De traditionele Britse pub heeft het moeilijk. Elk jaar sluiten er honderden. Terwijl zij van oudsher juist zo’n belangrijke maatschappelijk functie vervullen. The Scotch Piper zelfs al ruim 700 jaar.
De vrienden Andy Wilson (62) en John Brady (58) komen al veertig jaar in The Scotch Piper in het dorpje Lydiate. De pub is, met 702 jaar, de oudste pub in het graafschap Lancashire, in het noordwesten van Engeland. “Dit is de plek waar ik bier leerde drinken toen in zeventien was”, zegt Wilson. “Goed, toen ik in het leger zat kwam ik hier tijdelijk niet meer, maar uiteindelijk ga je terug naar je wortels.” Hij neemt een slok van de halve liter die voor hem op de houten tafel staat. “Het is een fijne plek”, zegt Brady. “Een ouderwetse pub: geen eten of jukebox, puur een plek om bier te drinken en te praten met je vrienden.”
Het is een druilerige dag. Dus zitten de twee mannen naast het haardvuur in een van de vier ruimtes van het stokoude gebouw met buiten witgekalkte muren en een rieten dak, en binnen veel sfeervolle zithoekjes en zware houten balken in de lage plafonds. Erg antiek, maar prachtig opgeknapt.
Het is drie uur ’s middags. Toch is de zaak al vrij goed gevuld. “De jeugd gaat tegenwoordig vooral laat op stap”, zegt Wilson met zijn heerlijk diepe, doorgerookte stem. “In onze tijd sloot alles om elf uur. Dus wij zijn gewend om na het werk meteen in de middag te beginnen.” Hij is bouwvakker, Brady loodgieter. “Al zitten we hier vandaag extra vroeg hoor, omdat het weer zo beroerd is.”
Ooit de spil waarom het Britse leven draaide
Traditionele pubs als The Scotch Piper worden zeldzamer in het Verenigd Koninkrijk. Ooit waren ze overal in het land de spil waarom het Britse leven draaide. Maar waar het VK in 1982 bijna 68.000 pubs telde, waren dat er in 2015 nog maar 50.800. Ook in de jaren daarna sloten in het land gemiddeld achttien pubs per week hun deuren. En dit aantal verdubbelde nog eens in 2020 door de pandemie.
“Mijn vader was dan ook niet erg enthousiast over onze plannen om The Scotch Piper te gaan uitbaten”, zegt Mike Cain. Zijn partner Caroline Godden is sinds drie jaar de manager van de pub uit 1320, die zij pachten van een bierbrouwerij. Zelf werkt Cain fulltime bij de brandweer, maar in zijn vrije tijd helpt hij zoveel mogelijk in de kroeg. Ze zijn beiden begin veertig en barsten zichtbaar van de energie. Cain: “Mijn vader las voortdurend in de krant dat pubs geen toekomst meer hebben”.
Daar dacht Godden in het geval van The Scotch Piper toch net anders over. Terwijl Cain achter de bar een proeverij van traditionele cask ales tapt, wijst zij trots om zich heen. “Deze pub heeft zoveel karakter, zoveel historie. Die is zo uniek dat Mike en ik er wel degelijk toekomst in zagen.” De twee waren er zelf vaak komen drinken, op hun vrije zondagen, en waren altijd al weg geweest van het monumentale pand. Dus toen de pub vrijkwam, twijfelden ze geen moment.
Toch was de start lastig. “In het begin kwam er overdag bijna niemand”, vertelt Godden. “We hadden moeite om quitte te spelen.” En een jaar later was er corona. Cain zet drie glazen ale op tafel, in kleur oplopend van lichtgeel tot Guinness-achtig zwart. “Maar de coronapandemie zijn we best goed doorgekomen”, zegt hij met een natuurlijke vorm van opgewektheid. “We hebben een grote biertuin naast de pub. Binnen hebben we vijftig zitplaatsen, buiten 250. Dat laatste is uitzonderlijk voor een pub. Dat was een voordeel toen mensen tijdens de pandemie alleen in de openlucht mochten samenkomen.”
