Tv-columnMaaike Bos
Bevrijdend kunst kijken zonder schuldgevoel in ‘Kijken op gevoel’
In een museum lijd ik er stiekem onder: het knagende gevoel dat ik eigenlijk moet weten wie hier afgebeeld is of bij welke stroming de kunstenaar hoort. Hoe bevrijdend is het niet om zonder schuldgevoel naar kunst te kijken en puur te zien wat het met je doet.
In het nieuwe kunstprogramma Kijken op gevoel (NTR) dwarrelt de frisse kunsthistoricus, cultuurjournalist en schrijver Wieteke van Zeil in de eerste aflevering van een moderne muurschildering naar een Ferdinand Bol in de zeventiende eeuw, en van een eeuwenoud Inuit-beeldje naar popster Rihanna gekleed als de mythologische figuur Medusa. Het enige houvast dat ze heeft, is de emotie die deze week centraal staat: woede.
Het is een geniale zet om emoties als kapstok te nemen voor een reis door de kunst. Het begint zo simpel. “Soms hoor je een liedje dat exact gaat over hoe jij je voelt. Datzelfde kan kunst ook met je doen”, mijmert ze in haar voice-over. Die menselijke gevoelens hebben kunstenaars altijd en overal in beeld gebracht, dus plaveit ‘woede’ een weg door de kunstgeschiedenis heen.
Ze wijst onder anderen met striptekenaar Aimée de Jongh op gefronste wenkbrauwen, donkere ogen. En vertelt het verhaal van Medusa uit de Griekse mythologie die in veel kunst terugkomt. De jonge vrouw werd verkracht door Poseidon, god van de zee. Niet hij maar zíj werd gestraft: haar haar veranderde in slangen en ieder die haar aankeek, versteende. Zij is boos maar óók diep gekwetst en verraden. Als je vervolgens goed kijkt naar die verwrongen Medusa-koppen bij Ferdinand Bol, Caravaggio of Bernini, beroeren ze je opeens nog meer.
Opeens zie ik overal artistieke expressie in
Zo doet Van Zeil het de komende weken ook met verlangen, eenzaamheid, weerzin, wanhoop en vreugde. “Ik ga je laten kijken op gevoel”, zegt ze, alsof het niets is. Reken maar dat er veel denkwerk aan vooraf is gegaan om tot zo’n eenvoudig concept en de dubbele bodem in die titel te komen.
Woede wordt niet alleen ín kunst verbeeld, maar er ook tegen gericht. Zo kwam ze bij het fenomeen van iconoclasme – kunstvernietiging – omdat sommige werken symbool staan voor een macht die mensen kwijt wilden. De beeldenstorm in 1566, denk je dan meteen. De boeddha’s van Bamyan in Afghanistan. Zij deed er meteen weer iets interessants mee door er fotograaf Gert Jan Kocken bij te halen. Die maakt van doorkliefde schilderijen en kapot gebutste beelden nieuwe kunstwerken: foto’s die zowel de intenties van maken als vernietigen in zich bergen. Ik ben om. Dit programma zet je verwondering op een kier en opent de deur naar esthetische gevoeligheid.
Opeens zie ik overal artistieke expressie in. In het fluweelzachte postzegeltje van Wilfried de Jong ook bijvoorbeeld, elke avond tien minuutjes: Olympische dromen van AvroTros. Hij legt een topsporter met dat gestaalde lichaam in bed, ogen dicht en zwijgend. Je ziet alleen die sporter gefilmd vanuit allerlei hoeken en afstanden – doorsneden met beelden van wedstrijden – terwijl De Jong zijn dichterlijke tekst over hen uitspreekt. Bij judoka Noël van ’t End gisteren vertelde hij over zijn bijziende ogen, het overgeven voor de wedstrijd, zijn gebroken vingers. Aan het eind dekt Wilfried de slapende atleet met een laken toe. Een absurde situatie van ultieme kwetsbaarheid. Slaap zacht. Rust uit. Wij kijken met warm gevoel, én wensen jullie sterkte.
Vijf keer per week schrijven Renate van der Bas en Maaike Bos columns over televisie.