SyriëOorlog
Tienduizenden Syriërs uit het gebied rond Idlib vluchten naar Turkije, maar Turkije kan ze niet opvangen
Tienduizenden Syriërs zijn afgelopen dagen voor het geweld in de Idlib-regio op de vlucht geslagen. Turkije kan ze niet opvangen, waarschuwt president Erdogan.
Als het geweld in de Syrische Idlib-regio niet snel stopt, ligt volgens de Turkse president Erdogan een herhaling van de gebeurtenissen in 2015 op de loer. Toen vluchtten een miljoen mensen vanwege de oorlog naar Europa. Nu zijn zo’n 80.000 mensen vanuit de Idlib-regio onderweg naar de Turkse grens, zei Erdogan zondag. En dat getal kan snel oplopen als de strijd niet snel gestaakt wordt.
In de regio rond Idlib wonen ongeveer drie miljoen mensen. Turkije kan de opvang van de vluchtelingen niet alleen aan, waarschuwde Erdogan. “Die druk zal in alle Europese landen gevoeld worden, vooral in Griekenland.”
Ook de Verenigde Naties waarschuwen voor het risico van een humanitaire ramp bij de grens met Turkije als er niet snel iets gebeurt.
Zware luchtaanvallen
In Idlib is de strijd tussen Damascus en rebellen afgelopen tijd opgelaaid. Na acht en een half jaar oorlog heeft het Syrische regime de provincie nog altijd niet kunnen heroveren; vooral groepen gelieerd aan Al-Qaida maken er de dienst uit. Damascus, dat gesteund wordt door Moskou, is vastbesloten de regio nu toch in handen te krijgen. Vorige week voerde het daartoe zware luchtaanvallen uit; hoeveel slachtoffers daarbij zijn gevallen is niet bekend.
In trucks, auto’s en op motoren proberen inwoners bepakt en bezakt met hun bezittingen een veiliger plek op te zoeken. Volgens hulporganisaties kunnen met name in de stad Maarat al-Numan honderden families uit angst voor de luchtaanvallen geen kant meer op. Maarat al-Numan is belangrijk voor de Syrische regering omdat de stad vlak bij een belangrijke weg ligt die Damascus met Aleppo verbindt.
Turkije, dat in het Syrische conflict de kant van de rebellen kiest, stuurde gisteren met spoed een delegatie naar Moskou om over de situatie te praten. Het is niet voor het eerst dat de twee landen over Idlib vergaderen. Deze zomer wisten Moskou en Ankara in onderhandelingen nog een staakt-het-vuren tussen de strijdende partijen te bewerkstelligen, maar dat bestand stelt niet veel meer voor.
Oproep aan Europa
Tegelijkertijd deed Erdogan een oproep aan Europa zich ook hard te maken de aanvallen in de Idlib-regio een halt toe te roepen. Turkije vangt al 3,7 miljoen Syriërs op; meer vluchtelingen kan het land niet aan, benadrukte de president nog maar eens.
Zelf bedacht Erdogan eerder al een plan voor de hervestiging van een grote groep Syriërs. Hij opperde om in het noorden van Syrië een ‘veilige zone’ te creëren, een strook land met een lengte van bijna vijfhonderd kilometer die zich ruim dertig kilometer landinwaarts uitstrekt. Er moeten nieuwe plaatsen verrijzen met huizen, scholen en moskeeën voor de vluchtelingen. Afgelopen herfst viel Turkije Noord-Syrië binnen om zo’n zone te creëren.
Koerden verdrijven
Maar Erdogans plan stuitte internationaal op veel kritiek. Gevreesd wordt dat Ankara met de veilige zone vooral als doel heeft de Koerden uit het gebied te verdrijven.
Bovendien komen de vluchtelingen die Turkije in de veilige zone zou willen hervestigen vaak uit heel andere delen van Syrië.
Lees ook: De strijd om de Syrische provincie Idlib is uitgelopen op een bloedige patstelling
Het Syrische leger en opstandelingen vechten al maanden in Idlib, maar de frontlinie verschuift nauwelijks.