Tunesië
Tunesische regering voert strijd op tegen oppositie en critici met arrestaties
De Tunesische president Kais Saied trekt steeds meer macht naar zich toe. De regering is begonnen met het arresteren van oppositieleden en critici.
De Tunesische regering neemt steeds hardere maatregelen tegen de oppositie en kritische media. Het Noord-Afrikaanse land verkeert in een diepe economische en politieke crisis, de onvrede over het regeringsbeleid onder de bevolking neemt snel toe. Volgens president Kais Saied is niet de regering, maar de oppositie verantwoordelijk voor de malaise in het land. Onder zijn leiding zijn de afgelopen dagen verschillende oppositieleden en kritische burgers gearresteerd op verdenking van ondermijning van de staat.
De arrestatiegolf begon dit weekend, nadat president Saied zijn justitieminister had opgeroepen om de achterstand in strafvervolgingszaken in te halen, waaronder die van ‘verraders’. Zaterdag stonden gewapende politieagenten voor de deur van Noureddine Bhiri, een prominente leider van de islamistische oppositiepartij Ennahda. Hij kreeg maandag te horen dat hij verdacht wordt van het beramen van een complot tegen ‘de nationale veiligheid’. Ook andere leden van Ennahda werden opgepakt.
Dinsdag volgden nog meer arrestaties, onder meer van advocaat en regeringscriticus Lazhar Akremi en Noureddine Bouttard, die directeur is van het onafhankelijke radiostation Mosaïque.
‘Verraders’
President Saied, die in 2021 het parlement buiten spel zette en alle macht naar zich toe trok en de grondwet herschreef, zei dinsdag dat hij het land wil ‘schoonmaken’. Volgens Saied zijn de verdachten verantwoordelijk voor de inflatie in het land en de voedselschaarste. “De recente arrestaties laten zien dat de criminelen, die betrokken zijn bij complotten tegen de interne en externe veiligheid van de staat, achter de crisis zitten door voedsel uit te delen en hun prijzen op te drijven”, aldus Saied. Hij riep rechters op om gepaste maatregelen te nemen tegen de “verraders die erop uit zijn om de sociale onrust op te stoken.”
De regering probeert de schuld van alle problemen in het land in de schoenen te schuiven van de oppositie en zoekt daarbij de escalatie. Eerder liepen de parlementsverkiezingen voor de regering uit op een nederlaag, toen slechts 11 procent van de stemgerechtigden kwam opdagen. De lage opkomst werd gezien als een motie van wantrouwen tegen de regering en een flinke opsteker voor de oppositie.
Voedselschaarste
De Tunesische economie verkeert ondertussen op de rand van de afgrond door de nasleep van de coronapandemie, de energiecrisis en een aantal verkeerde regeringsmaatregelen. In de winkelschappen ontbreken regelmatig basale voedselproducten, zoals suiker, melk en boter. De overheid probeert met subsidies voedsel betaalbaar te houden voor de bevolking. Maar tegelijkertijd moet de regering juist die maatregel intrekken om in aanmerking te komen voor een miljardenlening van het IMF.
Saied trekt zich steeds minder aan van de kritiek uit het buitenland, waarvan Tunesië juist afhankelijk is. Zo hebben Saïeds controversiële maatregelen verschillende westerse landen doen besluiten om hun financiële hulp aan het land verminderen. De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties heeft de arrestatiegolf scherp veroordeeld en riep Tunis op om ‘met onmiddellijke ingang’ iedereen vrij te laten die willekeurig of om zijn mening is gearresteerd.
De Tunesische buitenlandminister Nabil Ammar – zijn voorganger werd vorige week nog zonder opgaaf van reden ontslagen door Saied – verwierp alle kritiek van ‘buitenlandse machten’ op de nationale rechtsgang.
Lees ook:
Elf jaar na de revolutie gaat vrijwel niemand nog stemmen in Tunesië
De autocratische president Saied liet in Tunesië parlementsverkiezingen houden om zijn macht te legitimeren. Teleurstelling en apathie overheersten. ‘Democratie is niets voor ons.’