Bram Vermeulen

InterviewDe zintuigen van

Bram Vermeulen filmde ‘de laatste week van vrij Oekraïne’

Bram VermeulenBeeld Patrick Post

Journalist Bram Vermeulen (47) filmde voor Frontlinie vlak voor de Russische inval in Oekraïne. ‘In oorlogen vallen alle maskers af. Dat vind ik fascinerend. En ontroerend.’ Een gesprek aan de hand van de zintuigen.

Dana Ploeger

KIJKEN (1) – Televisie moet geen snackbar worden

“Opgroeiend in Nederland had ik altijd het gevoel dat iedereen in de wereld ons Nederlanders tof vond: een tolerant volkje. Maar toen ik voor de NOS en NRC correspondent werd in Zuid-Afrika werd met die naïviteit meteen afgerekend. In het politieke debat hoorde ik daar dat alle ellende juist begon met de komst van Jan van Riebeeck. Door mijn reizen leerde ik bovendien dat ons comfortabele leven de uitzondering is. ­Extreme armoede, conflicten, dat is de norm.

Zoals wij nu op het terras in de zon zitten, lijkt onschuldiger dan het is. Aan ons decadente leven hangt een fiks prijskaartje. Onze wereld wordt met geweld ­verdedigd aan de randen van Europa, zoals rond het Middellandse Zeegebied. Wat ik daar heb gezien, zoals hoe de grenspolitie zich gedraagt, is soms zo wreed dat het zelfs voor mijn collega’s op de redactie maar moeilijk te geloven is. Ik wil in mijn programma laten zien dat wij, de westerse wereld, een rol hebben in veel van de conflicten die nu spelen. Via beleid, regeringen of bedrijven. We denken dat we al zeventig jaar in vrede leven, maar we voeren onze oorlogen anders.

Sinds ik terug ben in Nederland, zie ik op televisie ­alleen vederlicht amusement. We amuseren ons kapot. Om te voorkomen dat tv een snackbar wordt, zoek ik juist botsende werelden op. Ik maakte een ­uitzending over een Nederlander die villa’s bouwt in Zuid-Afrika. Iedereen weet dat daar racisme is en armoede, maar als je daar een Nederlandse ondernemer in ziet rondbanjeren, wordt het veel pijnlijker en komt het dichterbij. En ja, dat schrijnt. Ik hou van die olifant in de porseleinkast.”

Bram Vermeulen (1974) is opgegroeid in Wamel. Na de school voor journalistiek in Tilburg gaat hij aan de slag bij het NOS Radio 1 Journaal.

In 2001 gaat hij naar Johannesburg. Hij werkt twintig jaar voor de NOS en NRC. In 2009 wordt hij Journalist van het Jaar en verschijnt zijn boek Help, ik ben blank geworden. Hij maakt ­series voor de VPRO (Langs de grenzen van Turkije, Dwars door Afrika, De Trek en Frontlinie). Op 19 mei is de volgende Frontlinie te zien, over een reis naar Afrika.

Vermeulen woont sinds begin dit jaar met zijn dochter in Amsterdam – haar moeder woont Zuid-Afrika.

INTUÏTIE – Kies op gevoel en blijf bij je plan

“Als correspondent in Afrika duurt het vaak maanden voor je een visum krijgt voor een land. Vervolgens maak je een reportage die een paar minuten duurt. Op een van die momenten werd mijn idee voor Frontlinie geboren. Met mijn vaste cameraman Sven Torfinn vertrok ik naar Oost-Congo. Het was lastig om het land binnen te komen: de luchthaven lag onder vuur, het was oorlog en het land zat midden in een ebola-uitbraak. Terwijl wij twee korte reportages maakten, kwamen we twee collega’s tegen van het prachtige Amerikaanse documentaireprogramma Frontline, die daar weken zaten om een half uur televisie te maken. Toen wist ik: dat wil ik ook. Met dat idee ben ik naar de NPO-netmanager gestapt.

Met Frontlinie maken we actuele verhalen in de sfeer van een reisprogramma. Zonder deskundigen, want die vertellen alleen vanuit het hoofd en voelen het niet zelf. Ik wil een conflict laten zien en niet erover praten. Het moeilijkst is beslissen wélk conflict, zeker vanaf mijn desk in Hilversum is dat een drama. Ik lees veel buitenlandse kranten en kijk eindeloos documentaires en volg dan mijn intuïtie.

Zoals voor onze laatste uitzending over Oekraïne, daar wilden we al langer naartoe, maar we kwamen er niet echt uit. Ons plan was om met de trein naar Oost-Oekraïne te reizen, maar op de avond voor vertrek meldde de BBC dat de Russen die dag weleens konden binnenvallen. We spraken af: wat er ook gebeurt, we blijven op die trein. Een trein is een prachtig voertuig voor een film. Je reist en kunt gesprekken voeren. Zo spraken we met een jonge student die haar pro-Russische vader zeven jaar niet had gesproken. Ze liet zien dat het conflict zelfs families uiteendrijft. Op weg naar het oosten werd de sfeer alsmaar grimmiger; militairen op weg naar het front, het geluid van vallende bommen.

In de eerste nacht dat ik weer thuis sliep, ging om vier uur ’s nachts mijn telefoon aan een stuk door af. De inval was begonnen. Daarna zag je iedere dag die trein in het Journaal, die vluchtelingen in veiligheid bracht, de trein werd de hoofdrolspeler. Wij bleken de laatste week van vrij Oekraïne te hebben gefilmd, een historisch document van een land dat niet meer bestaat.”

null Beeld Patrick Post
Beeld Patrick Post

HOREN – Kies met verstand

“Mijn intuïtie heeft me ook weleens in de steek gelaten. Toen ik als correspondent in Turkije werkte, brak in 2011 de oorlog in Syrië uit en vielen de eerste grensdorpen in handen van de rebellen. Gedreven door opwinding ging ik vrij snel de grens over met een vertaler die ik nauwelijks kende. Het was mijn eerste grote oorlog, ik was ­naïef en dacht: ik ga even twee uurtjes de oorlog filmen.

Ik zag mannen met lange baarden en kalasjnikovs, die de duty-freewinkel plunderden en met grote dozen wodka naar buiten liepen. Mooie beelden, dacht ik nog. Tot er ineens werd geschoten en iedereen keihard richting Turkse grens reed. Wij hadden geen auto en riepen: ‘Stop, stop’, maar niemand nam ons mee. Ik zag een loodgietersauto met de achterklep open, ik pakte mijn vertaler beet, smeet hem in die auto en sprong er zelf achteraan. Waanzin, achteraf bezien.

Een andere keer kroop ik onder het prikkeldraad door, waar ik stuitte op mannen van het Vrije Syrische Leger. Ik zei doodleuk: ‘Ik wil jullie commandant wel interviewen’, waarop we ineens richting het front reden en op een roadblock stuitten. Ik stapte uit om wat te filmen en hoorde ineens een geluid dat lijkt op een stofzuiger die je uitzet. Als je dat hoort, weet je dat je te dichtbij bent. Die mortier sloeg inderdaad in. Als ik daar nu over nadenk: gekkenwerk. Later leerde ik pas hoe je veilig een oorlogsgebied in gaat.

Die ervaringen doen nog altijd pijn, want toen ik terug was in mijn hotel in Turkije en de redactie belde, kreeg ik een eindredacteur aan de lijn die zei dat het Journaal vol zat, iets uit Den Haag of zo. Ze hadden geen plek voor mijn beelden. Kan gebeuren natuurlijk, toch doet dat zeer. Ik legde de telefoon neer en was zo kwaad.”

VOELEN – Emoties moet je in dit vak zelf verwerken

“Je moet altijd goed bedenken dat dit vak ook gewoon business is. De mensen in Hilversum zijn niet je familie of vrienden. Collega’s in het veld herkennen dat gevoel. Je waagt als correspondent je leven, maar de emoties die daarbij horen, moet je zelf verwerken. Een verslaggever die na zo’n reis terugkeert op de redactie wordt opgevangen, maar een correspondent moet dat allemaal zelf doen. Je moet goed weten waarvoor je dit werk doet: voor mij zijn dat de mensen in conflictgebieden.

In oorlogen vallen alle maskers af, je ziet hoe moedig én hoe laf mensen zijn. Mensen die in hun dorpje blijven wonen terwijl er raketten vallen. Dat vind ik fascinerend. En ontroerend. Ik heb nog steeds elke dag contact met mensen uit de Oekraïense trein. Omdat ik veel ­verhalen over het geweld tegen vluchtelingen maak, gaan vluchtelingenhaters dat al snel activistisch noemen. Dat is een valse poging om je geloofwaardigheid in twijfel te trekken, terwijl ik gewoon laat zien wat daar aan de grenzen gebeurt.”

KIJKEN (2) – Je kunt pas goed kijken als je lang stilstaat

“Goed kijken is heel moeilijk. Je krijgt de mooiste ver­halen als je lang stilstaat. In Turkije deed ik verslag van de grote aardbeving in Van en toen we aankwamen gebeurde er zo veel dat het lastig kiezen was. Tot ik stilstond en een vader steeds rondjes zag lopen om een gebouw, waar reddingswerkers zochten naar zijn 19-jarige dochter. Ik besloot: we blijven bij deze vader. We zouden niet weggaan tot ze was gevonden. Tien vaders komen niet binnen bij de kijker, één wel. Die nacht sliep hij naast de puinhopen op een matrasje om dichtbij zijn dochter te blijven. Zo aangrijpend.

null Beeld Patrick Post
Beeld Patrick Post

Jeetje, het is al tien jaar geleden, toch raakt het me weer. Ook toen zat ik het item huilend te monteren. Emine Bal heette die studente, ze heeft het helaas niet overleefd.

Zelf ben ik ook vader en mijn dochter is een belangrijk kompas voor me. Ze is 15 en we wonen sinds januari voor het eerst in Nederland. Mijn keuze om de hele wereld over te reizen heeft uiteraard effect op haar. Maar ze wilde zelf graag hier naar school. In Kaapstad reed ik haar uit veiligheid altijd met de auto overal naartoe, nu stapt ze zo op de fiets en hoor ik wel waar ze is. Dat vind ik heel gezond.”

RUIKEN – De geuren uit mijn jeugd blijf ik najagen

“De geuren die ik me herinner als kind, kunnen mij nog steeds gelukkig maken. Omdat mijn vader leraar Frans is, gingen we uiteraard altijd naar Frankrijk op vakantie. De geuren van eucalyptus en dennenbomen blijf ik mijn hele leven najagen. Die staan voor een gelukkig, onbezorgd en veilig gevoel. Ze kleven aan de herinnering dat ik op de achterbank van de auto van mijn ouders zit, een beetje soezend met hun stemmen op de achtergrond. Mijn ouders zijn nog steeds mijn belangrijkste klankbord, we hebben intensief contact. Ik kom nog graag in Wamel. Je kunt pas goed reizen als je een stevige thuisbasis hebt.”

PROEVEN – Wie eenmaal reist, blijft reizen

“Als kind wilde ik ook al zo ver mogelijk weg. Mijn moeder had met twee broers een transportbedrijf en ik ging graag mee als bijrijder. Hoe verder, hoe beter. Ik voel nog steeds die kick als ik ergens aankom waar ik nog nooit ben geweest. De dag dat ik in Timboektoe aankwam, was ik door het dolle heen. Het was daar levensgevaarlijk, maar ik vond het te gek. Vier dagen na mijn vertrek werd het vliegveld opgeblazen, inclusief het souvenirwinkeltje waar ik een T-shirt kocht met ‘Ik was in Timboektoe en overleefde het’.

Ik vind het gezond om van tijd tot tijd even niet in deze maatschappij te zitten, maar juist met ellende en armoede te worden geconfronteerd. Al is het net zo ­gezond om daarna te kunnen zeggen: ‘Weet je wat? Ik ga weer naar huis.’ Sommige correspondenten vergroeien met hun standplaats, ik niet. Ik wil nooit ergens blijven. Wie eenmaal aan reizen heeft geproefd, blijft reizen.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden