null Beeld  Trouw
Beeld Trouw

De MegastadJohannesburg

Voor een stoplicht in Johannesburg wacht je nooit alleen

Niels Posthumus

Wie in Johannesburg voor een rood verkeerslicht staat te wachten, voelt zich nooit alleen. Zeker niet wanneer je, zoals ik, geen airconditioning in je auto hebt en in de zonnige stad dus bijna altijd met je ramen open rijdt. Bij elk verkeerslicht staat wel iemand: een bedelaar, een prullariaverkoper, een ruitenwasser, een boekverkoper soms zelfs. Niet dat die laatste heel vaak goede boeken in de aanbieding heeft – de tweedehands selectie onder zijn arm is uiteraard beperkt. Maar toch heb ik er weleens eentje van hem gekocht, uit puur enthousiasme over zijn initiatief.

Na ruim acht jaar in Johannesburg ken ik de mensen bij de verkeerslichten op mijn frequentste routes door de stad een beetje. Zo is er op weg naar de supermarkt een vrouw die altijd ‘You’re my Jesus’ roept als ik wat munten in het blikje laat vallen dat zij naast mijn raam houdt. Op weg naar de tennisbaan zit steevast een vrouw met haar twee kleine kinderen de hele dag vol in de uitlaatgassen. De boekverkoper zie ik nu minder vaak, omdat zijn kruispunt zich op weg naar een vriend bevond die onlangs is verhuisd. En bij het verkeerslicht in mijn straat staat al jaren een blinde man uit een opvanghuis in de buurt, met een familielid dat zijn arm vasthoudt zodat hij niet wordt aangereden.

De vrouw trok een vies gezicht

Op de drukste kruisingen van de stad scharrelt iemand op een dag best een aardig bedrag bij elkaar, zo is mijn observatie. Let wel: ik bedoel dit relatief. ‘Best aardig’ is ook een opbrengst van 40 rand (2,50 euro), want dat is al meer dan de helft van alle Zuid-Afrikanen dagelijks te besteden hebben.

Ook is het in Johannesburg gebruikelijk om het eten dat je na je lunch of diner in een restaurant over hebt in een doggybag mee te nemen, en dat op de weg naar huis aan iemand bij een verkeerslicht te geven. Dit gebeurt zelfs zo regelmatig dat een enkeling de mogelijkheid heeft om kieskeurig te zijn. Toen ik op een dag toevallig rondreed met een zak sinaasappelen in mijn auto, en ik er eentje aanbood aan de vrouw die mij altijd ‘haar Jezus’ noemt, trok zij een vies gezicht.

Je moet wel weten wie wie is

Toch zijn ook veel Zuid-Afrikaanse automobilisten juist bang voor de zwervers, bedelaars en verkopers bij de verkeerslichten. Zogenaamde smash ’n grabs komen in Johannesburg namelijk veel voor: een dief slaat, als je stilstaat voor rood licht, je autoraam in en gebruikt je moment van schrik om je telefoon, portemonnee, tas of laptop van de passagiersstoel te grissen. Het zijn nooit bedelaars die dit doen, maar als je niet regelmatig op een bepaald kruispunt komt, weet je slecht wie daar wie is.

Sommige Zuid-Afrikanen verklaren mij daarom voor gek dat ik altijd met open ramen door Johannesburg rijd. Maar als je geen waardevolle spullen in je auto laat slingeren, is er weinig om te stelen. Dat ziet een dief ook wel. En zo kun je, als je geen eten, sinaasappelen of muntjes hebt om te doneren, op z’n minst even iets mompelen als: ‘Sorry, ik kan je vandaag nergens mee helpen’.

Niet dat de bedelaar daar veel aan heeft, maar toch: het is vriendelijker. Laatst zag ik op een kruispunt iemand staan met een bord in haar handen met de tekst: ‘Helaas is het voor mij veel lastiger om mijn honger te negeren, dan dat het voor jullie in de auto is om net te doen alsof ik niet besta’.

Uitdijende metropolen bieden een groeiend deel van de wereldbevolking onderdak. Hoe houden de mensen het daar leefbaar? Trouw-correspondenten doen wekelijks verslag uit hun eigen megastad.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden