Jetske Mijnssen in het decor van Ben Baur voor ‘Anna Bolena’: ‘Is Anne Boleyn alleen maar onschuldig? Is Hendrik VIII alleen maar wreed? Operapersonages zijn zelden zwart-wit.’

InterviewOperaregisseur Jetske Mijnssen

Achter al die praal aan het hof van de Tudors ging extreme wreedheid schuil

Jetske Mijnssen in het decor van Ben Baur voor ‘Anna Bolena’: ‘Is Anne Boleyn alleen maar onschuldig? Is Hendrik VIII alleen maar wreed? Operapersonages zijn zelden zwart-wit.’Beeld Martijn Gijsbertsen

Drie opera’s met Elizabeth I als centrale figuur. Jetske Mijnssen regisseert de Tudor Trilogie van Donizetti en begint met Anna Bolena. ‘Iemands hoofd er afhakken, dat is zo wreed, niet te bevatten.’

Peter van der Lint

Jetske Mijnssen heeft dit jaar al aardig wat onthoofdingen achter de rug. Vijftien nonnen legden het hoofd onder de guillotine in Poulencs Dialogues des Carmélites, de opera die ze in februari regisseerde in Zürich. En nu moet ze alweer een hoofd op het hakblok leggen: dat van de Engelse koningin Anna Boleyn.

Mijnssen debuteert dinsdag, na een opvallend succesvolle carrière in het buitenland, eindelijk bij De Nationale Opera (DNO). En als tegemoetkoming voor dat lange wachten kreeg ze de hele zogeheten Tudor Trilogie in haar schoot geworpen. De Donizetti-opera’s Anna Bolena, Maria Stuarda en Roberto Devereux draaien rondom de familie van Hendrik VIII en zijn dochter Elizabeth I, en zullen in opeenvolgende seizoenen worden gepresenteerd.

Huiveringwekkende stilte

“Ja, die onthoofding”, mijmert Mijnssen, “het is zo’n extreem wrede dood. De wetenschap dat Boleyn, en later ook Mary Stuart en Elizabeths geliefde Devereux datzelfde lot te wachten staat, bepaalt het duistere van de stukken. Al hoef je de wrede actie zelf natuurlijk niet te laten zien. Maar de ultieme eenzaamheid van iemand die weet dat binnen luttele momenten haar hoofd er met een bijl afgehakt zal worden, die is niet te bevatten. Iets van die huiveringwekkende stilte wil ik voelbaar maken.”

Mijnssen is blij met haar driedubbele debuut. DNO is lang haar ‘huis’ geweest. Ze was er rondleider, docent en assistent-regisseur. En om nu eindelijk bij dit gezelschap als regisseur uitgedaagd te worden, vindt ze fantastisch. Het verlangen ernaar was groot. Er waren voorheen wel ideeën en gesprekken met operadirecteur Pierre Audi, maar steeds kwam er iets tussen, of klopten de agenda’s niet. Mijnssens carrière speelde zich vooral in het buitenland af. Totdat ze op een ochtend met de hond op het strand liep en de nieuwe operadirecteur Sophie de Lint, die ze kende uit Zürich, belde.

“Het zijn van die momenten die je niet gauw vergeet. ‘Kun jij je voorstellen om de Tudor Trilogie hier te regisseren?’, vroeg ze. De radertjes in mijn hoofd draaiden op topsnelheid. Ik kende Maria Stuarda, had weleens vaag wat gehoord over Anna Bolena, maar Roberto Devereux kende ik helemaal niet. Ik heb in de Komische Oper in Berlijn ooit Donizetti’s komische opera Don Pasquale gedaan, maar dat is echt niet te vergelijken met deze drie grote opera’s.”

Enorme motor

“Deze werken worden bevolkt door historische figuren, mensen die echt geleefd hebben. Dat gaat onder je huid zitten. Deze ‘echte’ mensen dringen zich meer aan je op dan fictieve figuren als Norma of Lucia di Lammermoor, om nog maar eens twee beroemde vrouwen uit het belcanto-repertoire te noemen. Nee, die historie was voor mij helemaal geen handicap, juist een enorme motor. De hele trilogie speelt zich af binnen één familie, met als centrale figuur Elizabeth I. Dat vind ik een uitermate interessant gegeven.

“Toen ik in dit onbekende repertoire dook, had ik meteen een emotioneel gevoel bij de personages. Ik wist dat ik daar wat mee zou kunnen aanvangen. Ik ben gaan lezen en reizen. De biografie Maria Stuart van Stefan Zweig bijvoorbeeld, geromantiseerd maar zo mooi. In Groot-Brittannië heb ik alle historische Tudor-plekken bezocht: Hampton Court, Windsor Castle, de Tower. En in de National Portrait Gallery in Londen hangen al die personages uit de opera’s, prachtig geschilderd, naast elkaar. Dat alles verleent een project als dit enorme charme.

“Vervolgens zit ik uiteraard niet vast aan Elizabeths historie, of die van haar moeder Anna Boleyn. Het zijn maar beelden, voedsel voor de geest en de fantasie. Daarna ga ik terug naar de libretti, de tekstboeken, en probeer ik antwoorden te vinden op de vraag: wie zijn deze mensen in deze opera’s? Mijn grote verlangen is tussen de regels van het libretto te lezen. Het licht wordt dan gefilterd, en veel gedifferentieerder. Operapersonages worden vaak zo zwart-wit voorgesteld, maar zijn dat zelden. Is Anna Boleyn alleen maar onschuldig? Is Hendrik VIII alleen maar wreed? Ik ga op zoek naar hun schaduw, hun pijn, hun onvermogen, en probeer zo de mensen achter die tot cliché verworden figuren te vinden.”

Bastaardkind

“In de drie ensceneringen vormt Elizabeth I de rode draad. In Anna Bolena gaat het over haar ouders, die in een vechtscheiding terechtkomen. Haar moeder wordt onthoofd, en zij wordt als jong kind een bastaard. Ze heeft twintig jaar gewacht om op de troon te komen, maar die slechte start heeft trauma’s veroorzaakt, wonden die zomaar opengereten kunnen worden. Zij moet zich aan dat hof zo bedreigd hebben gevoeld. Ik wilde heel graag op deze eerste avond dit kind al laten zien, ook al komt ze in Anna Bolena niet voor. Ze is hier toeschouwer bij alle gebeurtenissen.”

Met het gegeven ‘kind’ komen we dicht bij het handschrift van Mijnssen als regisseur. Heel vaak zoomt zij in haar ensceneringen in op kinderen in disfunctionele gezinnen.

Jetske Mijnssen zoomt in haar ensceneringen vaak in op kinderen in disfunctionele gezinnen.  Beeld Martijn Gijsbertsen
Jetske Mijnssen zoomt in haar ensceneringen vaak in op kinderen in disfunctionele gezinnen.Beeld Martijn Gijsbertsen

“De relatie tussen ouders en kinderen fascineert me”, zegt Mijnssen, “en raakt me. Daar waar alles nog mogelijk is, en iedereen zo kwetsbaar is. Het is een thema dat steeds bij me terugkomt. Het kind is ook zo’n mooi contrast tegen de volwassen wereld. Onschuld versus een wereld die zijn onschuld allang verloren heeft. In de wereld van Anna is alles al kapot, en is er zoveel wantrouwen. Zelfs bij haar rivale en opvolgster Jane Seymour is dat al het geval. Maar wat wil je? Hendrik VIII zegt tegen haar dat ze alleen maar van hem houdt vanwege zijn macht.

“Er zijn nogal wat vooroordelen tegen dit zogeheten belcanto-repertoire. En ik had ze zelf ook. Maar Donizetti tekent al zijn belangrijke personages psychologisch in, met veel verschillende kleuren. Niemand van hen is een karikatuur. Je hoort het in de muziek dat Hendrik VIII geen ééndimensionaal karakter is. Dat had ik niet verwacht. Ik wil de emotionaliteit voelbaar maken, mensen van vlees en bloed op het toneel zetten.”

Pracht en praal

“Onder de pracht en praal van dat hoofse hof ging een uitermate wrede wereld schuil. Er was een permanente dreiging. Je was er nooit alleen en de muren hadden oren. Iedereen is voortdurend bang, en op een gegeven moment ben jij aan de beurt. We kennen de prachtige kleding uit die tijd op al die schitterende schilderijen, maar daaronder zat dus al die wreedheid. Iets uitpraten met Hendrik VIII was er niet bij, je had meteen afgedaan. Die dreiging voel je onder het hele stuk.

“De sleutel tot de drie stukken was voor mij de biografie van Elizabeth I. Haar leven, daar wil ik het in deze trilogie over hebben. Wat ging er bijvoorbeeld om in haar hoofd en in dat van Mary Stuart? Ze dachten waarschijnlijk iedere dag aan elkaar, twintig jaar lang. Fascinerend. Ze waren nichten, ze hadden Europa met z’n tweeën kunnen beheersen, maar hun persoonlijke vete zat hen in de weg. Als je zo lang tot elkaar veroordeeld bent, wat doet dat dan met je? Dat zijn voor mij interessante vragen.

“Ik studeerde soms op alle drie de opera’s tegelijk, en soms liet ik dat weer los. Het was een fluïde proces. Donizetti heeft de opera’s nooit als trilogie bedoeld, hij had geen boodschap aan eventuele dwarsverbanden. Het decorontwerp voor de trilogie is af, met alle drie opera’s in gedachten. De stukken zijn verbonden en ook weer niet. Je hoort de ontwikkeling van Donizetti als componist. Roberto Devereux, de laatste opera, is zoveel moderner. Daarbij vergeleken is Anna Bolena nog een echt koningsdrama. Er zijn in de drie opera’s zeker herkenningspunten voor wie ze allemaal gaat zien. Maar mensen moeten ook van Roberto Devereux kunnen genieten zonder Anna Bolena of Maria Stuarda te hebben gezien.”

Anna Bolena gaat op 10 mei in première bij De Nationale Opera. Enrique Mazzola dirigeert het Nederlands Kamerorkest. Info: operaballet.nl

De Tudor Trilogie

Anna Bolena ging in première in 1830 (Milaan) en vertelt het verhaal van de ondergang van Anna Boleyn, die door Hendrik VIII ingeruild wordt voor haar hofdame Jane Seymour. Boleyn wordt van overspel beschuldigd en tot de dood veroordeeld.

Maria Stuarda volgde vijf jaar later in 1835 (ook Milaan) en gaat over de jarenlange gevangenschap van Mary Stuart, de nicht van Elizabeth I. Hoogtepunt is de fictieve ontmoeting tussen de twee Tudor-koninginnen, die Mary fataal wordt. Zij sterft op het hakblok.

Roberto Devereux ging in première in 1837 (Napels) en vertelt het verhaal van Robert Devereux, graaf van Essex, veroordeeld wegens verraad, voor wie Elizabeth I een geheime liefde koestert. Hij houdt echter van een ander en ook zijn hoofd valt onder de bijl van de beul.

Lees ook:

Daar komen de Donizetti Queens, met Marina Rebeka in de hoofdrol. ‘Het dramatische slot is slopend.’

De Tudor Trilogie van Donizetti zal eindelijk in Nederland te zien zijn. Door corona wel met vertraging, maar De Nationale Opera presenteert alvast een amuse-bouche. Met sopraan Marina Rebeka als de drie koninginnen Anna, Maria en Elisabetta.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden