De nieuwe alliantie Chip 4 moet een vuist maken tegen China. De Verenigde Staten willen met hun bondgenoten de eigen positie in de hightechketen versterken.
Computerchips zijn wel de nieuwe aardolie genoemd, hét essentiële product waar economieën op draaien en staten geopolitiek om strijden. Van auto’s tot haardrogers en van computers tot telefoons, niets werkt meer zonder de kleine halfgeleiders die alle elektronica aansturen. Ook in de defensie zijn chips van levensbelang, omdat ze in alle moderne wapensystemen zitten.
Toch gaat de vergelijking met olie niet helemaal op, zegt Peter Baltus, hoogleraar hoogfrequente elektronica aan de Technische Universiteit Eindhoven. Al was het maar omdat olie een vrij simpel product is. Het is een brandstof die door andere energiebronnen te vervangen is, iets dat voor computerchips niet geldt. “Zonder chips hebben we op termijn geen elektriciteit en geen drinkwater, en werken ziekenhuizen niet meer. Voor al onze eerste levensbehoeften zijn we ervan afhankelijk.”
Die afhankelijkheid maakt veel politici zenuwachtig, zeker in de Verenigde Staten. Want de productie van chips is alleen mogelijk dankzij een complexe internationale keten, met hoofdrollen voor China en Taiwan. China is het land waar de meeste elektronica gemaakt wordt, Taiwan is de leverancier van het overgrote deel van de kleinste, meest geavanceerde chips.
Juist die twee landen zijn met elkaar in conflict. Dat bleek begin augustus weer, toen China militair dreigend optrad na een bezoek van de Amerikaanse parlementsvoorzitter Nancy Pelosi aan Taiwan. Peking ziet het in de praktijk zelfstandige eiland als een afvallige provincie die moet terugkeren onder het centrale gezag.
De Amerikaanse president Joe Biden vindt het daarom van groot belang de positie van zijn land in de chipketen te versterken. In juli kondigde hij de Chips Act aan, een plan van 280 miljard dollar om de productie van halfgeleiders in de VS te stimuleren. Dat plan heeft een praktische reden: voor verschillende producten, zoals auto’s, zijn recentelijk al tekorten aan computerchips ontstaan, met lange wachtlijsten tot gevolg.
Grijze haren
Maar op de achtergrond speelt de geopolitiek mee. Wat gebeurt er als China besluit Taiwan gewapenderhand in te nemen, met wellicht een groot militair conflict in Oost-Azië als gevolg? “Die kwetsbaarheid bezorgt andere landen grijze haren”, zegt Baltus. “Daarom willen ze eigen productiefaciliteiten hebben, voor het geval dat er iets gebeurt dat de keten verstoort.”
Zelfs de VS zijn in de chipketen niet sterk genoeg om alleen een vuist te maken. Dat is een van de redenen achter het opzetten van Chip 4, een samenwerkingsverband tussen de VS, Japan, Zuid-Korea en Taiwan. Over de exacte datum en plaats wordt nog geheimzinnig gedaan, maar duidelijk is dat een dezer dagen de eerste bijeenkomst plaatsvindt van deze vier landen, die hun positie in de chipproductie willen versterken.
Kan dit gezelschap straks om China heen? Nee, zegt Baltus. “Niemand kan het alleen. We kunnen de productie in China niet vervangen, die is te groot.” Toch is de logica achter Chip 4 voor hem wel duidelijk. “Het gaat om je onderhandelingspositie in de keten, dat je voldoende puzzelstukjes hebt om te ruilen. Je moet zorgen dat je iets in handen hebt zodat China wel móét meespelen.”
En dat hebben de landen van de Chip 4: zij zijn samen het sterkst in het maken van de kleinste, geavanceerde chips. Naast koploper Taiwan hebben ook de VS en Zuid-Korea een vinger in de pap, met bedrijven als Intel en Samsung. Japan is onder meer sterk in het maken van geheugenchips en de kleinste sensoren voor camera’s.
Of de Chip 4-landen op één lijn komen, valt nog te bezien. In Taiwan en Japan lijken de plannen voor samenwerking wel goed te vallen. Maar in Zuid-Korea, dat zeer afhankelijk is van de handel met China, bestaan twijfels. Opvallend was al dat de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk-yeol geen tijd had om Pelosi in persoon te ontvangen, toen zij na Taiwan ook zijn land aandeed. Intussen heeft Yoon al plannen aangekondigd om samen met de industrie honderden miljarden euro’s te investeren in de chipproductie.
Niet Taiwan nadoen
Ook in Europa is het besef doorgedrongen dat een versterking van de chipindustrie niet alleen economisch, maar ook geopolitiek van groot belang is. In februari kwam de Europese Commissie met een voorstel voor investeringen in de sector ter waarde van 43 miljard euro. Waar dit geld precies naartoe gaat, moet nog nader ingevuld worden.
Baltus heeft wel een idee waar Europa zich op moet richten. “We zijn hier goed in het produceren van bijzondere chips, bijvoorbeeld voor de auto-industrie en voor communicatie, zoals in creditcards en ov-passen. Die eigen business moeten we uitbouwen, niet proberen na te doen wat Taiwan doet.” Want het opzetten van een hele nieuwe productieketen kost veel tijd en geld.
Tegelijk heeft Europa wel een grote troef achter de hand: het Nederlandse bedrijf ASML, wereldwijd marktleider in de productie van de machines waarmee computerchips gemaakt worden. “Als het gaat om machines voor de kleinste, meest geavanceerde chips, heeft ASML in feite een monopolie.”
China zou die machines ook graag willen hebben en ze nog liever zelf maken, weet Baltus. “Maar de VS willen niet dat we die aan China verkopen.” Ze namaken is nog niet zo eenvoudig, “maar misschien kunnen ze dat over een aantal jaren wel”. Om dat gevaar voor te blijven, ontwikkelt ook ASML echter steeds nieuwe technieken. Europese subsidies kunnen daarbij goed van pas komen.
Lees ook: Is 43 miljard euro investeren genoeg om van Europa een techgigant te maken?
De Europese Chipswet moet voorkomen dat gebrek aan chips opnieuw belangrijke industrieën binnen de EU tot stilstand dwingt.
Lees ook: Waarom het kleine Taiwan ook voor Nederland van groot belang is
China wil Taiwan inlijven en voert de druk op met grote militaire oefeningen. Wat is het belang van dit kleine eiland voor de Chinese kust?