InterviewEmmanuel Ohene Boafo
Acteur Emmanuel Ohene Boafo smeekte zijn vader: ‘Laat me spelen’
Hoe acteur Emmanuel Ohene Boafo (28) zich ontworstelde aan zijn Ghanese vader, stiekem naar audities ging en zo een enorme lust tot spelen kreeg. En over wat dat hem opleverde: een Louis d’Or. En een verzoening.
Op zijn zeventiende barstte de bom. Zijn vader kreeg door dat hij stiekem naar een theatergroep bleef gaan om te repeteren en op te treden, dat het hem menens was. Het enige wat Emmanuel Ohene Boafo wilde was spelen, en zich daar verder in bekwamen.
Dagenlange ruzies waren het gevolg. Ze schreeuwden tegen elkaar. Er werd toen sowieso veel geschreeuwd in huis. “Ik schreeuw bijna nooit terug. Maar op dat moment kwam er van alles uit. Dat dit Mijn Leven en Mijn Beslissing was. Hij accepteerde dat natuurlijk niet. Niet als vader, en niet als de Ghanese man des huizes. Het was zijn huis, dus zijn regels.
‘Laat me spelen, laat me alsjeblieft spelen’, smeekte ik. Hij was er achter gekomen dat ik toch bleef meedoen met Jong Rast, de theatergroep, die jongeren van allerlei afkomst op het toneel vroeg. Op een dag beloofde ik maar voor de lieve vrede dat ik er echt mee zou stoppen. Ik liet het de regisseur weten, maar zij zei: ‘Dat kan niet, dan wil je het niet echt.’ Ik zat klem. Dus speelde ik door. In het geheim.”
Zijn vader zette hem aan tot de mbo-studie business studies
Op zijn zestiende deed hij mee aan het tv-programma Puberruil, waarin hij ook zei dat hij acteur wilde worden. Zijn vader zag het met moeite aan, en toen Boafo bijna klaar was met school, vmbo-kader, nam hij hem mee naar een open dag van de mbo-studie business studies. Dat zou het worden, want daarmee kon hij geld verdienen later, ‘je gaat zien dat het goed voor je is’.
“Ik begon eraan, maar was niet happy. Ik kon er wel vrienden maken, maar het voelde niet goed. Ik heb die studie op de automatische piloot gedaan en afgemaakt. Ik zag mezelf niet op een kantoor zitten, stel je voor. Ik dacht: ik eet liever droog brood en drink water, als ik maar kan spelen. Ik kon mijn hoofd niet omzetten. Ik voelde steeds meer afstand tot mijn vader, hij zag me niet echt.”
Op een dag kwam Kemna Casting kijken bij een voorstelling van Jong Rast waar Boafo aan meedeed. Kemna zocht een donkere acteur voor de hoofdrol in Exit, een film over vijf uitgeprocedeerde migranten die in de nacht werden uitgezet. Boafo mocht auditie komen doen. “Ik was zo zenuwachtig, moest verschillende emoties laten zien, maar het huilen lukte me niet. Er waren een eerste ronde en een tweede ronde. Toen ik hoorde dat ik die hoofdrol had, schreeuwde ik het uit van geluk. Ik was zo blij. En ik ging naar mijn vader om te vertellen wat ik met die rol ging verdienen. Daar was hij enigszins van onder de indruk. Het was het begin van de omslag.”
‘Juffrouw Lies zag me, het begon bij haar’
“De regisseur van Exit, Boris Paval Conen, had veel geduld met me. Ik speelde veel te groot, te heftig, en had geen idee van de camera’s. Ik leerde razendsnel. Toen won de film ook nog eens een Gouden Kalf, voor beste dramaproductie.
De film kwam op tv, en mijn ouders belden de hele familie. De Afrikanen die ik erover sprak, vonden het een goede film, omdat je erin ziet hoe er tegen ze wordt aangekeken, hoe fataal het is als je als asielzoeker niet uit je woorden kunt komen, de bureaucratie. Mijn moeder kon de film niet afkijken, een vriendin van haar had vergelijkbare dingen meegemaakt.”
Als hij er wat langer over nadenkt, weet hij dat zijn liefde voor theater al begon op de basisschool, de Mgr Bekkersschool in Amsterdam-Noord.
“Ik was een druk kind, was altijd aan het performen, kon moeilijk stilzitten, en muziekjuf Lies wist hoe ze met me om moest gaan. Zij pushte me mee te doen met talentenjachten. Ik leerde van haar voor een groep te staan en te performen. Juffrouw Lies zag me, ze geeft al haar halve leven les op die school, vijf minuten lopen van mijn ouderlijk huis, waar ik nog steeds woon. Het begon bij haar.
Laatst heb ik haar uitgenodigd op een avond van Het Nationale Theater in Den Haag, speciaal voor docenten. Ze heeft daar verteld wat voor kind ik was en waarom ze me pushte. Het was mooi.”
Wie is Emmanuel Ohene Boafo?
Emmanuel Ohene Boafo (Meppel, 1993) groeide op in Meppel en Amsterdam met zijn twee zussen die in Ghana zijn geboren. In 2018 studeerde hij af aan de Toneelacademie Maastricht. Sinds dat jaar was hij vaste acteur van Het Nationale Theater. Hij stond op de planken in o.a. De hereniging van de twee Korea’s, Cinema, De wereld volgens John en Sexual Healing. Dit seizoen speelde hij de monoloog Sea Wall en drie rollen inTrojan Wars. Begin volgend jaar is Boafo te zien in de film El Houb. In september won hij met Sea Wall de Louis d’Or, als jongste en eerste zwarte acteur. Eind november was hij op uitnodiging van de koning in Paleis Noordeinde bij een lunch met Nederlanders die zich dit jaar hadden onderscheiden door een bijzondere prestatie.
Hij kreeg veel ‘witte verhalen’ te spelen
Hoe kwam Boafo terecht bij dat Nationale Theater, een van de meest gerenommeerde theatergezelschappen van Nederland? Door na zijn mbo-studie de toneelschool te doen, die in Maastricht, en daar op te vallen. Dat lukte meteen al, met zijn kleur, tussen zijn witte medestudenten.
Aan het einde van het tweede jaar speelde hij in Van de brug af gezien van Arthur Miller, een stuk over een Italiaans migrantengezin in New York. “Dat was een van de eerste theaterstukken die me echt raakten, omdat het om een gezin ging met vergelijkbare problemen als het onze toen mijn ouders net in Nederland waren.”
Verder waren het vooral ‘witte’ verhalen die hij kreeg te spelen. En hij moest nog veel leren, heel veel leren, kritisch zijn bijvoorbeeld. Vragen stellen, wat hem nooit was geleerd.
‘Discipline staat bij mij op 1'
“Door mijn strenge vader had ik meer discipline dan mijn medestudenten. Voor zijn vlucht naar Nederland was hij militair in Ghana, hij liep daar gevaar vanwege een coup. Discipline staat bij mij op 1. Tien keer zo hard je best doen, was altijd de boodschap van thuis. Ik ging dus recht op mijn doel af, dat nekte me. Ik stelde geen vragen, kon niet kritisch zijn, het was ja en amen. Dat moest ik afleren. Ik vind het nog steeds lastig om voor mezelf op te komen. Ik ben een pleaser.”
In 2018 studeerde hij af, net nadat hij als veelbelovend jong acteertalent was onderscheiden met de Guido de Moorprijs. Ook was hij al te zien geweest in de tv-series De Maatschap en A’dam - E.V.A. Het Nationale Theater zag hem graag komen. Hij groeide er in een paar jaar uit tot een veelbelovend toneelacteur.
Niet van elk stuk werd hij even blij. Sexual Healing, twee jaar geleden, was voor hem een dieptepunt. “Ik was niet tevreden met mijn rol, die was te stereotiep. Je kon er makkelijk een zwarte, seksueel oververhitte man in zien. Ja, ik heb het aangekaart. Maar er was veel gedoe met het stuk, dus mijn bezwaar raakte ondergesneeuwd. Vrienden die kwamen kijken begrepen niet dat ik deze rol moest spelen. Blinde vlek bij witte maker.”
Een monoloog van veertig minuten
Een stuk waar hij wel wat mee kon was Sea Wall. Ook al had hij nog nooit zoiets engs gedaan: een monoloog van veertig minuten houden voor een grote zaal midden in coronatijd, in het Engels.
“Sea Wall gaat niet over kleur of ras, dat was juist zo mooi. Het gaat over een Britse fotograaf die met zijn vrouw en kind naar de Franse kust gaat, waar op een dag zijn kind omkomt door een val. Ik speel de fotograaf en vertel wat er met ons gebeurt.
Regisseur Erik Whien was geweldig. Door hem kreeg ik vertrouwen. Hij liet mij van de fotograaf een zwarte man maken. Hoe moet ik het zeggen? Ik kon mijn schwung inzetten, black American schwung, en heb kleine dingen aan de tekst veranderd.”
Hij wil internationaal doorbreken
Boafo is Het Nationale Theater enorm dankbaar voor de kans die hij kreeg om te tonen wat hij in zich had. Want vlak daarvoor had hij met enige schroom gezegd dat hij weg wilde bij het theater en aan een filmcarrière wilde beginnen. Hij wil naar Amerika. Internationaal doorbreken.
“Ze schrokken. Ze vonden het zo jammer, ik had twee gesprekken met ze. Artistiek leider Eric de Vroedt zei: Je kunt hier nog zo veel leren, ga je niet te snel? Ik zei: Eric, ik hoor je, maar mijn onderbuik zegt dat ik dit moet doen. Hij liet me weten dat ik altijd mag terugkomen als gastacteur.”
“Ik voel me sterk. Ook spiritueel moet ik in orde zijn om dit te doen. God zegt tegen me dat ik op het juiste pad ben. Ik heb veel steun aan mijn geloof. Nee, ook niet tijdens die heftige conflicten met mijn vader heb ik gedacht: ik zeg dat geloof van ons vaarwel. Ik ga nog steeds naar de kerk waar ik als kind al kwam, de pinkstergemeente in de Bijlmer, ik was er lang de drummer van de band. Vier jaar geleden ben ik er gedoopt. Elke werkdag sta ik om zes uur op om te bidden, dat is mijn vorm van meditatie. Mijn verloofde ken ik ook via de kerk. Ik voel me geborgen.”
Totaal onverwacht, begin juli, werd Boafo gebeld door de voorzitter van de Nederlandse Toneeljury: hij was genomineerd voor de Louis d’Or voor de beste mannelijke hoofdrol. Voor zijn vertolking dus van de monoloog Sea Wall. De Louis d’Or – met de Theo d’Or voor actrices – is de grootste toneelprijs van Nederland.
“Ik heb gehuild. Ik was zo blij, en dacht aan de weg die ik had afgelegd, in jaren misschien kort, maar voor mij een half leven. Vrienden zeiden: ‘Wij denken dat je hem gaat pakken, die prijs.’”
Gerda Havertong
En het gebeurde. Op 11 september. In een bomvolle zaal van de Amsterdamse schouwburg waar de spanning hoog opliep, nadat eerst de kleinere toneelprijzen waren uitgedeeld, klonk het juryrapport en toen zijn naam. De zaal juichte met hem mee.
“Ik had een speech voorbereid waarvan ik niet had verwacht dat ik die zou uitspreken. Het was een avond waarop er geschiedenis werd geschreven. Ik won de prijs ook voor al die zwarte acteurs die jaren voor mij al streden voor meer en andere rollen. Een vrouw als Gerda Havertong, ik keek altijd naar Sesamstraat, zij heeft zich altijd uitgesproken, en Jetty Mathurin. Zij leverden de strijd, ik pluk nu de vruchten.”
“Mijn vader wist niet dat ik zo bezig was met mijn roots en dat ik actief was in de black community. Ik had intussen met anderen The Need for Legacy opgericht, een stichting die theatergeschiedenis wil schrijven die inclusief is, zonder stereotyperingen. Mijn vader ziet me nu anders. Ik heb hem laatst ook bedankt dat hij naar Nederland is gekomen. Ja, het is goed gekomen.”
In zijn speech bedankte Boafo God, en zijn vader: “In Ghana heb je zoveel moeten opofferen, omdat het je missie was ons een beter leven te geven. Dan begrijp ik wel dat het lastig was om te horen dat ik wil spelen voor de rest van mijn leven. Maar uiteindelijk luisterde je en zag je mij echt. Nu zijn we hier. En ik hoop dat jij vanavond voor de spiegel staat, jezelf recht in de ogen kijkt en zegt: missie geslaagd.”
In het juichende publiek stak een Ghanese vader van in de zestig ontroerd zijn vuist omhoog.
Lees ook:
Zwarte acteurs zijn klaar met het witte theater
Buiten is het straatbeeld divers, binnen in het theater kijkt wit publiek naar witte acteurs. Maar de tijd lijkt rijp voor verandering in de theatersector, bewijst de eerste Theo d’Or voor een zwarte actrice. Gaat het snel genoeg?
Lees ook:
Acteur André Dongelmans: ‘Ik wilde wit zijn, zodat er geen verschil zou zijn tussen mij en mijn vriendjes’
Schrijver Erik Jan Harmens reist deze zomer met bekende Nederlanders en Belgen naar de plek waar ze zijn opgegroeid. Vandaag gaat hij terug naar Bergen met acteur André Dongelmans. ‘André loopt weg van huis, dat was de eerste scène die ik speelde.’