Doodstraf
Organisaties voor mensenrechten woedend: Myanmar executeert toch weer gevangenen
Het Myanmarese regime trekt zich niets aan van de internationale kritiek en executeert politieke gevangenen.
De Myanmarese junta heeft voor het eerst in decennia weer doodvonnissen voltrokken. Maar liefst vier mensen zijn door het bewind opgehangen, nadat zij eerder ter dood waren veroordeeld en ondanks alle internationale druk om de executies op te schorten. Het gaat om een voormalig parlementariër van de partij van de afgezette regeringsleider Aung San Suu Kyi, een activist en twee andere politieke gevangenen.
De militaire junta greep in februari vorig jaar de macht en veroordeelde sindsdien tientallen activisten ter dood, maar het land had sinds 1976 geen doodstraf meer uitgevoerd. Het leger greep de macht nadat het de regeringspartij van Suu Kyi (zij wordt momenteel ook vervolgd) herhaaldelijk zonder bewijzen had beschuldigd van verkiezingsfraude. Vorige maand kondigde de junta aan de doodstraffen weer te gaan voltrekken, wat tot grote internationale verontwaardiging leidde. Zo noemde VN-chef António Guterres het besluit een ‘flagrante schending van het recht op leven, vrijheid en veiligheid'.
Phyo Zeya Thaw, een hiphopartiest die in 2015 als lid van Suu Kyi’s NLD-partij in het parlement werd gekozen, werd door de junta beschuldigd van aanvallen op de strijdkrachten van het militaire regime. Zo zou hij in augustus met een vuurwapen een trein in Yangon hebben aangevallen, waarbij vijf politieagenten omkwamen. Hij werd in november veroordeeld onder de nieuwe antiterrorismewetten van het land.
Alle hoop op een vredesakkoord is verdwenen
Het Myanmarese ministerie van buitenlandse zaken trok zich niets aan van de eerdere kritiek en stelt dat de processen eerlijk zijn verlopen, en dat ‘bewezen is verklaard’ dat Phyo Zeya Thaw en Kyaw Min Yu ‘de meesterbreinen zijn van het orkestreren van grootschalige terreuraanslagen tegen onschuldige burgers, met het doel om angst te zaaien en de vrede en stabiliteit te ondermijnen.’ Vorige maand zei de militaire woordvoerder van de junta dat zij verantwoordelijk waren voor de dood van minstens 50 burgers.
De twee andere mannen die zijn geëxecuteerd, waren veroordeeld omdat ze een vrouw zouden hebben vermoord van wie ze dachten dat ze een informante van de junta was. Mensenrechtenorganisaties veroordelen de daden van het regime in Myanmar. Zo spreekt Human Rights Watch van een ‘uiterst wrede daad’ en ‘een afschuwelijke escalatie van onderdrukking door de staat’.
Waarschijnlijk zullen spoedig meer executies volgen. In verschillende delen van het land voert het leger een schrikbewind, met name in de grensgebieden, waar veel rebellen actief zijn. Ook in de steden neemt de repressie toe. Volgens de Myanmarese mensenrechtenorganisatie AAPP heeft de junta sinds de coup 2114 activisten en burgers gedood. Daarnaast zouden de militaire bestuurders 14.847 mensen hebben opgepakt, van wie er nog 11.759 vastzitten. De etnische militie Arakan Army (AA), die in het westen van het land strijdt tegen het leger, liet weten dat de executies alle hoop op een vredesakkoord met de junta hebben vernietigd.
Lees ook:
Myanmar voert oorlog tegen critici: tegenstanders via schijnprocessen ter dood veroordeeld
In Myanmar is het regime een juridische oorlog begonnen tegen zijn opponenten.