Politiegeweld VS
Tijdens de George Floyd-zaak gaat het doden door de politie gewoon door
De jury in de zaak van de door de politie gedode George Floyd buigt zich maandag over de schuldvraag.
Het insigne van de politie van Minneapolis was het eerste bewijsstuk dat op tafel kwam, 29 maart in de rechtbank van Minneapolis. De aanklager in het proces tegen politieman Derek Chauvin las de juryleden het bijbehorende motto voor: “Beschermen met moed, dienen met mededogen.”
Daarmee was de toon gezet. Moed had de agent volgens de aanklager niet nodig gehad om vorig jaar mei meer dan negen minuten zijn knie op de nek van George Floyd te houden. En mededogen kwam alleen van omstanders die de witte agent smeekten na te gaan of zijn zwarte arrestant nog leefde.
Maandag gaat, na een laatste woord van aanklagers en verdedigers, de jury nadenken over de schuldvraag.
De dood van Floyd, vanuit die meelevende groep vastgelegd op video, leidde in heel de Verenigde Staten en ver daarbuiten tot verontwaardiging, demonstraties en oproepen om de politie zo niet af te schaffen, dan toch met grote urgentie te hervormen.
Voor Adam Toledo kwam dat te laat. Op de vroege ochtend van die eerste procesdag werd de 13-jarige latino-jongen in Chicago in de borst geschoten, terwijl hij zijn handen omhoog hield. Het pistool dat hij bij zich zou hebben gehad tijdens zijn vlucht voor de politie, had hij op dat moment in ieder geval niet meer.
En hij was niet de enige die omkwam door politiekogels op die dag. Matthew Blaylock (38, zwart) was in Los Angeles op de vlucht voor de politie, hij zou een wapen getrokken hebben. En het wapen dat Robert Lee Canchola (33) in Corpus Christi in Texas bij zich had, zou hij gebruikt hebben om vier mensen neer te schieten in een biljartsalon.
Drie op een dag: dat is precies het gemiddelde waarop The Washington Post uitkomt in de telling die de krant al sinds 2015 bijhoudt. Aanleiding om met die registratie te beginnen was de dood in 2014 van de ongewapende Michael Brown (18, zwart) in Ferguson, Missouri, die de Black Lives Matter-beweging landelijk vaart gaf.
In de rechtszaal in Minneapolis vertelde de dag erna Darnella Frazier wat het met haar deed om erbij te staan en de beroemde video op te nemen waarop George Floyd om adem smeekt, om zijn moeder roept, en zwijgt. “Er waren nachten dat ik niet ging slapen, dat ik telkens weer mijn excuses maakte aan George Floyd dat ik niet meer heb gedaan, niet fysiek ingegrepen, zijn leven niet heb gered”, zei ze.
Die 30ste maart werden elders in Amerika weer drie mensen door de politie doodgeschoten: een 41-jarige witte vrouw die een winkel aan het beroven was in Georgia, een 32-jarige zwarte man die tijdens zijn arrestatie de taser van een politieman zou hebben afgepakt, en een 31-jarige witte man die op de vlucht in Virginia op politie zou zijn ingereden.
Twee keer zoveel witten als zwarten: ook dat klopt precies met het gemiddelde dat de Washington Post over de afgelopen zes jaar vaststelde. Maar daarachter verschuilt zich een kille ongelijkheid: er zijn bijna vijf keer zoveel witte als zwarte Amerikanen. Per miljoen van elke bevolkingsgroep sterven er jaarlijks 36 zwarten, en maar 15 witten. Voor latino-Amerikanen is verschil bijna net zo groot: 27 per miljoen.
De teller van het aantal sinds het begin van het Chauvin-proces door de politie gedode Amerikanen stond op 25 toen op 5 april de politiecommissaris van Minneapolis, Medaria Arradondo, plaatsnam in de getuigenbank. En wat hij deed was een lichtpuntje voor degenen die hopen op een nieuwe cultuur bij de politie. Arredondo, zelf zwart, liet geen spaan heel van de aanpak van Chauvin, die hij eerder al ‘moord’ had genoemd. Hij doorbrak daarmee de ‘blauwe muur van stilzwijgen’ over misstappen van collega’s.
Bij al die getuigenissen leek de strategie van de verdediging om Floyds dood af te schuiven op diens drugsgebruik of zijn slechte hart, tot mislukken gedoemd.
Vijf dagen later was er nóg een signaal dat er dingen gaan veranderen voor de Amerikaanse politie. Op 10 april – er waren inmiddels 40 mensen doodgeschoten sinds het proces begon – trok de staat Maryland als eerste in het land de ‘Wet op de rechten van de politie’ in. Maryland was in 1974 ook de eerste die zo’n wet invoerde en daarmee agenten extreem goed beschermde tegen klachten van burgers en disciplinair onderzoek door hun eigen korps. Maryland heeft voortaan strengere regels voor het gebruik van geweld door de politie. En de staat verbiedt het binnenvallen van huizen van verdachten zonder aankondiging. Dat soort invallen loopt regelmatig dodelijk af, wanneer de bewoner denkt dat het om een overval gaat en zich gewapenderhand wil verdedigen.
Maar wie daar optimisme uit putte, kon het een dag later weer laten varen toen op 11 april, nota bene in een voorstad van Minneapolis, bij de arrestatie van de ongewapende zwarte Daunte Wright (20 jaar, zwart) een agente in plaats van haar taser haar pistool pakte en schoot.
Wright was die zondag de enige die door politiekogels om het leven kwam. In de week daarna kwamen er nog vier doden bij.
Lees ook:
Chicago geeft ‘ondraaglijke’ beelden vrij van doodschieten 13-jarige door politie
Een video waarop te zien is hoe een 13-jarige jongen vorige maand werd doodgeschoten door de politie, verhoogt de spanningen rond politiegeweld in Amerika.