In een militair kamp in Zuid-Soedan tonen leden van de oppositie hun wapens.

InterviewRode Kruis

Voor hulpverleners is Zuid-Soedan levensgevaarlijk: ‘Het is doffe ellende, maar we zien ook de blije gezichten’

In een militair kamp in Zuid-Soedan tonen leden van de oppositie hun wapens.Beeld AP

In Zuid-Soedan kwamen dit prille jaar al drie hulpverleners om het leven. Twee Rode Kruis-medewerkers vertellen over hoe het is om te werken in een van de gevaarlijkste landen ter wereld. ‘Een smeltkroes van alle narigheid die je kunt bedenken.’

Joris Belgers

In het café wil Meindert Korevaar nog weleens verschrikt opkijken als hij het geluid van kaatsende biljartballen hoort. Dat klinkt, in zijn hoofd, toch verdacht veel als geweervuur in de verte, zegt de 44-jarige hulpverlener.

Korevaar is programmacoördinator bij het Rode Kruis, en heeft de hulpverlening in Oeganda, Soedan en Zuid-Soedan onder zijn hoede. Over dat laatste land gaat dit gesprek: in januari 2023 zijn al drie van zijn collega-hulpverleners om het leven gekomen tijdens hun werk in Zuid-Soedan.

OCHA, het agentschap dat humanitaire interventies van de Verenigde Naties coördineert, stuurde de afgelopen maand tweemaal een alarmerend persbericht de wereld in. Over de doden, en over verschillende recente aanvallen op vluchtelingenkampen in Zuid-Soedan. Vorig jaar werden er negen hulpverleners vermoord, los daarvan waren er nog 450 geweldsincidenten. Het land geldt dan ook, volgens de VN, als ‘een van de gevaarlijkste plekken ter wereld voor hulpverleners’.

Dat is beslist geen loze kreet, knikken Korevaar en zijn collega Jan Tijmen Ninck Blok, specialist oorlogsrecht bij het Rode Kruis. De twee zijn voor hun werk op veel uitzichtloze plekken geweest in de wereld, maar over Zuid-Soedan kunnen ze kort zijn: doffe ellende.

“Het is een smeltkroes van alle narigheid die je kunt bedenken”, begint Korevaar. “Er is al decennialang conflict. Die situatie, van extreme armoede en politieke instabiliteit, wordt de laatste jaren verhevigd door natuurrampen als overstromingen. Het land is verstoken van goede gezondheidszorg, van scholing, van perspectief. Alleen in Juba, de hoofdstad, ligt een klein stukje asfalt. Als je al die ingrediënten combineert met de enorme beschikbaarheid aan wapens – doordat het er al zo lang af en aan oorlog is – dan krijg je een… licht ontvlambare situatie.”

Meindert Korevaar Beeld Rode Kruis
Meindert KorevaarBeeld Rode Kruis

Geen zware beveiliging

Er zijn weinig mogelijkheden om aan je dagelijkse kost te komen, zegt Ninck Blok. “Een gewapende overval is een makkelijk en effectief middel om snel te krijgen waar je behoefte aan hebt. Er kleven ook geen consequenties aan, want het juridisch systeem is niet bijzonder effectief. Als je niet gearresteerd wordt nadat je een vluchtelingenkamp hebt overvallen, waarom zou je dat dan laten? In dat systeem moet je als hulpverlener je weg vinden.”

Korevaar was in november voor het laatst in Zuid-Soedan. “En je kunt daar geen stap zetten, ook in Juba zelf, zonder dat er radiocommunicatie over is. Ik ben nu hier, ik ga nu daarheen. Elke beweging van onze medewerkers wordt gemeld. Er is een avondklok, en er zijn zones binnen Juba waar je na een bepaalde tijd niet meer mag komen. Als wij een paar uur buiten de hoofdstad naar een project willen, wordt er eerst zorgvuldig gecheckt wat daar de afgelopen 24 uur is gebeurd.”

Je zou zeggen: dan bel je als hulpverleningsorganisatie met het leger van het land waar je te gast bent. Of je neemt je eigen privébeveiligers mee. Niet het Rode Kruis, dat nooit bewapende beveiligers inhuurt, vanuit het principe dat het altijd neutraal en onafhankelijk wil blijven, en dat ook wil uitstralen.

“In hele extreme situaties zetten we beveiligers bij de compound, maar nooit bewapend”, zegt Ninck Blok. “Als het wordt aangeboden, slaan we een gewapend escorte af. En als we al meerijden in een konvooi, van bijvoorbeeld de VN, dan rijden we helemaal achteraan, met een flink gat na de laatste volgwagen, om het signaal af te geven dat we neutraal zijn. Dat we niet horen bij een overheidspartij.”

De loop van een kalasjnikov

Vooropgesteld: voor de inwoners van het land zelf is de situatie nog vele malen ellendiger en gevaarlijker. Maar sinds 2013 kwam er 141 hulpverleners om het leven, het merendeel werknemers of vrijwilligers uit Zuid-Soedan zelf. De twee kennen genoeg collega’s van Rode Kruis die zijn omgekomen.

En ook Korevaar zelf heeft weleens in de loop van een kalasjnikov gekeken. “Toen ik per auto onderweg was, in het stukje niemandsland tussen Kenia en Zuid-Soedan. Het is een gebied waar heel veel vee-rovers actief zijn. Die nomaden hebben niks. Nauwelijks kleren, nauwelijks vee. Maar wél een machinegeweer. Je kunt niks doen behalve rustig blijven. Geen plotselinge bewegingen maken, er mag nooit paniek ontstaan. Je moet altijd laten zien wat je met je handen doet, en als je een zonnebril draagt, moet je die direct afzetten om oogcontact te maken.”

Vaak genoeg is er alcohol in het spel. “Daarom vinden verplaatsingen van hulpverleners ook nooit in de namiddag plaats. Reizen doen we sowieso niet in het donker, maar eigenlijk alleen ’s ochtends vroeg. Simpel: dan is nog niemand dronken.”

Jan Tijmen Ninck Blok: 'Een gewapende overval is een makkelijk en effectief middel om snel te krijgen waar je behoefte aan hebt.' Beeld Oliver de Leeuw
Jan Tijmen Ninck Blok: 'Een gewapende overval is een makkelijk en effectief middel om snel te krijgen waar je behoefte aan hebt.'Beeld Oliver de Leeuw

Toen Ninck Blok nog voor de VN werkte ploften de kogels eens boven zijn hoofd in de zandzakken van de compound, toen hij net bezig was vluchtelingen binnen te laten. De compound werd ook eens overlopen door gewapende strijders. “Ik had geen tijd meer om in een bunker te komen, dus had ik me ergens verschanst. Scherfvest aan, helm op, radio in de hand. Ik heb niks gezien, maar overal om me heen werd geschoten. Uiteindelijk hoorden we dat de blauwhelmen de zaak weer onder controle hadden, maar dat zijn momenten waarop het heel dichtbij kwam.”

“Nee, ik ben nooit bang geweest, zegt Korevaar. “Ja, ik heb mijn adem ingehouden. Maar het liep goed af. Erna pas schoot door mijn hoofd: dit had het kunnen zijn. Natuurlijk worden we op dit soort situaties getraind, maar in de praktijk moet blijken hoe je daarmee omgaat. Hoe rustig je kunt blijven. Ik heb altijd heel erg vertrouwd op de mensen daar. Zij weten wat er speelt. Als je naast hen staat, en je laat zien, wij zijn mét hen, we doen het op een respectvolle manier… dan komt het goed.”

Apart slag mensen

De angst komt volgens Ninck Blok pas achteraf. “Als zoiets kan, tenminste. Op het moment zelf ben je extra bewust van alles wat om je heen gebeurt, maar je hebt eigenlijk niet zoveel ruimte om bang te zijn. Na afloop, als je je even kunt bezinnen...goh, dat was een close call. Je leert ermee om te gaan. Het helpt je de volgende keer een situatie beter in te schatten. Maar het moet niet normaal worden.”

Waarom schrikt het gevaar ze niet af? “Je kunt nooit zeggen dat het een kwestie van het verkeerde moment, verkeerde plek is”, zegt hij. “Want we kiezen er zelf voor om daar te werken. We weten wat de risico’s zijn.” Het maakt hulpverleners inderdaad een apart slag mensen. “We zoeken nu iemand in Juba, een financieel gedelegeerde”, zegt Korevaar. “We hebben tweehonderd sollicitaties binnengekregen.”

Natuurlijk gaan er op een gegeven moment factoren als gezin en kinderen meespelen. “Maar ik ken genoeg collega’s die zich daardoor niet laten tegenhouden.” Noem het opoffering. En die is het waard, vinden ze. Korevaar vertelt over een project voor ondernemende vrouwen, dat hij jaren geleden heeft helpen opzetten. Enkele maanden terug was hij daar weer, waarbij hij zag dat het project nog steeds draaide – op eigen kracht.

“Je weet dat je goed werk verricht. We zien de erkenning, we zien daar blije gezichten, we zien de kracht. Ja, het is doffe ellende wat we daar tegenkomen. Maar je merkt dat we met relatief weinig middelen fantastische dingen kunnen laten gebeuren.”

Lees ook:

‘Hoe gek of hoe moeilijk het ook wordt: Zuid-Soedan is ons thuis’

Op papier lijkt Zuid-Soedan geen fijne plek. De voedselcrisis in het land wordt na jaren van burgeroorlog verhevigd door vernietigende overstromingen.Maar er is genoeg om trots op te zijn, benadrukt hulpverlener Joseph Kayi.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden