ColumnKelli van der Waals
Black Friday was op de socials ook een inventarisatie van hoe we tegenover hyperconsumentisme staan
Vandaag is het Cyber Monday. Een dag vol online koopaanbiedingen die het einde markeert van wat we Black Week noemen, een week die is voortgekomen uit de groteske oprekking van Black Friday, de inmiddels beroemde dag waarop grote en ogenschijnlijk grote kortingen onze collectieve kooplust moeten aanwakkeren.
We hebben deze ‘traditie’ te danken aan het Amerikaanse Thanksgiving-feest, dat elke laatste donderdag van november plaatsvindt en in de VS het laatste grote feest is voor kerst. In de jaren twintig (de vorige) wees de Amerikaanse detailhandel de dag na Thanksgiving aan als startschot voor het kerstshoppen, om zo de koopperiode in aanloop naar de feestdagen te maximaliseren. Hoe vroeger mensen hun portemonnee tevoorschijn haalden, hoe meer ze zouden kopen, was de gedachte. Na een decennium of vier werkte de dag als beoogd en zag Philadelphia zwart van de winkelgaande mensen en hun uitlaatgassen – zo kreeg het zijn naam.
Daarna groeide het uit tot het onpasselijke consumentenfestijn dat we kennen van de filmpjes, waarin drommen mensen elkaar onder de voet lopen en bevechten voor een afgeprijsde barbiepop. Ondertussen is de begintijd steeds vervroegd, van vrijdagochtend naar middernacht, naar de avond van het Thanksgiving-diner.
Spullen waar je nooit aan dacht, maar wel wilde hebben
En nu is er dus een hele Black Week, ook in Nederland, en was het de afgelopen dagen scrollen, zappen en mailen tussen de Black Friday-advertenties door. Het gaf mij het gevoel van bladeren door het Intertoys-Sinterklaasboek dat we vroeger in de bus kregen: eenzelfde overweldigende introductie van spullen waar je nooit aan had gedacht, en die je (destijds) eigenlijk wel wilde hebben, of (nu) kwalijk neemt dat ze zich je gedachten binnen hebben gewerkt. ‘Tot 30% korting.’ ‘Give one, get one free.’ ‘Tot -50%.’ ‘Black Friday offer.’ ‘5 weken gratis plus een sporttas.’ ‘Aanbieding claimen.’ ‘Meer informatie.’ ‘Koop nu.’ ‘Registreer.’ ‘Naar website.’
Tegelijk bood Black Friday, tussen al die advertenties door, een inventarisatie van hoe we als burger-consumenten eigenlijk tegenover dit hyperconsumentisme staan, anno 2022. Meermaals zag ik een bekend citaat uit de film Fight Club voorbijkomen dat in de meeste minimalisme-boeken ook wordt opgelepeld: ‘Advertising has us chasing cars and clothes, working jobs we hate so we can buy shit we don’t need.’ En een herinnering van de twintigjarige (!) VN-adviseur Sophia Kianni dat ‘fast fashion-merken ons verslaafd hebben gemaakt aan een compleet onverantwoordelijk consumptieniveau’.
Ook werd gesproken over Green Friday, een soort tegenbeweging met nadruk op de concrete milieugevolgen van impulsaankopen. Een glansrol daarbij voor Dille en Kamille. Al hun hebbedingetje-voor-thuis-winkels waren vrijdag dicht, ook de webwinkel. Op de socials circuleerden plaatjes van afgeplakte ramen. De medewerkers zaten niet daarachter in alle rust te genieten van Dille en Kamille-producten, maar waren de natuur aan het helpen in de Schoorlse Duinen en De Groote Peel.
Dubbele moraal
Lovenswaardig, al werd de keten ook beticht van een dubbele moraal. De actie zou immers dienen als reclame voor Dille en Kamille-dingen. Maar toch: de winkels gingen echt dicht voor een boodschap die niet één-op-één het winstbelang dient. Een hele dag, waarop de winkel niet kon doen waar het juist zo in uitblinkt: op overweldigende wijze spullen aanbieden waar je nooit aan had gedacht, en die je eigenlijk wel wilt hebben. Want ook in 2022 zijn wij burger-consumenten daar ontzettend gevoelig voor.
Swipen & klikken - Kelli van der Waals bespreekt opvallende trends en discussies in online media. Eerdere columns vind je hier.