‘Van 90 procent van onze gasten kennen we de naam’
Inmiddels is er dus ook overdag voldoende aanloop. Vooral van vaste klanten. Al wonen die niet allemaal in de buurt. De pub ligt aan de rand van de bebouwde kom in Lydiate, naast een busstation op de route Liverpool-Southport. Mensen stappen er regelmatig uit voor een biertje, zeker als het lekker weer is. “Van 90 procent van onze gasten kennen we de naam”, zegt Cain. “Ze komen misschien slechts één of twee keer per maand, maar het zijn wel degelijk vaste klanten.”
Godden en Cain hebben onlangs besloten zelfs in de ochtend open te gaan: voor ontbijt. “Bacon and eggs, plus koffie of thee”, legt Cain uit. Het is onder meer bedoeld voor mensen die de avond ervoor hun auto hebben laten staan en de wagen ’s ochtends weer ophalen. Godden is bovendien van plan aan het bakken te slaan. Want op zaterdagochtend heb je fietsers die koffie of thee met cake willen. En op zondag parkeren kerkgangers bij de pub. Ook zij kunnen na de dienst dan even binnenwippen. “Zo proberen we onze inkomsten te vergroten”, legt Cain uit. “Al schakelen we vanaf het middaguur steeds terug naar het principe van de traditionele pub. Dan draait het gewoon weer om bier.”
Er is maatschappelijk veel veranderd, vaak ten nadele van de pub
Het zijn zulke initiatieven die Thomas Thurnell-Read toejuicht. Hij is hoofddocent sociologie aan de Loughborough Universiteit en doet onderzoek naar de pubcultuur in het VK. “Het is belangrijk dat pubs de wensen van hun klanten kennen en daarop inspelen”, zegt hij. Er is maatschappelijk nu eenmaal een hoop veranderd, niet zelden ten nadele van de traditionele pub. Jongere generaties zijn bijvoorbeeld meer bewust van de gezondheid. En het is minder gangbaar dan vroeger, minder maatschappelijk geaccepteerd ook, om een werklunch in een pub te plannen met een biertje erbij. “Uit mijn onderzoek blijkt dat pubs die ook goede koffie schenken vaak beter worden gewaardeerd.”
Via een wetswijziging in 2003 is ook doelbewust geprobeerd de Britse drinkcultuur te veranderen. Die moest meer gaan lijken op die in continentaal Europa, waar alcohol drinken, anders dan vroeger in het VK, sterk gekoppeld is aan het eten van een maaltijd. Cafés en bars zijn er al veel langer meer gemixt, zowel qua leeftijd als sekse. De Britse pub was ooit echt een mannendomein, sterk gericht op dronken worden. Er hing ook vaak een zweem van agressie omheen: vandalisme, vechtpartijen.
Toch is volgens Thurnell-Read de grootste verandering de werkdruk die mensen vandaag de dag ervaren. “We werken gemiddeld langere dagen en wonen verder van ons werk dan vroeger, waardoor we meer tijd kwijt zijn aan forenzen”, legt hij uit. Veel mensen hebben gewoon minder tijd om naar de pub te gaan. Het is makkelijker om op weg naar huis in een supermarkt een goedkope maaltijd in te slaan, plus een paar afgeprijsde biertjes of een fles wijn in de aanbieding. “Alcohol is de laatste dertig jaar echt een supermarktproduct geworden.” Sinds 2016 is het volume aan bier dat winkels verkopen zelfs groter dan de hoeveelheid die pubs, festivals en restaurants tappen.
Brady en Wilson knikken aan hun tafeltje in The Scotch Piper. “Wij dronken vroeger nooit thuis”, zegt de eerste. “Wilde je een biertje, dan ging je naar de pub. Jonge mensen doen dat minder. Ook al omdat ze voor het contact met hun vrienden niet meer in de pub hoeven te zijn. Dat doen ze via de telefoon.” Wilson wijst naar de deur. “De pub is natuurlijk ook duurder dan thuis bier drinken, maar daar staat tegenover dat hier zomaar iemand kan binnenstappen die ik jaren niet heb gezien. Dat is leuk. En sowieso, de warmte van deze plek: iedereen kent elkaar, we zijn in deze pub allemaal vrienden.”
De gereserveerde Brit die de pub (en alcohol) nodig heeft om enigszins los te komen
En precies dat is de essentie van de traditionele Britse pub. Want er schuilt best enige waarheid in het cliché van de emotioneel gereserveerde Brit die de pub (en alcohol) nodig heeft om enigszins los te komen. En voor sommige mensen gaat het nog verder, benadrukt Thurnell-Read. Voor hen is de pub nagenoeg de enige plek voor sociaal contact. “De pub is een van de weinige plekken waar het algemeen geaccepteerd is om met wie dan ook een praatje te maken”, legt hij uit. Voor veel mensen die alleen wonen, ouderen in het bijzonder, is pubbezoek het beste medicijn tegen de afzondering.
Eenzaamheid werkt namelijk als een negatieve spiraal. Het vermindert het sociaal zelfvertrouwen. Dat leidt ironisch genoeg juist tot het vermijden van sociale interactie. En dat resulteert weer in een verdieping van het eenzaamheidsgevoel. Naar de pub gaan is bij uitstek iets dat zo’n zichzelf versterkend proces in een vroeg stadium kan doorbreken. “De caissière bij de supermarkt kent je naam niet en maakt zelden een praatje met je”, zegt Thurnell-Read. “En in een restaurant is het vaak evenmin de bedoeling dat je een gesprek aanknoopt met iemand aan de tafel naast je. In de pub wel.”
Niet voor niets benadrukt Godden dat haar personeel de belangrijkste reden is achter het succes van The Scotch Piper. “Onze werknemers kennen alle vaste klanten. In menig hedendaags café word je bij binnenkomst nog wel begroet, maar is er daarna nauwelijks nog interactie met de mensen achter de bar. Wij willen dat ons personeel aardig en geïnteresseerd is. Dat is cruciaal in een échte pub.”
Traditie van vreemde pubnamen
De Amerikaanse reisschrijver Bill Bryson schreef ooit dat mensen in de meeste landen hun bars normale namen geven, maar dat een Brit die bier wil drinken steevast zijn weg moet vinden naar iets dat de ‘Goose and Firkin, de Flying Spoon of de Spotted Dog’ heet. De namen van pubs in het Verenigd Koninkrijk variëren van inspirerend tot onwaarschijnlijk, grapte hij, van slim tot dwaas. Bryson: ‘Bijna elke naam is goed, zolang hij maar een beetje absurd is, géén verband houdt met de naam van de eigenaar en geen enkele suggestie wekt dat je in de pub kunt drinken, praten of genieten.’
The Scotch Piper vormt geen uitzondering op die regel. De pub heette eerst The Royal Oak, omdat hij rondom een eikenboom heen werd gebouwd, vertelt Caroline Godden. Volgens de legende veranderde de naam in The Scotch Piper toen in 1745, tijdens de Jakobitische opstand, een gewonde Schotse doedelzakspeler zijn toevlucht zocht in de kroeg. Hij werd verliefd op de dochter van de eigenaar en trouwde met haar, waarna de pub naar hem zou zijn vernoemd.
Verval van lokale gemeenschappen
Veel Britten zien de sluiting van de honderden pubs per jaar in hun land als symptoom van een breder verval van lokale gemeenschappen. De meeste dorpen hebben al geen postkantoor en winkeltjes meer. Een pubsluiting voelt dan als de laatste nagel aan de doodskist. Organisaties als Pub is the hub proberen zulke rurale verschraling tegen te gaan, door pubeigenaren te helpen maatschappelijke voorzieningen te integreren in hun kroeg. De pub kan ook dienstdoen als lokaal postkantoor, een deel van de boeken uit een te sluiten bibliotheek overnemen of een winkeltje in de bar inbouwen. Zo blijven meer voorzieningen in het dorp behouden. En het helpt de pubs extra aanloop te genereren.
Toch sluiten ook veel pubs, vooral in steden, simpelweg omdat de eigenaren dat willen. Veel Britse pubs zijn eigendom van reusachtige pubbedrijven of bierbrouwerijen, die ze verpachten. Meestal zie je dat niet aan een op het oog authentieke pub. Maar zulke bedrijven zijn in hun kern vooral onroerendgoedcorporaties, die niet per se het floreren van de Britse pubcultuur als hoogste prioriteit hebben. De verkoop van pubs op dure grond kan voor zo’n bedrijf een welkome kapitaalinjectie vormen of een manier om schulden af te lossen.
Lees ook:
Het is eigenlijk te koud, maar de Britten zitten weer op het terras. ‘We voelen ons bevrijd’
Eindelijk gingen de terrassen in het Verenigd Koninkrijk maandag open. Een dag waar de Britten met smart op hadden gewacht. ‘De lockdown was vreselijk hier.’