InterviewKoen Hilberdink
Biograaf schrijft psychiater Piet Kuiper postuum uit de kast
De biografie Strijd om de ziel over psychiater Piet Kuiper geeft een ontluisterend beeld van zijn worsteling met het leven. Biograaf Koen Hilberdink: ‘Ik ben geen zedenmeester, seks is een deel van iemands leven’.
Het is een biografie die je zo nu en dan de adem beneemt. Biograaf Koen Hilberdink dook in het leven van psychiater P.C. Kuiper (1919-2002): hij las zijn dagboeken, brieven – ook die Kuiper nooit verstuurde – sprak met betrokkenen en kwam tot opmerkelijke bevindingen. Voor wie het nog weet, of nog niet weet: in 1988 werd Piet Kuiper bekend met zijn boek Ver Heen, een verslag van zijn psychotische depressie.
De psychiater die zelf knettergek was geworden, zoals hij zelf zei. Hij knapte weer op, door pillen die Kuiper artsen juist afraadde te geven bij een depressie. Het boek bleek een troost voor mensen of hun naasten die er ook mee kampten. Het werd een bestseller, zeker na zijn kleurrijke optreden in het boekenprogramma van Adriaan van Dis.
Een levenslange innerlijke strijd
In Ver Heen was Kuiper open over zijn depressie en wanhoop, maar niet over zijn levenslange innerlijke strijd met zijn homoseksuele gevoelens. De biografie Strijd om de ziel is een verhaal van een worsteling. Van de markante Kuiper met zichzelf, met zijn homoseksualiteit en met de strenge normen en waarden van zijn moeder en de Gereformeerde Bond uit zijn jeugd.
Er moest veel geheim blijven. Terwijl Kuiper in zijn psychoanalyses volledige openheid eiste van patiënten, bleef hijzelf een gesloten boek. Erger: hij schreef als prominente Nederlandse psychiater een belangrijk studieboek, Neurosenleer, waarin hij homoseksualiteit als een afwijking, een neurose betitelde. Massa’s Nederlandse artsen-in-de-dop leerden van hem dus wat normaal was en wat niet, terwijl Kuiper naast zijn huwelijk zelf ‘het perverse’ praktiseerde.
“Het is voor een biograaf heel fijn om zo’n huwelijk op microniveau uit de doeken te doen”, vertelt Hilberdink (65) aan zijn eettafel thuis in Amsterdam, dezelfde tafel waaraan hij alle dagboeken en brieven van Kuiper heeft bestudeerd. Een enorme klus, want de dagboeken waren losse handgeschreven schriften en uitgetikte vellen die vaak niet gedateerd waren. “Ik heb dat met veel respect gedaan”, zegt Hilberdink, “ik heb rekening gehouden met betrokkenen die nog leven”.
Geen oordeel, alleen observatie
Het is zijn vierde biografie. Eerder portretteerde hij het leven van de dichters Paul Rodenko en Hans Lodeizen, en dat van uitgever Johan Polak. Ook nu bij Kuiper was zijn devies: ik heb geen oordeel, ik observeer, ik blijf een buitenstaander. “Ik kan er als mens verdrietig van worden, zoals over wat hij in dat leerboek zegt over homoseksualiteit, maar ik wil die afstand houden. Bij Polak was ik wel echt geraakt, vooral omdat hij als Joodse jongen op de transportlijst stond naar Westerbork.”
Bij een lezing die Hilberdink hield over zijn biografie over Lodeizen kreeg hij kritiek van een vrouw in het publiek omdat hij het alleen maar had over de relatie tussen Hans en diens vader Guus Lodeizen.
“‘Je vergeet de vrouwen in zijn leven’, zei ze. Ze had gelijk. Nu bij Kuiper heb ik me wel gerevancheerd, ik heb bewust veel aandacht besteed aan Kuipers echtgenote Noortje Miskotte, dochter van de bekende theoloog Heiko Miskotte. En aan de vrouwen met wie hij ook een relatie had.
“Kuiper had invloed en aanzien en reisde van hot naar her, hij zag veel mensen, maar Noortje niet. Verdraag me maar, zei hij tegen haar, terwijl zij met hun dochtertje thuis in Groningen met de hond wandelde en grammofoonplaten zat te luisteren.”
Een biografie over gender, diversiteit
Het geworstel van Kuiper sluit goed aan bij de thema’s van deze tijd, vindt Hilberdink. “In mijn biografie gaat het over gender, diversiteit, en wat mannelijk en wat vrouwelijk is. Ja wat is dat eigenlijk? Mensen delen anderen het liefst in hokjes in, maar alle mensen hebben mannelijke en vrouwelijke kanten.
“Kuiper had als jongetje al iets vrouwelijks, wat zijn moeder vreselijk vond. En zelf viel hij weer op vrouwen met mannelijke eigenschappen. Hij beschuldigde Noortje ervan dat zij frigide was, dat zij in therapie moest gaan, omdat hij niet opgewonden raakte.”
Bij zijn biografie van Lodeizen verweten lezers Hilberdink ook dat hij te veel gefocust was op Lodeizens seksuele leven, meer dan op het analyseren van diens poëzie. “Het zijn keuzes die je maakt als biograaf. Ik ga niet op de stoel van de zedenmeester zitten, seks is een deel van iemands leven. En bij Kuiper was het zeker van belang juist omdat het zo’n taboe was. Als psychoanalyticus mocht je in die tijd geen homo zijn. Een professoraat kon je ook wel vergeten.”
Hilberdink schrijft in zijn voorwoord dat zijn biografie niet bedoeld is als een postume coming-out, maar dat is het boek natuurlijk wel. Hilberdink: “Ik denk dat veel homo’s die wisten van zijn contacten met mannen nu denken: zie je wel. Het was frustrerend, want hij praktiseerde iets wat haaks stond op wat hij in zijn leerboeken voor aanstaande artsen schreef: homoseksualiteit is een afwijking.
“Daar heeft hij anderen mee tekortgedaan, maar ook zeker zichzelf. Hij heeft er mede voor gezorgd dat veel jongens door hun dominee of huisarts naar een psychiater werden gestuurd voor wat nu conversietherapie heet.”
Zijn ijdelheid was groot
Had Hilberdink er geen moeite mee om heel intieme informatie te gebruiken, die Kuiper na een psychoanalyse-sessie in zijn dagboek noteerde? “Dat is wel een ethisch ding. Maar hij ging ervan uit dat zijn dagboeken ooit gepubliceerd zouden worden, dus dat maakte het makkelijker voor mij. Zijn ijdelheid was sowieso groot. Hij was ook geïrriteerd dat de dagboeken van zijn schoonvader, de bekende Miskotte, wél gepubliceerd werden.”
Hilberdink citeert zelfs uit brieven die Kuiper nooit heeft gepost. “Ik ben er zo zorgvuldig mogelijk mee omgegaan. Ik heb ze toch nodig voor de details in het boek. Kuiper schrok dus van zichzelf toen hij sommige dingen schreef. Zoals een brief aan Vasalis, de dichteres, die hij daarin irrationeel en vrouwelijk noemt. Voorwaarde voor mij is dat het steeds iets zegt over de tijdgeest, over het vrouwbeeld in die tijd. En zeker dat van Kuiper, en van veel artsen.”
De vrouwen kregen overal de schuld van
Bij Lodeizen wilde diens familie eerst liever niet dat Hilberdink vermeldde dat hij op z’n 25ste in de cel had gezeten wegens homoseksueel contact met een man onder de 21. “Toen heb ik dat toch gedaan, en zij zagen uiteindelijk ook wel in hoe raar het zou zijn om het niet te vermelden, en dat het bizar was dat hij daar een paar maanden voor moest zitten. Voor homo’s golden andere maatstaven dan voor hetero’s, daar is het van belang voor.”
Voor de bühne heeft psychiater Piet Kuiper zijn homostandpunt veranderd. Hij moest wel. In 1981 sprak hij zijn mea culpa uit tegenover een menigte bij het COC. Maar zelf bleef hij zich schuldig voelen en vinden dat wat hij verlangde verkeerd was. “En eigenlijk was Noortje de schuld van zijn homoseksualiteit, als ze niet zo’n koele was geweest, dan was het wel anders gelopen. Dat is toch wat. Het waren bij hem toch de vrouwen die overal de schuld van kregen.”
Kuiper wekt in deze biografie niet echt sympathie op, maar zijn biograaf zegt één ding heel goed van hem te begrijpen. “Dat hij groots en meeslepend wilde leven. Dat wilde ik als jochie ook. Hij wilde aanzien, en dat had hij, maar dat narcisme en arrogante was iets naars. Hij was slim, had het ten goede kunnen veranderen.
“Maar misschien kan dat ook niet, daar heb ik niet genoeg medische kennis voor. Ik denk dat het een combinatie was van aanleg en opvoeding. Hij is wel gebroken in zijn jeugd, hij mocht niet lachen thuis en van muziek en films genieten. Hij heeft het leven niet geleerd van zijn ouders.”
Na zijn vier biografieën zegt Hilberdink ‘het wel een beetje te hebben gehad met de tobberigheid van homomannen als Kuiper en Polak’ en hun bejegening van mannen en vrouwen. Tijd voor een vrouw, als nieuw project? “Misschien, ik lees nu Alma’s dochters van Jutta Chorus. Zij stelt de talentvolle vrouwen centraal ten opzichte van belangrijke mannen. Ze haalt ze uit de schaduw. Interessant.”
Koen Hilberdink: Strijd om de ziel. Het leven van P.C. Kuiper (1919-2002) in de psychiatrie, uitgeverij Van Oorschot, € 32,50
Lees ook:
Markant psychiater wilde de gekte begrijpen
In zijn laatste levensdagen heeft zijn kwelgeest hem weer bezocht. Zaterdag 9 februari overleed hij, prof. dr. P.C. Kuiper, 82 jaar oud - na ‘een vreselijke oude dag’, zoals de minstens zo beroemde psychiater en leeftijdgenoot A. van Dantzig het uitdrukt. De dood redde hem uit de klauwen van de depressie.
Terug naar Veldwijk, het landgoed van mijn jeugd, dat van psychiatrische inrichting in een woonwijk verandert
Wie Ermelo zei, zei Veldwijk. Dorp en inrichting waren verweven. Het halve dorp werkte er, winkeliers leverden er hun spullen. Trouw-redacteur Ally Smid groeide er op en ziet nu hoe het landgoed waar decennialang psychiatrisch patiënten in paviljoens woonden van gedaante verandert.