Richard Feldman.

InterviewWapenbezit

Voormalig wapenlobbyist Richard Feldman: Ik geef nooit mijn recht op om mezelf te beschermen

Richard Feldman.Beeld Ellen Kok

Een wapen staat voor onafhankelijkheid, en voor onderlinge afhankelijkheid: positieve, traditionele Amerikaanse waarden, zegt voormalig wapenlobbyist Richard Feldman. Ook na de recente schietpartijen. ‘Als er een gewapende burger in de Walmart in El Paso was geweest, zouden misschien meer mensen het hebben overleefd.’

Bas den Hond

Na moordpartijen zoals afgelopen weekend in El Paso en Dayton zijn alle ogen gericht op de National Rifle Association (NRA). Blijft de Amerikaanse vereniging van wapenbezitters mordicus tegen elke beperking van het recht op wapenbezit, zoals vastgelegd in de Amerikaanse grondwet? Of krijgen Republikeinse politici het groene licht om met de Democraten over regulering te onderhandelen?

Vergeet dat laatste maar, zegt Richard Feldman (67), die in de jaren tachtig als politiek lobbyist voor de NRA heeft gewerkt. In weken als deze voedt de wapenlobby liever de angst onder wapenbezitters voor inbeslagname van hun pistolen en geweren. Nieuwe leden zullen toestromen en bestaande leden extra geld overmaken, mits de organisatie maar pal staat.

Na zijn tijd bij de NRA was Feldman directeur van een vereniging van wapenfabrikanten en -winkeliers. In die functie sloot hij een akkoord met de regering-Clinton over regulering. De NRA-leiding vindt hem sindsdien een verrader. Maar hij is nog altijd lid. En al gruwt hij van de strategie en de interne intriges van de NRA, zijn wapens zijn ook hem heilig.

Vuurwapens in huis en op zak

“Toen ik nog alleen woonde, had ik een geweer achter de deur van mijn werkkamer staan, een .38 revolver in de la van mijn bureau, een .357 revolver naast mijn bed en nog een wapen in de keuken, geen probleem. Ik was immers de enige in huis. Maar toen trouwde ik, en mijn vrouw heeft een paar kinderen uit een vorig huwelijk. Dus dat kon niet meer. Toch, als ik alleen thuis ben, heb ik weer die .357 bij mijn bed. Dat voelt beter.

We hebben hier op het platteland van New Hampshire geen gewapende overvallen op huizen. Want vermoedelijk zijn er in 80 procent van de woningen wapens aanwezig. Inbrekers kunnen niet verwachten er zonder verwondingen vanaf te komen. Als dat bij mij gebeurde, zou ik vermoedelijk ereburger van Rindge worden gemaakt. Maar als het zes kilometer naar het zuiden gebeurde, in de staat Massachusetts, dan zou ik aangeklaagd worden. Daar moet een rechtbank beslissen of het gebruik van dodelijk geweld gerechtvaardigd was of niet.

Het grappige is dat, omdat ik hier een vergunning heb om een wapen te dragen, ik er in Massachusetts ook een kan krijgen. Voor iemand in Boston is dat nauwelijks mogelijk, maar ik kan dus probleemloos met mijn pistool op zak daar in de metro zitten. En als Richie Feldman daar ziet dat iemand jou lastigvalt, dan is het: “Pardon, wat ben jij aan het doen? Want ik weet dat ik voor mezelf kan zorgen.”

Uitzichtloosheid van de wapendiscussie

“Na de moordpartij op de kleine kinderen van Newtown in 2012 zat ik in het kantoor van Joe Biden. En ik zei: meneer de vicepresident, dit land is het grotendeels eens over het wapenvraagstuk. En hij keek me aan alsof ik gek was. Maar, zei ik, je moet wel de juiste vraag stellen: ‘Wie vindt het een goed idee om onbegeleide, gevaarlijk gekke criminelen gemakkelijk toegang tot wapens te geven?’ Niemand. Dus waar ruziën we dan over?

Mijn conclusie is dat we het voortdurend hebben over politiek, niet over beleid. We maken ruzie over onzinnige dingen. Hoe groot magazijnen mogen zijn bijvoorbeeld. Is het perfecte aantal toegestane kogels vijftien? Of twaalf? Tien? Maar dan kan ik toch gewoon tien magazijnen voor tien kogels kopen? Het is onzin. Aanvalsgeweren verbieden? Elk geladen geweer dat op mij gericht is, is een aanvalsgeweer; iemand valt me aan. Datzelfde geweer in mijn handen is geen aanvalswapen.

Stel dat je mij zou zeggen: ‘Richie, ik heb goed en slecht nieuws. Het slechte nieuws is: ik ga je neerschieten. Het goede nieuws is: je mag kiezen. Ofwel ik doe het met dit verdorven aanvalsgeweer, o God, je kunt er zelfs een bajonet op zetten en het kan zeventig kogels snel achter elkaar afvuren. Of je wordt neergeschoten met één kogel uit het geweer van mijn overgrootvader, een klassieker, mooi gegraveerd.’ Nou, raak me met een kogel van dat aanvalsgeweer, en als het geen vitale organen raakt, dan is het een kwestie van een pleister aan de voorkant en een aan de achterkant. Terwijl als die grote kogel uit het geweer van mijn overgrootvader me treft, er een flink stuk van me weg is. En ik ben dood.”

Onbuigzaamheid van de NRA

“Na Newtown hield NRA-directeur directeur Wayne LaPierre een afschuwelijke toespraak. Die was niet bedoeld om de Amerikanen te vertellen wat er moet gebeuren met vuurwapens. Die was gericht op de NRA-leden, en bij hen viel de toespraak heel goed. Want hij bezwoer dat de NRA geen duimbreed zou toegeven. In Amerika, en dat geldt ook buiten de wapendiscussie, is compromis een vies woord.

Als je in zo’n organisatie wilt overleven, maakt het niet uit of je het bij het goede eind hebt of niet, als je maar bij het bestuur in een goed blaadje staat. Als die tevreden zijn, dan mag je aanblijven als directeur, anderhalf miljoen dollar per jaar verdienen en bij het reclamebureau van de club ook nog eens tweehonderdduizend dollar kleedgeld declareren, zoals onlangs werd onthuld. Ik zou trouwens wel foto’s willen zien van de stagiaire voor wie hij voor 13.000 dollar huisvesting regelde.”

De wapenliefde van veel Amerikanen

“In Europa krijg ik altijd de vraag: vanwaar toch die liefdesrelatie van jullie, idiote Amerikanen, met wapens? Mijn antwoord: de macht van het vuurwapen in onze politiek zit hem in wat het betekent voor de psyche van de Amerikaan.

Voor wie een wapen heeft, zijn dat Amerikaanse waarden: onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid, allebei tegelijk. Positieve, traditionele Amerikaanse waarden. Mensen die niet van wapens houden, denken er negatieve dingen bij. De neergang van onze steden, misdaad, bendes.

Als je een pistool gaat kopen, neem je stelling. Het is niet zomaar een product. Het gaat over de relatie met je land. Je hoort altijd die mantra, dat we een regering hebben ‘van, voor en door het volk’. Zelf heb ik tegenwoordig meer de indruk dat we een overheid hebben van, voor en door de overheid, en wij mogen belasting betalen zodat ze ons kunnen blijven dwarszitten. Ik denk dat veel wapeneigenaren het gevoel hebben: we zijn een democratie, wij zijn de baas, de overheid is onze dienaar.”

Die ene keer dat hij zijn pistool trok

“Het was in 1988. Ik reed in Florida bij Boca Raton snelweg 95 op en sneed daarbij iemand af. Ik ging naar de linkerbaan en maakte vaart, maar de andere bestuurder kwam voor me rijden en liet het gas los. Ik ging naar de rechterbaan en hij deed het weer. Toen ben ik gestopt op de vluchtstrook, en hij stopte voor me. Een witte man van een jaar of vijftig, zestig. Ik had mijn .38 revolver in een holster aan mijn linkerbeen. Hij komt uit zijn auto en loopt naar me toe met een bandenlichter.

Ik draai het raam open en net als hij bij de voorkant van de auto is, steek ik mijn hand uit het raam en richt ik voor de eerste en enige keer van mijn leven dreigend een pistool op iemand, en ik zeg: heb je een probleem, vriend? Hij laat de bandenlichter vallen, steekt zijn handen in de lucht en zegt: het spijt me zeer, mijn fout. Hij loopt achteruit naar zijn auto, stapt in en scheurt weg. Die bandenlichter ligt nu nog steeds in mijn garage, bij de deur.

Vuurwapeneigenaren zijn gevoelige mensen. Dat zou je niet zeggen, maar we zijn gevoelig voor taal en betekenis. Als mensen me vragen: heb je ooit een vuurwapen gebruikt, dan bedoelen ze zoiets als dat incident. Maar het antwoord dat ik meestal geef is: ja, voortdurend. Als ik het bij me heb, dan is het in gebruik.”

Massale schietpartijen en een wapenverbod

“De schutter in Dayton werd gestopt door een goed iemand met een vuurwapen. Als er een gewapende burger in de Walmart in El Paso was geweest, zouden misschien meer mensen het hebben overleefd. Nu waren ze een makkelijk doelwit. Een gek die glorieus wil sneuvelen en zoveel mogelijk mensen meeneemt, hoe vreselijk dat ook is, het komt zelden voor, zelfs nu nog.

Maar als er een schietpartij is in een school voor de gegoede middenklasse, zoals in Parkland in Florida, dan is dat weken in het nieuws. Terwijl als er in Chicago zwarte kinderen worden gedood twee, drie tegelijk, door drugsdealers die om gebied vechten, haalt dat amper de krant in Chicago zelf.

Ik word onrustig van wetten die politie de bevoegdheid geven te zeggen: hij is gek, pak zijn wapens af. Maar ik ben er wel voor. Het moet een procedure zijn waar een rechter bij betrokken is. Waarom zou ik maanden lang ontwapend moeten zijn? Ik heb niks gedaan.Wat je ook doet, het heeft altijd gevolgen. Als je moet kiezen, dan kies ik voor: vertrouwen in het volk. Dan zullen er mensen zijn die je ten onrechte vertrouwt en dat kan dodelijk uitpakken.

Als de enige mensen die wapens mogen hebben de politie en het leger zijn, en ze misbruiken die wapens, dan noemen we dat genocide. Moordpartijen zoals in Bosnië en in de Tweede Wereldoorlog. In Duitsland werden miljoenen mensen afgeslacht omdat ze niet terugvochten. Dan zeggen de mensen altijd: Richard, wat zeg je nou, dat als de Joden hadden kunnen terugvechten tegen de nazi’s, ze gered zouden zijn? Dat weet ik niet, maar als iemand mij komt halen, dan vecht ik me dood en neem vijf, zes, zeven van hen mee.”

Over het enige goede aan Donald Trump

“Als ik je vier jaar geleden had voorspeld: in 2019 is Donald Trump president, dan had je vermoedelijk gezegd: die man mag geen wapens hebben, hij is geschift.

Maar er is één ding dat goed is aan zijn verkiezing. De meeste van mijn vrienden zijn progressief, ze komen uit New York en vonden mij altijd maar een rare met mijn wapens. Nu kijken ze daar anders tegenaan: misschien is het toch niet zo’n slecht idee om op je rechten te staan. Want als je ze opgeeft, dan krijg je ze nooit meer terug. De laatste tien jaar is het in Amerika best goed gegaan, en voor zover je in de toekomst kunt kijken, gaat het zo wel door. Maar heel ver kun je niet kijken, dingen kunnen snel veranderen. Als je ziet hoe ze die arme mensen die over de grens gekomen zijn in concentratiekampen stoppen, ze scheiden van hun kinderen - waartoe is zo’n regering dan nog meer in staat?

Daarom wil ik nooit mijn recht opgeven mezelf te beschermen. Wij zijn het volk, zij zijn de dienaren. De meester geeft zijn wapens niet af aan de knechten.”

Lees ook:

Een wapen in de keukenla is soms nodig

Nederlanders hebben een vertekend beeld van wapenbezit en wapengebruik in de Verenigde Staten, betoogt dreigingsanalist en publicist Krijn Lock.

In de krochten van het internet rijpt een nieuw rechts terrorisme

De aanslag in El Paso past binnen de opleving van een nieuw soort rechts-nationalistisch terrorisme dat op internetfora is uitgekristalliseerd, en zich tegen de multiculturele samenleving richt.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden