Review

'Ben ik emotioneel? Nee, ik ben gepassioneerd'

Edna O'Brien: 'Huis van volmaakte eenzaamheid' (House of splendid solation), Nederlandse vertaling Anneke van Huisseling. Uitg. De Bezige Bij Orlando, Amsterdam. 232 blz., ¿ 39,50.

JET KUNKELER

Ofschoon wonend in Engeland,is Edna O'Brien altijd een Ierse gebleven. 'Technisch gesproken' is ze gevestigd in Engeland, waarheen ze na haar huwelijk verhuisde, maar haar wortels liggen in Ierland, waar ze in 1932 werd geboren en nog vaak heen gaat. Dat blijkt duidelijk uit haar boeken en zeker ook uit de hartstochtelijke manier waarop ze praat over de Ierse kwestie, die de achtergrond vormt van haar nieuwe boek, 'House of splendid isolation' ('Huis van volmaakte eenzaamheid').

Tussen haar debuutroman, 'The Country Girls' en haar laatste boek liggen 35 jaar. Wie dat eerste boek, onderdeel van een trilogie, nog eens overleest, wordt getroffen door het grote verschil in stijl en karakter met haar jongste werk. 'House of splendid isolation' is, vindt ze ook zelf, een veel gecompliceerder boek dan haar meer conventioneel gecomponeerde eersteling, veel sterker ook een mengeling van persoonlijke en politiek elementen, is filosofischer, ernstiger.

Het heeft een “stoutmoediger” stijl: “Ik bewonder romanschrijvers als Dickens, Thackeray, Tolstoj, van wie we veel hebben geleerd en van wie we nog elke dag leren. Maar mensen van nu weten veel meer, door tv, door film en leiden een veel jachtiger bestaan. Dat betekent dat een schrijver selectiever moet zijn, minder details hoeft te vermelden. Daarmee pleit ik niet voor een jachtig soort proza, het moet perfect blijven, maar ik vind wel dat een schrijver, zoals een filmmaker, veel moet wegsnijden. Dat heb ik dan ook met dit boek gedaan.”

Het boek maakt het de lezer, althans in het begin, niet gemakkelijk. In korte, elkaar abrupt opvolgende scènes, switchend van heden naar verleden, wordt de ene na de andere figuur ten tonele gevoerd. Sommigen bljken later een essentiële rol in het verhaal te spelen - de terrorist, de vrouw in wier huis hij zijn toevlucht zoekt, de politieman -, anderen blijken geruisloos van het toneel verdwenen. Tussen de nog vrij jonge terrorist en de door hem gegijzelde oudere vrouw, een weduwe, eenzaam levend in haar grote vervallen huis, ontstaat een band die ertoe leidt dat de vrouw hem niet bij de politie aangeeft, ofschoon ze daar zeker de kans toe krijgt. Ze verwijt hem dat hij mensen heeft gedood, heeft verminkt, maar ze verraadt hem niet.

Het is geen politiek boek, waarin duidelijk wordt gekozen voor de ene dan wel de andere partij in de jarenlange strijd om Noord-Ierland. “Het gaat over emoties tegen een politieke achtergrond. Ieder politiek conflict, of het nu Belgrado of Belfast betreft, heeft zowel emotionele als politieke aspecten.”

Ze beantwoordt met een nadrukkelijk 'ja absoluut' de vraag of ze zich betrokken voelt bij wat zich in Noord-Ierland afspeelt. Je kunt de schuld niet op één partij schuiven, maar vaststaat dat “de katholieke bevolking van Noord-Ierland heel slecht, onwaardig, is behandeld door Engeland. Ze heeft dat lange tijd verdragen, maar uiteindelijk kwam het tot een uitbarsting. Er wordt ten onrechte beweerd dat Ierland in 1922 volgens de wil van de meerderheid in tweeën werd gedeeld.”

De protestantse unionistische leiders hebben zich volgens haar 'ingegraven' in hun loopgraven, terwijl zowel vele protestanten als katholieken op het hele Ierse eiland in vrede zouden kunnen en willen samenleven. Maar daarvoor is 'big thinking' nodig, of iemand als De Klerk in Zuid-Afrika, die op een gegeven moment heeft gezegd: kijk, we vinden het misschien niet prettig, maar dit is de toekomst. “Op de muren in Ulster staat het motto No surrender. Maar het leven behelst juist een voortdurende overgave, uitademen is al een overgave. Ben ik emotioneel? Nee, dat woord gebruik ik liever niet, want daarmee wordt vaak onhelderheid bedoeld en ik heb hier een heel helder standpunt over. Ik ben gepassioneerd.”

Edna O'Brien is van katholieke origine, opgevoed als een “zeer vroom en angstig katholiek”. De gedachte dat “God ons zal straffen” is ze, zegt ze half lachend, half in ernst, nooit helemaal kwijtgeraakt. Haar moeder was diep, “bijna middeleeuws”, religieus. Zelf gelooft ze in “een God”, en beschouwt ze zich als een “spiritueel persoon”. Ze verwerpt de opvattingen van het Ierse rooms-katholieke episcopaat over scheiding en abortus: “Die zijn werkelijk afschuwelijk.”

Evenals Caithleen uit 'The Country Girls' heeft ze op een door nonnen geleide school gezeten, tachtig meisjes, veertien nonnen, in een gebouw dat leek op een stenen vesting. De enige man die ze zagen, was de priester die er de mis opdroeg en die, in zijn mooie gewaden en omgeven door brandende kaarsen, een mengeling van een hemelse en aardse God leek. Een onnatuurlijke, ongezonde gemeenschap, vindt ze. Wandelend langs het meer, door het nabijgelegen stadje, voelde ze zich een balling in haar eigen land.

“Je zag mensen een boekwinkel binnengaan, je zag ze fietsen, je zag vrouwen op hoge hakken, en je had het idee dat dit een leven was waaraan jij nooit deel zou hebben. In Ierland liggen mijn wortels, mijn inspiratie komt er vandaan, soms mijn irritatie, ik bemin het, en soms ook niet, maar of ik nu daar woon of ergens anders, ik voel me af en toe een balling. Ik denk dat dat voor de meeste schrijvers geldt, waar ze ook wonen. De noodzaak, de drang om te schrijven, komt voort uit het gevoel een buitenstaander te zijn en uit het verlangen de woorden te vinden die het leven betekenis, glans, kleur, diepte geven.”

Ook 'Huis van volmaakte eenzaamheid' (waarvoor ze sprak met guerrillastrijders in de gevangenis) bevat min of meer autobiografische elementen. Een heel concreet voorbeeld daarvan is het 'dagboek van een soldaat' uit 1921: dat is afkomstig van haar oom, die werd gedood in de Ierse vrijheidsstrijd van toen. In Josie, een van de twee hoofdfiguren, zit iets van haar moeder, maar meer eigenlijk van haar “moeders moeders, van een soort matrix, een Ierse oermoeder. In Josie zit een deel van mij, maar dat geldt ook voor de mannelijke hoofdfiguur. Je kunt geen karakter beschrijven zonder dat je een paar elementen daarvan in jezelf hebt. De karakters in een boek vormen een amalgaam van mensen die je kent en die je niet kent. Ik geloof er heilig in dat onze voorouders, die we niet kennen, heel sterk in ons aanwezig zijn, van invloed zijn op onze gevoelens, op onze keuze voor bepaalde bloemen, voor de kleur van de lucht, voor de mannen of vrouwen op wie we verliefd worden, dat ze aanwezig zijn in de gebeden die we zeggen.”

Josie bekoopt haar zwijgzaamheid jegens de politie tenslotte met de dood. Van feministische zijde is Edna O'Brien wel eens verweten dat het met de vrouwen in haar boeken vaak slecht afloopt, dat ze in de steek worden gelaten, eenzaam zijn. Ze heeft zeker waardering voor het feminisme, maar “niemand, feminist of masculinist, mag mij opleggen wat ik moet schrijven”. En: “De meeste mensen die nadenken zijn eenzaam, of het nu mannen of vrouwen betreft. En ja, ik heb inderdaad verhalen geschreven waarin mannen de vrouwen die hen beminnen, verlieten. Dat heeft Flaubert ook gedaan, Tolstoj ook. En die zijn er niet om bekritiseerd. Mij gaat het erom dat wat je schrijft emotioneel en artistiek integer is. Je moet oprecht zijn, trouw aan je innerlijke stem. Niemand buiten mij kan mij, of welke schrijver ook, vertellen wat die innerlijke stem zegt.”

En een tikkeltje spottend, een tikkeltje dreigend, kondigt ze aan dat haar volgende boek, dat 'Down by the river' zal heten en natuurlijk in Ierland speelt, diezelfde motieven zal bevatten: “the old dark themes”.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden