InterviewBernardine Evaristo

Bernardine Evaristo wil erkenning voor haar zwarte, Britse generatie: ‘Als wij er niet over schrijven, doet niemand het’

 Bernardine Evaristo Beeld Hollandse Hoogte
Bernardine EvaristoBeeld Hollandse Hoogte

Na 25 jaar schrijven won Bernardine Evaristo voor haar achtste roman de Booker Prize. Het nieuwe feminisme juicht ze toe. ‘Je moeder de les lezen hoort bij het opgroeien’.

Julie Phillips

Wat verklaart het succes van haar achtste boek, waarmee ze voor het eerst een groot publiek wist te bereiken? De Britse schrijfster en theatermaakster Bernardine Evaristo is altijd haar eigen weg gegaan, maar op haar zestigste heeft ze een boek geschreven dat perfect aansluit op de tijdgeest.

Evaristo legt uit: “Je hebt de tijd ervoor en erna. Voordat Meisje, vrouw, anders de Booker Prize kreeg, deed het wat mijn boeken normaal doen: het kreeg prima recensies, maar brak niet door. Op 14 oktober 2019 – ik zal het nooit vergeten – veranderde alles.” Dat ze de prijs moest delen, vond ze niet erg. Het blijft de Booker, ook al win je hem samen met Margaret Atwood.

Met de prijs als zetje in de rug, werd Meisje, vrouw, anders de zomerhit van 2020 in Engelstalige landen. En terecht: het nu in vertaling verschenen boek is een levendige, leesbare roman, een soort Elena Ferrante meets Zadie Smith, met humor. Evaristo laat de lezer kennismaken met een twaalftal Engelse vrouwen, de jongste negentien, de oudste in de negentig, die ieder op eigen manier hun plek in het leven zoeken, via werk, relaties of familiebanden.

Middelpunt van de verschillende verhalen is Amma, een toneelschrijfster van in de vijftig die, na jaren sappelen in kleine theaters, “vanuit de marges rebelse schimpschoten afvurend op de gevestigde orde”, on­verwachts en tot haar verbazing haar grote doorbraak ­beleeft.

Haar historisch drama De laatste amazone van ­Dahomey gaat in première in het National Theatre en als een Clarissa Dalloway loopt ze door Londen, plannen te maken voor de opening, waar familie en oude vrienden en vriendinnen elkaar zullen treffen.

Bernardine Evaristo (1959) groeide op in Woolwich, Londen, als vierde van acht kinderen van een katholieke Iers-Engelse moeder en een Nigeriaanse vader met Braziliaanse roots. Ze waren het enige zwarte gezin in de toen blanke volkswijk. Haar vader, lasser en Labour-gemeenteraadslid, gaf zijn kinderen niets mee over zijn achtergrond, in de hoop dat zij zich zo minder ‘anders’ zouden voelen.

Na de toneelschool begon ze een carrière als toneelschrijver en dichter. Ze schreef haar eerste romans in dichtvorm, waaronder Lara (1997, herschreven editie 2009) en The Emperor’s Babe (2001), over een zwart meisje in Romeins Londen, dat historische feiten vermengd met anachronistische details zoals toga’s met merknamen. “Het leest als een aflevering van ‘Sex and the City’ geschreven door Ovidius,” oordeelde een recensent destijds.

Evaristo is hoogleraar creative writing aan de Engelse Brunel University. Ze woont in Londen samen met haar echtgenoot, schrijver David Shannon.

Ondertussen maakt Evaristo ons deelgenoot van de ervaringen van een boerin, van een schoonmaakster en haar dochter die bankier is geworden, van een alleenstaande moeder en van een getrouwde moeder met een geheim. Ze duikt hun geschiedenis in en geeft tegelijk een caleidoscopisch beeld van multicultureel Londen. Alle personages hebben gemeen dat ze zwart zijn of zwarte voorouders hebben.

Bij het video-interview draagt Evaristo een haarband om haar lange krullen in bedwang te houden. Anders dan de felle Amma met haar hippe dreadlocks, heeft zij een meisjesachtige uitstraling. Maar er zijn ook overeenkomsten. Net als haar personage groeide Evaristo op in een groot, gemengd gezin in Zuid-Londen. Vers van de toneelschool, begin jaren tachtig, richtte ze met twee medestudenten een eigen gezelschap op, waarbij werk van zwarte vrouwen centraal stond.

Amma, een van uw hoofdpersonen, krijgt na een lange carrière in relatieve onbekendheid plot­seling succes. Is dat toeval, of probeerde u uw ­eigen succes hiermee te beïnvloeden?

Evaristo schatert. “Nee, daar dacht ik helemáál niet aan. Het blijkt wel enigszins profetisch te zijn ­geweest, maar ik had geen idee dat het met dit boek zou gebeuren.

“Ik wist wel dat het actueel was. Dat was het niet toen ik eraan begon, in 2013. Maar intussen gebeurde er van alles: Black Lives Matter, de eerste golf (vanaf 2014, red.), en ook de #MeToo-beweging. En via de sociale media zijn jonge vrouwen van kleur steeds mondiger geworden. Tegen de tijd dat het boek uitkwam, realiseerde ik me dat het helemaal paste in de tijdgeest.

Daar hou ik op zich geen rekening mee als fictieschrijver. Ik schrijf de boeken die ik wil schrijven, zonder aan verkoopcijfers te denken. Ik dacht wel: als er één boek van mij doorbreekt, dan is dit het. Maar toen gebeurde het weer niet. En daarna wel, en toen deinde het mee op de golf van wat er op dit moment in onze samenleving gebeurt.”

Onlangs schreef u over de nieuwste generatie gekleurde vrouwen die het feminisme omarmt. U wilde hen eraan herinneren dat er een eerdere zwarte vrouwenbeweging was geweest, waarvan u deel uitmaakte in de jaren tachtig.

Meisje, vrouw, anders kwam voort uit een feministische impuls: ik wilde meerdere verhalen schrijven vanuit een vrouwelijk perspectief. Maar ik wilde ook dat mijn zwarte, Britse generatie erkend werd, want ik weet dat als wij daar niet over schrijven, niemand anders dat zal doen. We waren een vrij kleine gemeenschap van zwarte vrouwen die, al in die tijd, aan de weg timmerden als feministische kunstenaars.

En toch keek de jongste generatie steeds naar ­Amerika voor hun eigen geschiedenis en hadden ze geen benul – dat bedoel ik niet negatief – van wat er in dit land was gebeurd. Dus het was voor mij echt belangrijk om die periode tot leven te brengen in fictie.”

In de jaren tachtig sloot Evaristo zich als vrijgevochten lesbische vrouw aan bij de Londense tegencultuur. Op een vrouwentheaterfestival in Amsterdam in 1982 – een geweldige ervaring, ze was 23 en bijna voor het eerst in het buitenland – kwam ze in aanraking met het zwarte Amerikaanse feminisme.

null Beeld Hollandse Hoogte
Beeld Hollandse Hoogte

“In de jaren tachtig was er nogal een scheiding ­tussen de blanke en de zwarte vrouwenbeweging. Zwarte vrouwen vormden hun eigen beweging en kunst- en theatergroepen, omdat we ons geen deel voelden van de blanke middenklassebeweging. En zij waren zeker niet in ons geïnteresseerd.”

Is de huidige feministische golf inclusiever?

“Absoluut! Zeker bij jongere vrouwen. Zij zijn op­gegroeid met sociale media, dus ze communiceren ­constant met elkaar en voor hen is het heel gemakkelijk om op die manier hun ideologie over de dragen en te ­ontwikkelen en steun van elkaar te krijgen.”

De jonge mensen in uw boek zijn erg zelfver­zekerd, aanmatigend zelfs. Wat vindt u van deze nieuwe generatie?

“Ik mag ze juist wel. Ik ben geen moeder, maar ik heb veel jonge vrouwen in mijn leven. Vrouwen die ik heb zien opgroeien in mijn familie en vooral de kinderen van mijn vrienden en mijn peetdochters. Ik hou van de energie en de humor van veel jonge mensen die ik ken. Hun emancipatie is zo vanzelfsprekend, waar onze generatie die nog moest bevechten.

Of het nu Yazz is, Amma’s dochter, een van mijn lievelingspersonages, die bevoorrecht is en slim en een geweldige carrière tegemoet gaat, of Carole, die haar ziel aan het bedrijfsleven heeft verkocht en materieel erg succesvol is, of Morgan, die non-binair is en de genderkwestie belichaamt die ik fascinerend vind. Ik probeer al mijn personages tot leven te brengen.

Ik vind het niet interessant om over slachtoffers te schrijven. Ik moet personages creëren die keuzevrijheid en een zekere macht hebben.”

Ook al gebruiken ze dat om hun eigen moeder de les te lezen, zoals Yazz dat doet?

“Ach, dat hoort toch bij het opgroeien?”

Vrienden uit de jaren tachtig herinneren zich haar als een vredestichter, ‘de Kofi Annan van de groep’. Zelf spreekt ze dat tegen: “Ik zie mezelf toch een beetje als een onruststoker,” zegt ze opgewekt.

In Meisje, vrouw, anders kijkt ze geamuseerd, maar ook met gemengde gevoelens, naar jonge mensen met hun gepassioneerdheid en hun blinde vlekken. Als deze politiek correcte hemelbestormers in botsing komen met de praktische ervaringen en overlevingsstrategieën van de oudere generatie, levert dat komische en aandoenlijke scènes op.

U lijkt begrip te hebben voor al uw personages, ook al stellen ze elkaar soms teleur.

Verheugd zegt ze: “Ja. Misschien zie ik twee kanten van elk verhaal. Wanneer je personages bedenkt en ze met mededogen beschrijft en probeert te begrijpen wat hen beweegt, komt dat hopelijk tot uiting in de tekst. Het is erg belangrijk voor mij als schrijver om mijn personages niet te veroordelen, om ze te laten ademen en te laten zijn wie ze zijn.”

Naarmate het verhaal vordert, gaat u steeds dieper in op moeder-dochterrelaties en de familiegeschiedenis van de personages. Was dat vanaf het begin het doel?

“Ik ben mijn hele volwassen leven al geïnteresseerd geweest in geschiedenis, familiegeschiedenis, zwarte geschiedenis. Ik groeide op in een gemengd gezin, maar mijn vader deed niets met zijn Nigeriaanse achtergrond, en toen ik daar meer over begon te ontdekken, realiseerde ik me wat ik had gemist toen ik opgroeide.

Ik raakte politiek betrokken, nou ja, dat was ik al omdat mijn ouders socialisten waren. Maar in mijn late tienerjaren raakte ik betrokken bij de zwarte vrouwenbeweging en toen ging ik op zoek naar een cultuur waarmee ik me als zwarte vrouw kon identificeren. ­Net als anderen van mijn generatie ging ik kijken naar waar mijn ouders vandaan kwamen.

Een van mijn boeken, Lara, is een gefictionaliseerde versie van mijn familiegeschiedenis. Het beslaat honderdvijftig jaar en zeven generaties, waarbij ik alle verschillende draden van mijn eigen culturele achtergrond probeerde te ontwarren: Iers en Duits, Braziliaans, Nigeriaans en Engels, van alles. Scandinavisch ook, bleek uit een DNA-test, dat komt in Engeland vaker voor.”

Ook in Nederland wordt steeds meer gekeken naar de zwarte mensen die hier kwamen vanaf de 17de eeuw, hun levensloop en hun geschiedenis.

“Er is altijd al kruisbestuiving geweest. Het werd ­alleen oninteressant gevonden door de mensen die de geschiedenis optekenden. Rond de 3de eeuw na Christus bivakkeerde er een Moors legioen in Noord-Engeland. Mijn boek The Emperor’s Babe gaat daarover.

Elk ­Europees land heeft een onbekende geschiedenis van gekleurde mensen die kwamen en gingen. Door dat uit te diepen in het boek wilde ik het idee van sommige ­mensen aanvechten dat hun geschiedenis monocultureel en blank is, terwijl dat duidelijk niet het enige is.”

En zonder iets te verklappen over het einde van Meisje, vrouw, anders, ik ben erg geïnteresseerd in de ­culturele invloeden die de Engelsen hebben gemaakt tot wie we zijn, teruggaand tot de Romeinen en nog ­verder. Er zijn in de loop van de eeuwen meerdere ­golven ­geweest van groepen gekleurde mensen die naar Groot-Brittannië kwamen. Hoe is het die mensen ­vergaan?”

null Beeld

Bernardine Evaristo
Meisje, vrouw, anders
Vert. Lette Vos. De Geus; 496 blz. € 22,50

Lees ook:

Margaret Atwood en Bernardine Evaristo delen de Booker Prize

Schrijfsters Margaret Atwood en Bernardine Evaristo hebben samen de Booker Prize 2019 gewonnen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden