InterviewBewegingsarchief
Choreograaf Katja Heitmann laat mensen bewegingen doneren: ‘Een beweging kan je terug bij een persoon brengen’
Katja Heitmann en haar dansers trekken door Europa met het ‘levende archief’ Motus Mori. Hierin verzamelen ze alledaagse bewegingen van allerlei soorten mensen om die aan de vergetelheid te onttrekken.
Wat raar eigenlijk, dacht Katja Heitmann, in onze informatiemaatschappij zijn we zo druk bezig om de mensheid in cijfers en data te vangen, maar het persoonlijkste van mensen wordt niet bewaard en in leven gehouden: z’n beweging. Heitmann: “Je kunt iemand op straat passeren en denken: hé, die loopt net als mijn vader. Ik vind het fascinerend dat een beweging je terug bij een persoon kan brengen.”
Vier jaar geleden deed de Duits-Nederlandse choreograaf Heitmann (36) een oproep voor ‘bewegingsdonaties’. Wie wil persoonlijke ‘bewegingsrelikwieën’ bijdragen aan het archief voor menselijke beweging Motus Mori (Latijn voor: beweging die aan het uitsterven is)? Er werd ruim gehoor aan gegeven: inmiddels bevat het archief bewegingen van meer dan 1500 mensen. De bewegingen variëren van lopen, omhelzen, wiebelen, reiken, je kunt het zo gek niet bedenken – een bepaalde beweging maakt een individu uniek.
Sindsdien trekken Heitmann en haar team van stad naar stad, vaak in de vorm van een residentie in musea en galerieën. Meerdere steden in Nederland zijn reeds bezocht, Motus Mori is ook al neergestreken in het Poolse Lublin (vlak bij de grens met Oekraïne), Düsseldorf en Brugge. In het najaar staat Leeds op de rol, daarna volgen andere steden in Engeland.
Indexsysteem
Ter afsluiting van de residentie waarin de bewegingen van donateurs zijn verzameld, verwerken Heitmann en haar dansers de donaties in bewegingstentoonstellingen: Motus Mori Museum. Om de grote hoeveelheid bewegingen op te slaan en op die tentoonstellingsmomenten te reproduceren, bedacht Heitmann een indexsysteem waarbij de dansers de gedoneerde bewegingen kunnen onthouden.
In tegenstelling tot een ‘gewoon’ archief kun je Motus Mori niet zomaar even binnenlopen om te raadplegen. De bewegingen worden niet gefilmd of digitaal opgeslagen, alleen een notatievel met naam, leeftijd en beweging getuigt van het donateurschap. Heitmann, winnaar van de Prijs van de Nederlandse Dansdagen 2016: “De dansers slaan de bewegingen van de donateurs letterlijk op in hun eigen lichaam om ze daarna opnieuw te creëren. In theorie, wanneer een danser met pensioen gaat of anderszins uitvalt, zal een nieuwe danser de gebaren ‘erven’.”
Er zit schoonheid in de paradox om beweging te bewaren, vindt Heitmann, beweging verdwijnt immers in het moment. “De mens archiveert en categoriseert om dingen aan de vergetelheid te onttrekken, terwijl een mensenleven in verhouding kort is”, reflecteert Heitmann. “Vaak denken we bij erfgoed aan gebouwen, maar wat de gemeenschap maakt zijn de mensen, niet de stenen. Het leven is eindig en er is een groot verlangen naar oneindigheid.”
Met welke beweging wil je dat anderen jou herinneren?
Voor een donateur is het vaak even zoeken om achter diens speciale beweging te komen. Heitmann of een van de dansers uit haar team interviewen de persoon in kwestie ruim een uur: wat zijn je alledaagse activiteiten, hoe beweeg je daarbij? Heitmann: “De kernvraag van het ‘bewegingsinterview’: met welke beweging wil je dat anderen jou herinneren?”
De Belg Jonas Mart (27) doneerde geen eigen beweging, maar die van zijn vriendin Emma, die in het najaar van 2021 op haar 22ste overleed. “De beweging die Emma met haar pols maakte – de handen uitgestrekt, de vingers snel richting het lichaam tippend – was Emma’s manier om te zeggen: kom snel hier, dan krijg je een knuffel.” Toen Mart Emma’s polsbeweging in de lichamen van de dansers voorbij zag komen, voelde het voor hem alsof Emma in de ruimte aanwezig was. “Het is fijn om te voelen dat Emma ergens blijft voortbestaan.”
De beweging van Emma, via Jonas Mart, gaat ook deel uitmaken van Heitmanns nieuwste project onder de Motus Mori-paraplu: Reliquiem, de komende tijd mee te maken op theater- en dansfestivals in Utrecht, Den Haag en Den Bosch. In deze theatrale beleving – Heitmann noemt het een ‘bewegingsopera’ – worden de bewegingen uit het archief op de meest directe en indringende manier mogelijk tot leven gebracht: via het eigen lichaam van de toeschouwer. De toeschouwer wordt via een stem op een koptelefoon uitgenodigd om verschillende bewegingen van donateurs na te bootsen. Gaandeweg wordt duidelijk van wie de bewegingen afkomstig zijn en ontvouwt zich een intiem beeld van de persoon erachter.
Optrekken van zijn rechterschouder
We scheiden zo vaak ons lichaam van onze gedragingen in de wereld, maar de manier waarop we naar de wereld kijken en waarom we dingen doen ligt in het lichaam besloten, meent Heitmann. “Iets voelt in je lichaam heel anders dan hoe het er van buiten uitziet. Doordat je de beweging van iemand anders met je eigen lijf nadoet, ontwikkel je begrip voor de ander dat je door enkel te kijken niet zou krijgen.”
In Reliquiem leren we ook Stijn van den Broek (33) kennen via zijn beweging. Hij zit in een rolstoel vanwege cerebrale parese en scoliose. De beweging die hij doneerde bestaat uit het optrekken van zijn rechterschouder, zodat die op gelijke hoogte komt met zijn linkerschouder. Van den Broek: “Bij mijn donatie ging het mij niet zozeer om de beweging zelf, maar om de intentie waarom ik die beweging maak: ik wil, zoals iedereen, liefst recht en symmetrisch zijn. Ik vind het mooi dat mensen zich in Reliquiem kunnen verplaatsen in mijn lichaam. Dat er een besef ontstaat: wat is het doel van een bepaalde beweging, welk gevoel roept dit op?”
Heitmann: “Stijn heeft fysieke beperkingen, maar is in het bezit van een geweldig lichaamsbewustzijn. Hij is zó bezig met het coördineren van zijn lichaam dat hij denkt als een danser. Wij kijken puur naar beweging, niet naar hoe iemand eruitziet of uit welke sociale klasse diegene komt. Dergelijke kenmerken hebben we bewust buiten het archief gehouden. Alleen zo zie je verbindingen tussen mensen die je anders nooit zou hebben gezien. Er is een gemeenschappelijke kern in de beweegredenen van mensen. Het lichaam willen controleren zie je bij velen terug. Bij sommigen heeft dat te maken met de angst voor de dood, anderen zijn bang voor wat er kan gebeuren als je je ontspant.”
Het Motus Mori-archief herbergt bewegingen van alle soorten mensen. Via Reliquiem komen we in aanraking met die van de jongste donateur, baby Alba (2, grijpbeweging naar de vinger van haar moeder), en die van de hoogbejaarde meneer Stamm (94, van voren naar achteren wiebelend vanuit zijn stoel terwijl hij zijn leven overdenkt). Donateurs worden geworven door alle lagen van de bevolking heen. Heitmann bezocht bijvoorbeeld een bingozaal, daarnaast verschillende instituten zoals verzorgingshuizen of instellingen voor mensen met een beperking.
Zuster Bernardie (86) uit de congregatie van de Zusters van Liefde in Tilburg doneerde een schommelbeweging – van links naar rechts – die haar lopen typeert. Heitmann: “Zuster Bernardie legde een link tussen Motus Mori en haar congregatie van nonnen die aan het uitsterven is. Er komen geen nieuwe zusters bij; ze wilde toch iets overdragen.”
Geen spullen, geen afscheidsbrief
Het idee voor Motus Mori ontstond toen Heitmanns vader overleed en niets achterliet; geen huis, geen spullen, geen afscheidsbrief of testament. “Zijn manier van bewegen stond mij helder voor de geest – hoe hij bijvoorbeeld op het kale plekje op zijn hoofd krabde, wanneer hij het moeilijk had. Dit is een van de bewegingen die ik van hem heb gedoneerd.”
Met Motus Mori wil Heitmann een monument van beweging creëren. Liefst in zoveel mogelijk steden met zoveel mogelijk bewegingen gedoneerd door zoveel mogelijk mensen. “Om het archief de komende zestig, tachtig, honderd jaar door de bewoners zelf in stand te laten houden en steeds weer aan een volgende generatie over te dragen.”
Motus Mori Reliquiem is te zien tijdens SPRING Performing Arts Festival (19-21 mei), CaDance (27-29 mei) en Theaterfestival Boulevard (8-13 augustus), voor data en speelplekken daarna, zie: www.motusmori.com.
Lees ook:
Trouw tipt cultuur: zeven suggesties voor de maand mei
Van Raoul Heertje en Sam Smith tot Vincent van Gogh: welke voorstellingen, tentoonstellingen en concerten mag u niet missen komende maand? Chef Cultuur Sandra Kooke tipt haar favorieten.