Europese samenwerking
Navo-baas: Oekraïne moet Europese wapens met voorrang krijgen
De landen in de EU en in de Navo gaan innig samenwerken bij het opvoeren van de productie van wapens en munitie. Die zijn nodig tegen Rusland, maar ook tegen andere vijanden.
De Europese wapen- en munitievoorraden zijn zo goed als uitgeput. Navo-baas Jens Stoltenberg zei het dinsdagochtend langs zijn neus weg. Maar mochten landen nog iets hebben liggen, dan moeten ze dat naar Oekraïne sturen. “Als Navo-bondgenoten moeten kiezen tussen alle richtlijnen die we hebben uitgevaardigd over voorraden én het steunen van Oekraïne, dan moeten ze voor Oekraïne kiezen. Dat is belangrijker.”
Intussen moeten de westerse bondgenoten hun productie opvoeren, zegt Stoltenberg. “Dat is de enige lange-termijn-oplossing.”
Stoltenberg hield een persconferentie samen met de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen en Charles Michel, de voorzitter van de Europese Raad. De drie ondertekenden dinsdag een nieuwe samenwerkingsovereenkomst, die vooral in het teken staat van de oorlog in Oekraïne, maar ook rekening houdt met dreiging uit andere hoeken van de wereld.
Samenwerken tegen gemeenschappelijke vijanden
De vorige keer dat ze zo’n plechtige samenwerking afspraken was in 2018, een in geopolitiek opzicht een eeuwigheid geleden. In de afspraken staat op welke gebieden de westerse landen samenwerken tegen gemeenschappelijke vijanden.
Die vijand is momenteel vooral Rusland, terwijl dat in de vorige versie nog helemaal niet zo duidelijk was. “Het regime in Moskou wil een ander Europa”, zei Stoltenberg. “Het wil zijn buren onder bedwang houden en ziet democratie als bedreiging.”
Met dat Rusland gaan de Navo en de EU nu ook op de lange termijn de strijd aan. Want nu de oorlog in Oekraïne bijna een jaar aan de gang is, is er weinig kans meer dat hij op korte termijn voorbij zal gaan. Dat betekent dat de Navo-landen er rekening mee houden dat ze voorlopig militaire steun aan Oekraïne zullen moeten blijven leveren - wapens, maar ook reserve-onderdelen en munitie. Ook moet er aandacht zijn voor onderhoud.
Samen een antwoord vinden
Tegelijk wil het trans-Atlantische bondgenootschap ervoor zorgen dat het binnen afzienbare termijn is voorbereid op andere dreigingen: uit China bijvoorbeeld. Dat land probeert niet zozeer met bruut geweld voet op Europese bodem te krijgen, maar is onmiskenbaar bezig om zijn invloed te vergroten. Stoltenberg noemde dat ‘toegenomen assertiviteit’.
Ook Commissievoorzitter Von der Leyen ging daarop in. In haar ogen probeert China ‘de wereldorde naar zijn hand te zetten’ en moeten de EU- en Navo-landen daar samen een antwoord op vinden.
Dat betekent dat ze niet alleen op militair gebied moeten samenwerken, maar zich ook samen moeten wapenen tegen cyberaanvallen en ontregelende technologie. Het is belangrijk om de vitale infrastructuur te blijven beschermen.
Voor de iets verdere toekomst noemde Von der Leyen ook de gevolgen van de klimaatcrisis als dreiging: door droogte en overstromingen zullen grote gebieden instabiel raken, met nog onbekende gevolgen voor de partners in EU en Navo.
Lees ook:
En wéér slaat de Navo een nieuw pad in
Regeringsleiders en ministers van de dertig lidstaten, plus van een aantal gastlanden, zijn deze week in Madrid voor een Navo-top. Het militaire bondgenootschap staat weer eens op een kruispunt in de geschiedenis.