In memoriamClaes Oldenburg

Claes Oldenburg (1929-2022) maakte monumenten van schroeven en wasknijpers

Claes Oldenburg. Beeld Reuters
Claes Oldenburg.Beeld Reuters

Claes Oldenburg vond dat kunst nutteloos en grappig moest zijn. Hij liet enorme kegels, ijsjes en schroeven los in de openbare ruimte. Toch zat er een idee achter zijn werk.

Joke de Wolf

Alsof een reus van zijn spullen af moest en die willekeurig heeft verspreid over het aardoppervlak: zo zou je het latere en meest bekende werk van Claes Oldenburg kunnen samenvatten. In Rotterdam stak hij een kromme schroef in de grond, bij het Kröller-Müller Museum in Otterlo was het een troffel, en in Keulen plantte hij een ijshoorntje bovenop een winkelcentrum.

Hoe simpel die verzameling voorwerpen ook lijken, en hoe honend ze soms werden bekritiseerd, toch was het werk uiteindelijk wereldwijd geliefd. Oldenburg, die maandag overleed in zijn huis in Manhattan, was een van de grote namen uit de Popart, de stijl waarin Andy Warhol soepblikken als kunst presenteerde en Jasper Johns de Amerikaanse vlag naschilderde.

Het kunstwerk 'Flying pins' in Eindhoven, ontworpen door de beeldhouwers Claes Oldenburg en Coosje van Bruggen. Beeld ANP
Het kunstwerk 'Flying pins' in Eindhoven, ontworpen door de beeldhouwers Claes Oldenburg en Coosje van Bruggen.Beeld ANP

Zijn eerste basismateriaal

Oldenburg werd in 1929 geboren in Stockholm, als zoon van een concertzanger en een diplomaat. Toen hij zeven was, verhuisde de familie naar Chicago.

Op straat in New York vond Oldenburg zijn eerste basismateriaal: van karton en zwarte verf scheurde en plakte hij rommelige uithangborden, ‘Street Signs’, als commentaar op de modernistische toekomstdromen die de stadsvernieuwers op dat moment voorspiegelden.

Ook de commercie kreeg ervan langs: in zijn ‘Store’ verkocht de kunstenaar in 1961 zelfgeknutselde replica’s van taarten en hamburgers en flubberige stoffen wc-potten en stopcontacten, op zo’n manier dat je er niets anders mee kon dan ernaar te kijken. En daarmee was het kunst geworden.

Van klein naar groot

Na het vervormen en verkleinen volgde het vergroten. Eerst op papier: zo bedacht hij de zaag die over de Rijn bij Düsseldorf ligt als een spoorbrug, en schetste hij op de plaats van Central Park in New York een betonnen vloer waarop huizen in kogelvorm willekeurig door elkaar rollen, zodat je steeds ergens anders wakker wordt.

In 1977 trouwde hij met de Nederlandse Coosje van Bruggen (1942-2009), kunsthistoricus en beeldend kunstenaar, curator bij het Stedelijk Museum Amsterdam en daarna docent aan de kunstacademie van Enschede.

Samen met Van Bruggen wist Oldenburg zijn ideeën over reuzenbeelden ook waar te maken. Ze verspreidden meer dan veertig werken over de wereld. Oldenburg tekende en bedacht, Van Bruggen bepaalde de kleuren, de locatie, en begeleidde de fabricatie.

De flubberige wc-potten en stopcontacten waren uitgegroeid tot metersgrote stalen beelden. De zo herkenbare massaproducten zijn daardoor dikke knipogen naar de smaak van deze tijd: in plaats van piramides en obelisken zijn schroeven en wasknijpers de monumenten van deze tijd.

Lees ook:

Wim Quist (1930-2022) bouwde volgens zijn principe, en anders niet

Wim Quist verzette zich tegen de architectuur van zijn tijd. Hij paste beter binnen het nieuwe bouwen: functie voorop, nergens tierelantijnen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden