Tv-columnMaaike Bos
André Kuipers laat je voelen dat er geen tweede aarde is
In 1968 ging de Apollo 8 als eerste bemande ruimteschip naar de maan in plaats van de ‘gebruikelijke’ rondjes om de aarde te maken. De verre, blauwe bol maakte een immense indruk op de astronauten. “Ze zochten de maan, maar ontdekten de aarde”, citeert astronaut André Kuipers hen.
Het besef van die blauwe bol is het uitgangspunt van Kuipers’ nieuwste documentaireserie Ruimteschip aarde (KRO-NCRV). Inderdaad, stel je voor dat je die bol werkelijk voor het eerst ziet. Wij nemen beelden ervan al voor lief, net als de satellietbeelden van woestijnen en oceanen, verlichte steden en besneeuwde bergtoppen. Nu Kuipers vertelt over zijn blik op de aarde en zijn ervaringen bij zijn ruimtevlucht in 2012, krijgt het verhaal diepte.
Verdeeld over de afleveringen zie je op fantastische filmpjes uit 2012 hoe hij zweeft, slaapt en eet. Hoe hij zijn gezicht wast met een waterbel die aan zijn huid blijft plakken. Zich verwondert over de overgang van dag naar nacht, die hij zestien keer per etmaal gadeslaat vanuit het snel om de aarde cirkelende ruimtestation. Of zich vergaapt aan het noorder- en zuiderlicht, en de bliksem die elke nacht wel ergens flitst. Via adembenemende ruimtefilmbeelden kijken wij mee.
Nederland schittert de kosmos in
In één adem door zien we ook wat de mens met het oppervlak doet. Gele strepen ontbossing in het Amazonegebied. Nachtelijk verlichte continenten als met gouddraad bespannen. Het druk verlichte Nederland schittert de kosmos in met zijn kassen en dichtbevolkte gebieden. Mooi, maar griezelig schadelijk voor alle nachtvlinders, reeën en andere wezens (mensen!) die zijn ingesteld op duisternis.
Als Kuipers dan wijst naar de aardbol als ‘een ruimteschip met beperkte voorraden’ waarop wij door het heelal zweven, gaat er bij mij wel een belletje rinkelen. Die glimmende blauwe knikker zweeft daar, met alle mensen van wie we houden en alle prachtige natuur erop, en er is geen tweede knikker in de buurt.
“Dat overview-effect hebben veel astronauten”, vertelt Kuipers. Met deze serie maakt hij dat perspectief voor iedereen invoelbaar op tv. Bijna een miljoen kijkers konden de lokroep van de ruimte niet weerstaan.
Moeilijk te nemen horde
Hoe vertel je dan vervolgens een verhaal dat de hele wereld omvat én een Nederlands haakje heeft? Dat bleek een moeilijk te nemen horde, ook al hadden de makers de fijne stem van Kim van Kooten (Missie Aarde; 2016) gestrikt voor verbindende teksten, en vertelden natuurexperts interessant over hun vakgebied.
Aflevering één woensdag (Verlicht Nederland) dook pijlsnel van de ruimte naar Nederland en de groeiende lichtvervuiling. Ik moest de andere afleveringen erbij pakken om dat subonderwerp weer in aarde-perspectief te zien: deze ging over dag-nacht, de volgende over water, andere gaan over de flora en fauna, de lucht of over wat zich onder de aardkorst afspeelt. Iets te vlug schakelde het verhaal van zeevonk naar Nederlandse vuurtorens (‘licht als communicatiemiddel’) naar sterren met lichtsnelheid naar albinisme. Overal dook het verhaal even in, maar het was te weinig én te veel. Bij zo’n breed onderwerp moet je scherper kiezen.
Dat accepterend kun je deze serie bekijken als bron van grandioze beelden, en laat je misschien gewoon het verhaal over je heen spoelen als de kakofonie die de wereld zelf is; het waard om te beschermen.
Vijf keer per week schrijven Maaike Bos en Renate van der Bas columns over televisie.