RecensieMigranten in Parijs
Chagall tussen al die anderen die Parijs opzochten
De bekende vioolspeler van Chagall blijkt geschilderd op een geblokt tafelkleed. Het is een van de verrassingen van ‘Migranten in Parijs’, een expositie in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Marc Chagall staat tussen twee werelden. Op het zelfportret uit 1912 staat de kunstenaar in zijn atelier, palet in zijn hand.
Op zijn ezel staat een schilderij van een boerse scène, we zien een os en een boerin erachter, een Russisch-orthodoxe kerk ervoor – het Rusland dat hij had verlaten. En links, uit het open raam van het atelier, priemt de Eiffeltoren in de donkere lucht, een auto rijdt voorbij en er springt juist iemand met een parachutejas van de toren – de man zou het niet overleven.
Tweederangs burger
Marc Chagall was in 1911 naar Parijs gekomen. In zijn geboortestreek in het huidige Wit-Rusland was hij als Jood een tweederangs burger, Parijs leek hem als kunstenaar te verwelkomen.
Hij ontmoette er kunstenaars zoals Robert Delaunay en dichter Guillaume Apollinaire, die hem aanmoedigden in experimentele, ‘wilde’ kleuren te werken. En hij maakte er dit zelfportret, nu te zien in het Amsterdamse Stedelijk Museum.
De gewaagde kleuren vielen bij de Franse critici niet in de smaak. Een korte terugkeer in Rusland werd vanwege de Eerste Wereldoorlog een paar jaar, en toen hij in 1922 terugkwam in Parijs, verergerden daar de vreemdelingenhaat en het antisemitisme.
Het Amsterdamse Stedelijk heeft negen schilderijen van Chagall in de collectie, die nu voor het eerst nauwkeurig bestudeerd en zo nodig gerestaureerd zijn. Het bekende schilderij van de vioolspeler blijkt te zijn geschilderd op een tafelkleed; als je goed kijkt, kun je de vierkante blokjes nog zien zitten. En op het schilderij van de Israëlische synagoge uit 1931 is, een kwartslag gedraaid, de opzet te zien voor een heel ander schilderij van een vrouw aan een open raam, ook in de museumcollectie.
Omdat het museum vond dat er wereldwijd al veel Chagall-tentoonstellingen zijn, zocht het een andere invalshoek. De twee zalen vol met de veertig schilderijen, prenten en aquarellen van Chagall, zijn onderdeel van ‘Migranten in Parijs’: een tentoonstelling over de kunstenaars die net als Chagall tussen 1910 en 1960 naar Parijs kwamen en daar lang niet altijd even hartelijk werden ontvangen.
Zo zijn al die verschillende kunstenaars samengebracht, omdat ze niet in Parijs waren geboren. Maar wie van de nu bekende kunstenaars die daar toen waren, was dat wel? Parijs was dé kunsthoofdstad van de wereld in die tijd, een metropool sowieso, dus vrijwel iedereen was nieuwkomer. Picasso ook, maar of hij er last van had, wordt niet duidelijk.
Vergezocht
De paraplu waaronder de tentoonstelling schuilt, is dus wat vergezocht en de grote namen op het affiche zijn niet allemaal begrijpelijk. Het zijn de onbekenden die de tentoonstelling verrassend maken. Zo zijn er schilderijen te zien van Nicolaas Warb: prachtige ingetogen geometrische werken.
Er zijn meer schatten opgedoken uit het depot. Stemmig ingetogen kleurenfoto’s van beroemde tijdgenoten door Gisèle Freund. Deze Joodse fotograaf en schrijver was uit Duitsland gevlucht en kon in 1942 uitwijken naar Buenos Aires. Na de oorlog keerde ze definitief terug naar Parijs.
Bijzonder is ook het werk van de Algerijnse vrouwelijke kunstenaar Baya, die als 16-jarige wees was geadopteerd door een Franse schilder, geadoreerd werd door Picasso en zelf ook schilderde. Stuk voor stuk kunstenaars die inderdaad net als Chagall meerdere thuishavens hebben.
En allemaal kunstenaars over wie het Stedelijk best eens een solotentoonstelling zou mogen maken, net als over Chagall zelf.
★★★★☆
‘Chagall, Picasso, Mondriaan e.a.: Migranten in Parijs’, tot 2 februari 2020 in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Lees ook:
Alle Nederlandse kunstenaars zaten in Parijs
Meer dan duizend Nederlandse kunstenaars woonden in de negentiende eeuw korte of langere tijd in Parijs. Veel van hen kwamen terecht in de wijk Montmartre. Als je de tekeningen en schilderijen bekijkt die Vincent van Gogh maakte tijdens zijn twee verblijven hier, was het nog een stuk landelijker dan nu.