gehaald.
Deze eerste keer heeft de Amerikaanse curator zoveel deelnemers geïnviteerd dat naar een dependance moest worden uitgeweken. Die werd gevonden in het Bijloke Museum, op loopafstand van het excentrisch gelegen Citadelpark. Normaal is daar een historische collectie te zien, ondergebracht in een fraai klooster. De met video, film en fotografie werkende deelnemers gaan er een bijzondere dialoog aan met de geschiedenis. Er kon desalniettemin niet op lokatie, in situ, worden gewerkt. De curator zelf bedacht elke plek voor een tevoren uitgekozen deelnemer.
Greenberg heeft, dat mag voorop gesteld worden, zich serieus van haar taak gekweten. Ze is van een zwaarder kaliber dan stadgenote Valery Smith, die bij Sonsbeek 93 het kwalitatieve gehalte van een vederlichtgewicht bezat. Greenberg mag dan in Europa onbekend zijn, in eigen land heeft ze al verschillende manifestaties georganiseerd. Ter voorbereiding op haar uiteindelijke selectie heeft ze een 'pelgrimage' naar Las Vegas ondernomen. ,,Niet in New York, niet in Los Angeles, maar in Las Vegas vinden kunstenaars op dit moment een bron van inspiratie. Natuurlijk wordt dat nog het meest duidelijk in het werk van Jef Koons dat rechtstreeks teruggrijpt op de architectuur in de gokstad.'' Maar naast een gevestigde naam als Koons, zijn er ook veel jongeren die zich voor korte of langere tijd in Las Vegas vestigen en zich bezighouden met de entertainmentindustrie.
,,Waarom Las Vegas? Las Vegas is een stad van extremen in de cultuur. De symboliek en de mythologie van de stad en de casino's zijn gebouwd op het heden en het uitwissen van het verleden. De grote steden waarvan Las Vegas een miniatuurversie geproduceerd heeft, zijn ontdaan van hun geschiedenis: het zijn allusies, beroofd van hun oorspronkelijke context. Las Vegas is louter façade, een Hollywooddecor. Het doet in versneld tempo wat alle democratische culturen doen: klasseverschillen vervagen en culturele verschillen vernietigen. Kunst en entertainment versmelten er. Cultuur van hoog, gemiddeld en laag niveau vloeien er samen tot een niveauloos geheel. Wat overblijft is het fenomenale en spectaculaire.''
Greenberg vindt ook dat de amusementscultuur het gezicht van de hedendaagse kunst heeft veranderd. Kunstenaars hebben mediavormen als film, video, fotografie, speciale effecten, computer-animatie en marketing in hun creaties geabsorbeerd.
In het werk van de deelnemers aan de quadriënnale staat een herbeleving van de cultuur centraal, of dat nu de architectuur, de filmhistorie of de vormgeving betreft. Een goed voorbeeld van kunst die zich op de filmgeschiedenis oriënteert, is het werk van de Australiër Ricky Swallow. Verwijzend naar de sfinxen in Egypte (die ook in Las Vegas op een symbolisch-controversiële wijze te zien zijn), maakte hij met een knipoog een model voor een filmmonument dat onder water verdwenen is.
Uiteindelijk koos Swallow een van de figuren uit de film 'Star Wars' van George Lucas als onderwerp voor het monument. Iets dergelijks deed ook de Turk Haluk Akakçe die de film 'Verleden jaar in Marienbad' van Alain Resnais als bron opgaf voor een videostill. Soms zijn deelnemers zelf afkomstig uit de filmindustrie, zoals actrice Farrah Fawcett die zich, in een duo verenigd met Keith Edmier, bezighoudt met de grondleggers van de Europese kunst. Vrijblijvend is het werk nooit. Hoezeer dat ook haaks mag staan op de wereld van opgepoetste, geheel ongekreukte schijn in Las Vegas (en ook die van de West Coast, waar Los Angeles lange tijd een stad was om inspiratie op te doen), het ontbreekt de jonge, globaal denkende deelnemer aan de Gentse quadriënnale niet aan compassie met de samenleving. Ook in Las Vegas komt oorlog en geweld dichtbij, al was het alleen maar door naar nieuwszender CNN te kijken op de kamer in dat o zo mooie gethematiseerde hotel.
Geweld is een belangrijk onderwerp in het werk van de jonge, stedelijke, Amerikaanse kunstenaar. Dat hij zich steeds meer met zijn omgeving bezighoudt en daar ook op reflecteert, bewijst met name de kunst die haar vertrekpunt vindt in de video- en fototechniek. Het stedelijke geweld vormt kennelijk geen aanleiding voor schilders die, naar op deze quadriënnale blijkt, nog te zeer verkeren in een op de schildersnavel gerichte wereld. Als er al sprake is van vernieuwende tendenzen, dan zijn die eerder toe te schrijven aan vreemde elementen als bijvoorbeeld webdesign, reclame-uitingen en graffiti. In Gent is te zien dat de schilderkunst in een crisissfeer verkeert: ze dobbert stuurloos rond, ontbeert een baken, een oriëntatie.
Dat maakt de uitkomst van deze eerste quadriënnale in Gent ook zo ambivalent: de ene kunst staat midden in de samenleving, de andere, meer traditionele gerichte kunst dateert uit een voorbije tijd. Greenberg maakt met 'Casino 2001 duidelijk dat er eerst en vooral afscheid van de twintigste eeuw moet worden genomen. Voor Hoet die nog met één been in de wereld van die eeuw staat (zie zijn voorkeur voor een schilder als Luc Tuymans, voor de schilder en installatiemaker Ricardo Brey), moet deze eerste versie van 'zijn' quadriënnale hard aankomen.
T/m 13 januari op diverse locaties in en rond het SMAK in het Citadelpark en het Bijlokemuseum, Godshuizenlaan 2 in Gent. Geopend dinsdag-zondag van 10.00 tot 18.00 uur, gesloten Eerste Kerstdag en 1 januari 2002. Cat. 950 Bef (ca. 51,90 gulden), na 1 jan. 23,60 euro. Info op internet: 'www.quadriennale.be' en 'www.smak.be'.