SerieAgent Elvis
Als stripfiguur maakt Elvis knotsgekke avonturen mee
In een tekenfilm kan alles, ook de geschiedenis herschrijven.
Noem het een kleine Elvis-revival; in filmland staat de King of Rock ‘n’ Roll in ieder geval weer volop in de belangstelling. Na Elvis, een grootscheepse bioscoopfilm waarin we Elvis Presley in de jaren vijftig zagen uitgroeien tot de grootste rockster ter wereld, is er met Agent Elvis een bizarre aanvulling op zijn levensverhaal.
Het gaat om een animatieserie voor volwassenen, getekend in de energieke, hoekige stijl die we kennen van oude stripboeken. Elvis is uitgedost met een grote zwarte kuif en bakkebaarden tot de kin, geheel volgens de mode van de late jaren zestig. Het verhaal begint om precies te zijn in 1968, het jaar waarin Elvis zijn comeback maakt. In een televisieshow zingt hij voor het eerst sinds lange tijd weer live, gehuld in strak zwart leer. Maar meer dan om zijn muzikale kunsten gaat het in de serie om de zotte avonturen die hij buiten de schijnwerpers beleeft.
Elvis was in het echte leven dol op stripboeken en superhelden, hij had vooral een fascinatie voor de Amerikaanse superheld Captain Marvel Jr. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Elvis zich met zijn flitsende jumpsuits en minicapes liet inspireren door de kledingstijl van zijn stripheld. De makers van Agent Elvis weten dit maar al te goed, sterker, ze gunnen Elvis een avontuur als superheld.
Geheime spionnenclub van de regering
Zo blijkt Elvis op een dodenlijst te staan, en wordt hij prompt gerekruteerd door een geheime spionnenclub van de Amerikaanse regering, om de duistere krachten te bestrijden die het land bedreigen. Elvis doet dat onder meer in gezelschap van een cocaïne snuivende chimpansee, Scatter, en dat is geen verzinsel. Elvis, die de stem heeft gekregen van Hollywoodacteur Matthew McConaughey, had in de jaren zestig daadwerkelijk een aap als huisdier.
De serie rijgt het ene mesjokke avontuur aan het andere. Tussen zijn optredens door neemt Elvis sekteleider en seriemoordenaar Charles Manson te grazen. Het is een fantasie die doet denken aan Quentin Tarantino’s Once Upon a Time… in Hollywood, waarin de sixties eveneens werden herschreven. De makers die bij de totstandkoming van de animatieserie nauw samenwerkten met Elvis’ toenmalige echtgenote Priscilla Presley (77), gaan vrolijk aan de haal met de geschiedenis.
Zo maken ze van de ontmoeting tussen Elvis en president Richard Nixon, die in 1970 daadwerkelijk plaatsvond, een knotsgekke gebeurtenis. Elvis houdt Nixon op het Witte Huis aan de praat, zodat zijn kompels een document kunnen stelen. In de serie neemt niemand een blad voor de mond, er is heel wat vuilspuiterij. Nixon betuigt zich een regelrechte racist. En als er tussen alle Elvis-songs een liedje van The Doors klinkt, meent Elvis vooral psychedelische drugs-shit te horen. Zelf krijgt hij tijdens een missie naar het kantoor van de Black Panthers in Algerije ook kritiek. Hij wordt in zijn eigen verhaal te kijk gezet als de witte muzikant die steelt van de zwarte muziekcultuur.
Eerste mens op de maan
Heerlijk hoe de serie geworteld is in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig, maar ook de vrijheid neemt. Tijdens een spaarzaam moment met Priscilla, thuis op zijn landgoed Graceland, hebben ze een lsd-trip en zien ze Paul McCartney opeens uit de televisie stappen. Een van de fraaiste scènes speelt zich af in een filmstudio waar regisseur Stanley Kubrick in 1969 de eerste maanlanding ensceneert. Omdat astronaut Neil Armstrong stijf staat van de coke, neemt Elvis hem waar. En zo stapt The King of Rock ‘n’ Roll uiteindelijk als eerste mens op de maan.
Belinda van de Graaf
Agent Elvis is te zien op Netflix, en telt 10 afleveringen van 30 minuten.