Ramses Shaffy

Ramses Shaffy

Composities van ‘nootblinde’ Ramses Shaffy staan eindelijk op papier, in al hun muzikale rijkdom

Ramses ShaffyBeeld ANP

Ramses Shaffy schreef zijn eigenzinnige composities nooit uit. Zijn voormalige pianist Nico van der Linden deed dat wel; een enorm project dat hij kort voor zijn dood voltooide. Daarbij kwamen ook nieuwe liedjes aan het licht.

Sylvester Hoogmoed

‘Zal ik je hemelen, zal ik je haven.’ Onmiskenbaar een tekst van Ramses Shaffy: onbestendig en lichtelijk uit de band springend, net als zijn composities. ‘Zal ik je klepelen, klokken en luiden.’ Het komt uit één van de onbekende liedjes van de maestro die arrangeur en pianist Nico van der Linden de afgelopen jaren heeft weten op te sporen.

Gedurende bijna twee decennia besteedde Van der Linden vele duizenden uren aan het uitschrijven van bladmuziek bij het volledige oeuvre van Shaffy, met wie hij jarenlang intensief had samengewerkt. Kort voor zijn dood, vorig najaar, wist hij dit gigantische karwei te voltooien.

Het resultaat is nu verschenen bij uitgeverij Leporello: een lijvig, driedelig boekwerk, waarin ook de twee eerdere bundels van Van der Linden zijn opgenomen, in herziene versies. Bij de presentatie van het eerste boek, in 2005, leefde Shaffy nog en zong hij zijn voormalige begeleider toe: ‘Ik ben zo blij dat jij bestaat!’

Vol lof

Polo de Haas en Louis van Dijk, de begeleidende pianisten uit Shaffy’s topjaren, waren vol lof voor de zorgvuldige wijze waarop Van der Linden hun arrangementen in notenschrift uitschreef. De summiere aantekeningen die zij hadden bewaard hielpen hem daarbij nauwelijks, het was vooral een kwestie van heel goed luisteren naar de destijds gemaakte opnamen. Want al had Ramses in zijn jeugd pianoles gehad van componist Léon Orthel, hij beweerde daarna ‘nootblind’ te zijn geworden en schreef zelf nooit iets uit.

Nieuwe composities nam hij thuis op, of hij speelde ze voor aan zijn pianist, die vervolgens wat akkoorden noteerde en ermee aan de slag ging. Van der Linden nam de taak op zich om de composities voor het nageslacht toegankelijk te maken. Aanleiding was een hommagevoorstelling die hij in 2003 aan Shaffy wijdde. Zijn partituren moesten geen ‘Shaffy voor beginners’ worden, zei Van der Linden toen. “Niet één of andere lullige uitgave, zodat een kind van vier het ook kan spelen. Dan hou je alleen de melodie over.” Hij wilde het oeuvre overleveren in al zijn muzikale rijkdom.

Eenvoudig is het repertoire niet, dat bleek wel toen Shaffy begin jaren tachtig een tijdje meereisde met Circus Saltarino. Hij trad er onder meer op als clown en ‘wulpse kip’, maar de liedjes die hij speciaal voor de voorstellingen had geschreven bleven op de plank liggen, omdat het meereizende orkestje ze te moeilijk vond. Sommige kwamen later op een lp te staan, de resterende zijn pas nu openbaar gemaakt, dankzij Van der Linden.

Nico van der Linden geeft een Shaffy-imitatie op diens piano. Rechts op de achtergrond staan Liesbeth List en Shaffy-biograaf Sylvester Hoogmoed. Beeld Dingena Mol, ANP
Nico van der Linden geeft een Shaffy-imitatie op diens piano. Rechts op de achtergrond staan Liesbeth List en Shaffy-biograaf Sylvester Hoogmoed.Beeld Dingena Mol, ANP

Hiërogliefen

Ook toen Shaffy in 1961 aan het destijds gerenommeerde Songfestival van Knokke deelnam wist het orkest daar weinig te beginnen met zijn grillige composities, die bovendien waren aangeleverd in slordige hiërogliefen op blaadjes uit een schoolschrift. Het Nederlandse team eindigde dan ook als allerlaatste, hoewel er waarderende woorden waren voor enkele liedjes die Shaffy solo vanachter de piano zong. Liedjes die helaas nooit meer zijn opgedoken, zoals de meeste uit zijn vroege jaren.

Shaffy maakte geen ritmische muziek, het was lyrisch met klassieke invloeden. Van der Linden hoorde vleugjes Fauré en Debussy, Rachmaninov ook. Slavische klanken uit het land van zijn moeder, een Russische emigrante die hem op z’n zesde vanuit het Franse Cannes naar Nederland had gestuurd en beweerde een tsarendochter te zijn. Ramses verwees naar haar in enkele liedjes, zoals het nooit verschenen Hélène. Vernoemd naar zijn voormalige manager Hélène Herschel, die er een opname van bewaarde: ‘Dan stort ik me in de kaviaar / Ben opeens de kleinzoon van de tsaar.’

Ook het Franse chanson was van invloed, maar meer nog de jazz en Frank Sinatra. Al in 1957 schreef Shaffy zijn lijflied ’t Is stil in Amsterdam, dat sterk de sfeer ademt van One for my baby, en ook Vijf Uur had niet misstaan in het American Songbook. Maar ondanks het brede pallet aan invloeden was het vooral de eigenheid van de composities, met hun onmiddellijk herkenbare harmonieën, die Van der Linden fascineerde. “Het is niet wetmatig. Lichte muziek is vaak heel symmetrisch, Ramses’ composities helemaal niet, maar dat heb je niet meteen in de gaten.”

Sjabloneren

Hoewel de betere arrangeurs z’n liedjes hebben verrijkt, benadrukte Van der Linden dat ze al helemaal klaar waren als Shaffy ze voor het eerst liet horen. “In lichte muziek is componeren vaak meer sjabloneren: iemand bedenkt een melodietje en dan doet een producer de rest wel. Bij hem was het helemaal af. Het waren klassieke liederen.” Polo de Haas en Louis van Dijk onderschreven dat. Die laatste schatte Shaffy daarom zelfs hoger in dan Jacques Brel, die veel chansons samen met zijn pianist Gérard Jouannest componeerde.

Shaffy liet zich tijdens optredens meestal door anderen op piano begeleiden, om meer bewegingsvrijheid te hebben op het podium, maar gaf soms ook solo-concerten. Om zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven, luisterde Van der Linden bij het uitschrijven van zijn bladmuziek vooral naar de opnames waar de componist zelf achter de piano zat. Als er meerdere opnamen voorhanden waren, maakte hij een keuze uit de beste passages. Van enkele liedjes heeft hij meerdere versies opgenomen, wanneer die duidelijk van elkaar verschilden.

Zoals bij Sammy, dat na de opzwepende hitsingle uit 1966 ook in een dromerige uitvoering werd opgenomen door de Amerikaanse jazz-zangeres Blossom Dearie, die in 1968 gastoptredens verzorgde in één van zijn programma’s.

Een jaar eerder had Shaffy in Parijs een Franstalig ep’tje opgenomen, dat een halve toonsoort te hoog op het vinyl werd geperst, ontdekte Van der Linden. Dat kan niet aan de chansonnier zelf hebben gelegen, want die speelde z’n liedjes volgens hem altijd feilloos. Hij voerde ze meestal vrijwel hetzelfde uit, al breide hij ze tijdens optredens improviserend aan elkaar. “Tekstueel moest hij wel eens wat ophalen, maar die composities zaten allemaal in zijn hoofd.”

Ramses Shaffy in 1978 tijdens een televisieoptreden in 'Top Pop' waar hij 'Laat me' ten gehore brengt. Beeld ANP /  ANP
Ramses Shaffy in 1978 tijdens een televisieoptreden in 'Top Pop' waar hij 'Laat me' ten gehore brengt.Beeld ANP / ANP

Niet zo slordig

In zijn werk was Shaffy lang niet zo slordig als hij leefde, was de ervaring van Van der Linden. Tijdens hun vele optreden gebeurde het ook bijna nooit dat de chansonnier zijn reputatie als alcoholische bohemien eer aandeed.

Wel liet Shaffy zijn liedjes nogal nonchalant zwerven. In zijn rusteloze bestaan wist men hem maar weinig naar de platenstudio te lokken en thuis opgenomen banden raakten nogal eens zoek – of te water, toen zijn woonboot zonk. Gelukkig heeft Van der Linden nog heel wat moois van de vergetelheid weten te redden.

Van de vele tekstloze improvisaties die Shaffy naliet heeft hij er slechts één uitgewerkt: het mooie Melisande, toegevoegd in april vorig jaar. Van der Linden speelde met het idee aan de boeken nog een lege hoes toe te voegen, want hij was ervan overtuigd dat er nog meer boven water zal komen. Die muziek moet dan helaas door iemand anders worden uitgeschreven.

Sylvester Hoogmoed schreef een biografie van Ramses Shaffy. De citaten in dit artikel komen uit diverse gesprekken die hij voerde met Nico van der Linden.

211 liedjes op papier

De driedelige box ’t Is stil in Amsterdam is uitgegeven bij uitgeverij Leporello en bevat niet alleen de bladmuziek maar ook alle teksten bij 211 liedjes van Ramses Shaffy. Inclusief nieuwe vertalingen door chansonnière Machteld van der Gaag, die met Van der Linden werkte aan een nog te verschijnen Franstalig Shaffy-album.

Lees ook:

Maarten Heijmans: Ramses is bekender dan z’n nummers en dat is zonde

Maarten Heijmans speelde de hoofdrol in de veelgeprezen tv-serie ‘Ramses’. Vanaf 8 juni zingt hij Shaffy’s repertoire op verschillende poppodia, met zijn achtkoppige band. ‘Heel veel liedjes gaan over de eenzame outcast.’

De halfzus die Ramses Shaffy nooit heeft gekend

Ramses Shaffy blijkt een halfzus te hebben. Muriel Mallet (83) ontdekte pas onlangs dat ze een in Nederland beroemde halfbroer had. Shaffy-biograaf Sylvester Hoogmoed sprak met haar.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden