ReportageSlovjansk
Voor Oekraïense militairen is er geen alternatief dan blijven vechten voor Bachmoet
Ondanks berichten over talloze gesneuvelden en onervaren manschappen die hen vervangen, zet het Oekraïense leger de slag om Bachmoet voort. De strijd is zwaar, ook mentaal. Maar de militairen aan het front zien geen alternatief.
Het wemelt van de militairen in Slovjansk. Ze eten sushi en pizza in de plaatselijke bar, drinken cappuccino in de koffietent of doen nog een rokertje bij de ingang van hun hotel. “Militairen die hier gelegerd zijn vragen zich weleens af waar ze in hemelsnaam mee bezig zijn”, zegt Pavel Ploezjnik (31). De plaatselijke activist houdt zich bezig met het repareren van daken en het dichttimmeren van gesneuvelde ramen, en als psycholoog staat hij op vrijwillige basis soldaten bij. “Maar militairen die aan het front vechten en hier even uitrusten, willen juist zo snel mogelijk terug naar het front.”
Dat het Oekraïense leger standhoudt in Bachmoet, de belegerde stad die amper 40 kilometer zuidoostwaarts ligt, maakt veel bewoners van Slovjansk blij. Negen jaar geleden was de stad al eens een aantal maanden bezet door pro-Russische gewapende milities. Afgelopen zomer was het opnieuw kantje boord, maar dankzij een Oekraïens tegenoffensief ligt het front nu weer wat verder weg. Veel gevluchte bewoners keerden terug, wat de sfeer in de stad ten goede komt. “Veel terugkeerders zijn jongeren. Zij willen niets met Rusland te maken hebben. Dus zijn ze vriendelijker tegen militairen”, aldus Ploezjnik.
Bidden in de loopgraven
Ook de militairen zelf zijn wat optimistischer gestemd, zegt de psycholoog. “Een maand geleden verwachtten ze dat Bachmoet binnen twee weken zou vallen. En dat het gevecht om Slovjansk al gaande zou zijn.” De berichten over grote aantallen slachtoffers in Bachmoet, ook aan Oekraïense zijde − niemand weet hoeveel − herkent hij. “Een militair vertelde me dat hij de hele nacht had liggen bidden in de loopgraaf. Of de ochtend maar snel mocht komen.”
De meeste militairen staan echter hardnekkig in de vechtmodus. “Het was mijn droom om door Europa te reizen en Spanje te zien. Maar ik verloor mijn vriendin, en mijn toekomst is aan gruzelementen. Dat geeft mij het recht om te doden”, zo citeert Ploezjnik een andere militair.
Voor doorvechten is geen alternatief, beaamt officier Nazar Voznjoek (40) telefonisch vanuit Bachmoet. “De ogen zijn bang, maar de handen werken”, zo bezigt hij een veelgehoorde Oekraïense uitdrukking. “Het is een grote, zware en bloedige oorlog. Maar het is niet eng genoeg om de wapens te laten vallen en weg te rennen. En waar zou ik heen moeten rennen? Dit is mijn moederland. Daarvan heb ik er maar één.”
‘De vijand zet oneindig veel militairen in’
De slag om Bachmoet lijkt erg op die om Debaltsevo, zegt de ervaren militair. Die slag, in februari 2015, werd uiteindelijk verloren. “De gevechten zijn intens. De vijand zet oneindig veel militairen en materieel in, en ons resteert nog maar één aanvoerroute, net als toen.”
Die route gaat langs Artomivske, een dorpje aan de westkant van Bachmoet dat binnen bereik ligt van Russische artillerie. Sommige militairen sneuvelen dus al voordat ze hun kameraden in de stad kunnen aflossen. “We verliezen manschappen, maar zij verliezen er meer. We maaien hen methodisch en systematisch neer”, aldus Nazar Voznjoek. Om zich heen ziet hij meer en meer onervaren militairen, beaamt hij, die de gewonden en gesneuvelden vervangen. “Maar ik kan je zeggen: in een week tijd ben je hier ervaren. Bovendien, in deze situatie is iedereen onervaren. Ik ook.”
In Oekraïense media gaan stemmen op − ook van militairen − om Bachmoet op te geven, om zo te voorkomen dat de stad omsingeld wordt en het Oekraïense leger in de val zit. “Dat zou een alternatief kunnen zijn”, zegt Nazar Voznjoek. “Maar voor nu heeft de generale staf besloten om de stad te verdedigen. Ik ben slechts een officier die orders uitvoert. De giraffe is langer, die ziet meer”, gooit hij er opnieuw een gezegde in.
Een nieuwe verdedigingslinie opbouwen
Voor burgers maakt het verlies van de stad niet meer uit, zegt de militair: Bachmoet is grotendeels verwoest en niet meer te bewonen. “Soms moet je vechten voor een geruïneerde stad. Zo hebben we de gelegenheid een nieuwe verdedigingslinie op te bouwen.”
Die nieuwe linies worden momenteel gebouwd in de richting van Kostjantynivka, ruim 20 kilometer zuidwestelijk van Bachmoet, en ook in de richting van Kramatorsk en Slovjansk, de belangrijkste steden in de Donbas die nog niet in Russische handen zijn. Volgens de militair zijn de twee steden prima te verdedigen.
Pavel Ploezjnik durft het desalniettemin niet aan zijn vrouw en kind terug te laten keren naar Slovjansk. “Die zitten veilig in Dnipro en moeten daar blijven”, zegt hij beslist.
Zoals talloze mannen wacht ook de psycholoog op de oproep voor het leger. Met een aantal vrienden meldde hij zich zelfs vrijwillig aan, maar het mobilisatiekantoor maande hen nog even te wachten. “Ik wil niet dat mijn kinderen elders opgroeien of in bezet gebied”, verklaart Ploezjnik zijn motivatie.
Bang is hij niet. “Als je veel met frontsoldaten werkt, ga je anders denken”, zegt hij. “De een gaat eerder, de ander later. Maar het einde van het spel dat leven heet, is me bekend.”
Aanval op de Krim
Bij een vermoedelijke Oekraïense aanval in het noorden van de Krim zijn maandag Russische raketten vernietigd die per spoor werden vervoerd. Volgens Rusland was sprake van een drone-aanval. Oekraïne erkent niet dat het de explosie heeft veroorzaakt, nabij de stad Dzjankoj, maar verklaarde wel dat ‘de demilitarisering van Rusland en bevrijding van de Krim’ door blijft gaan.
Volgens Kiev ging het om Kalibr-kruisraketten, anti-scheepsraketten die Rusland inzet tegen civiele doelen in Oekraïne. Doelen op de bezette Krim zijn voor Oekraïne moeilijk aan te vallen, maar vorige zomer werd de vliegbasis nabij Dzjankoj geraakt. Het schiereiland is voor Rusland en Oekraïne psychologisch en strategisch belangrijk.
Lees ook:
In frontstad Bachmoet explodeert granaat na granaat. ‘Hoe lang het me lukt hier te overleven, weet ik niet’
De stad Bachmoet is het toneel van de hevigste slag van de oorlog. De stad zélf is de frontlinie, terwijl er nog enkele duizenden mensen wonen. Geraakt worden of niet: het lijkt een loterij.