InterviewDalton Jansen
Choreograaf Dalton Jansen maakte een voorstelling over zijn leven in een jeugdzorginstelling: ‘Ik wilde alleen maar weg’
De nieuwe voorstelling Birds gaat over gekooid zijn in een jeugdzorginstelling. In een combinatie van dans, muziek en spoken word toont choreograaf Dalton Jansen de onvrijheid die hij zelf aan den lijve ondervond. ‘Er is altijd gedoe en negatieve energie.’
Een jongen van twaalf. Alleen op zijn kamer. Opgesloten in een jeugdzorginstelling. Hij oefent zijn dansmoves. Hiphop op radio FunX klinkt uit het transistorradiootje dat hij van zijn moeder kreeg. Zij kon niet langer voor hem zorgen. Daar, in dat kamertje mist de jonge Dalton Jansen zijn moeder, mist hij zijn vrijheid.
“Die radio heb ik nog steeds”, vertelt choreograaf Jansen (28) aan de vooravond van zijn voorstelling over de jeugdzorg. “Het was niet leuk in die instelling. Ik wilde alleen maar weg, terug naar mijn moeder, ook al was de situatie thuis onveilig. Maar ik wist ook dat ik niet terug kon.”
Hij zou tot zijn vierentwintigste in jeugdzorginstellingen blijven. “Tot jankens toe wilde ik mijn moeder elke dag bellen, omdat ik voelde dat ik daar echt niet thuis hoorde. Op die vreemde plek waar ik niemand kende en iedereen ontspoord was. Er was een heel heftige negatieve energie. Er was altijd gedoe in die groep.”
Zijn uitspraken zijn ferm
Aan tafel bij theaterproductiehuis DOX zit een ingetogen, volwassen jongeman. Van onder zijn petje klinkt zijn stem zacht, bedeesd bijna. Maar zijn uitspraken zijn ferm. De nare situatie in de jeugdzorg aankaarten is zijn missie. Tegelijk wil hij laten zien dat hij er veel aan heeft gehad als kind. Jansen wil perspectief bieden aan jongeren. Helpen ook.
Birds is de gevleugelde naam die hij koos voor de voorstelling. Jansen: “Je hebt in een instelling geen vrijheid; alles wat je doet wordt gezien. Door begeleiders en door camera’s. Uit mijn raam zag ik vogels neerstrijken en weer wegvliegen. Ik ging me in hen verplaatsen. In hun vrijheid. Ik stelde me voor dat ik ooit zou mogen uitvliegen. Mijn eigen ding doen.” De podiumvloer is bezaaid met vogelveren. “Dat is mijn metafoor voor vrijheid. Dat ik in mijn eigen veren mag staan, in mijn eigen nest.”
“Mijn moeder was mijn motor, ook al kon ze niet langer voor mij zorgen”, zegt Jansen. Op zijn tiende mocht hij van haar op dansles, nadat hij de film Honey keer op keer had gezien. “Ik wilde ook zo dansen als dat jongetje in die film.” Bij HipHopHuis Rotterdam werd zijn talent ontdekt: ‘You’ve got moves’ , zei de dansdocent.
Vanaf zijn twintigste nam Jansens leven een vlucht. Hij studeerde in 2018 af aan de Urban Contemporary dansopleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Op zijn palmares prijkt inmiddels een trits choreografieprijzen. Vorig jaar won hij de BNG Bank Dansprijs voor jong talent. Maar voor Jansen gaat het daar niet om: “Ik wil mijn kunsten verbinden aan de maatschappij. Iets bijdragen, niet alleen een mooi dansje laten zien.”
Eenzaam pad
Ter voorbereiding op het maken van Birds vroeg Jansen de dossiers op van zijn eigen tijd in de jeugdzorg. Die waren pijnlijk om te lezen. Jansen: “Ik ben helemaal niet de persoon die ze beschreven in die rapporten toentertijd.” Voor Birds putte hij ook uit de gesprekken die hij voerde met jongeren die nu in dezelfde situatie zitten als hij vroeger. Frappant genoeg werkt Jansen tegenwoordig zelfs twee nachten per week als ‘slaapwacht’ in de instelling uit zijn jeugd.
“De voorstelling gaat over het eenzame pad dat een jongere kan bewandelen in een instelling”, vertelt Jansen. “Kinderen zitten daar niet vrijwillig, maar vanwege hun situatie thuis. Ik hoop dat er meer empathie en compassie kan zijn voor deze jongeren. Ze hebben een kras opgelopen, voelen zich onveilig”, stelt Jansen. Hij wilde niet dat zijn boodschap te abstract zou blijven en koos daarom – anders dan in zijn eerdere werk – voor een voorstelling met tekst. “In Leandro Ceder vonden we een acteur die zowel kan schelden als heel zacht spelen.”
De hoofdfiguur vertelt het verhaal samen met twee dansers: Jefta Tanate en Rúben Garcia Arabit. Zij visualiseren de buiten- en binnenwereld van de jongen. Er zijn flashbacks naar het huiselijk geweld en visioenen van een Surinaams feest waar de jongen over fantaseert. Het drietal blijft tijdens de voorstelling binnen de afgekaderde bak die het decor vormt. In samenspel met de belichting is het effect claustrofobisch. Sober. Onvrij.
Er zijn alleen de veren op de grond. Want er is perspectief, vertelt Jansen. Een gesprek van de jongere met een begeleider zorgt voor een kantelpunt. Eerder hebben de toeschouwers al beleefd hoe het voelt in een isoleercel. Jansen: “Een heftige scène, ook voor de spelers, omdat ze weten dat het berust op echte ervaringen van jonge mensen in die situatie.”
De choreograaf is geëmotioneerd, excuseert zich daarvoor. Vertelt dat hij gespannen is aan de vooravond van de première. Alles komt samen na een jaar voorbereiding. “Het is het perfecte moment voor deze voorstelling, want het thema is superactueel”, zegt Jansen. “Dat maakt mij extra gespannen.” Hij hoopt dat ook jongeren die nu in de jeugdzorg zitten kunnen komen kijken. En hun begeleiders.
De voorstelling ‘Birds’ is te zien tot en met 17 april. Speellijst: wijzijndox.nl
Lees ook:
In de ogen van de gezinsvoogd schemert de twijfel
Wie spreekt de waarheid: de tiener die zegt dat ze wordt mishandeld, of haar stiefvader? De Deense serie Cry Wolf maakt de dilemma’s van de jeugdvoogd pijnlijk invoelbaar.