Koortsachtig proberen de Iraanse autoriteiten manieren te vinden om vrouwen aan de hoofddoekplicht te houden. Maar Pooyan Tamimi Arab, religiewetenschapper in Utrecht, ziet dat het regime meer steun verliest. ‘Revolutionaire sentimenten nemen toe.’
Ze komen regelmatig langs op Instagram en TikTok, de foto’s en filmpjes die Iraanse vrouwen van zichzelf maken terwijl ze over straat lopen zonder hoofddoek. Sinds het begin van de protestgolf vorig jaar, die ontstond na de dood van de 22-jarige Mahsa Amini, gaan veel meer vrouwen de straat op zonder de hoofddoek, die al sinds de jaren tachtig door de autoriteiten verplicht wordt. Amini werd hardhandig gearresteerd nadat ze haar hidjab niet ‘correct’ gedragen zou hebben.
Het is een politiek statement om de hoofddoek niet te dragen, vertelt een 51-jarige vrouw in een interview met mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Zelf ging ze vorig jaar regelmatig de straat op om deel te nemen aan de demonstraties, maar ze wilde ook op een andere manier haar ongenoegen uiten, vertelt ze. Samen met twee vriendinnen besloot ze tweemaal per week door Teheran te wandelen. Zonder hoofddoek, als daad van verzet.
‘We waren bang, maar we zetten door. Eerst schreeuwde de politie naar ons, dan zeiden ze dat we onze hoofddoeken om moesten doen, maar langzaamaan begonnen ze eraan te wennen. Nu zeggen ze niks meer.’ Soms krijgt ze nog wel te maken met afkeurende blikken, vertelt ze, maar ze ziet het straatbeeld veranderen; steeds meer vrouwen laten hun haar onbedekt, en niet alleen in de rijkere wijken. ‘Deze maatschappij is niet meer dezelfde als twee jaar geleden.’
Camera’s met gezichtsherkenning
Het is een ontwikkeling die het regime zo snel mogelijk de kop in wil drukken. Het hoofd van de rechterlijke macht, Gholamhossein Mohseni Ejei, zei vorige maand in een toespraak dat het afdoen van de hoofddoek neerkomt op ‘vijandschap tegen de gevestigde orde en diens waarden’. Hij waarschuwt dat alle vrouwen die zich niet aan de wetgeving houden ‘zonder enig medelijden’ gestraft zullen worden.
Deze maand maakten de autoriteiten bekend dat er camera’s met gezichtsherkenning worden opgehangen op drukke straten en pleinen, om vrouwen die over straat lopen of autorijden en zich niet aan de voorschriften houden te identificeren. Zij zullen eerst een ‘waarschuwend’ sms’je krijgen, waarna verdere straffen kunnen volgen, bijvoorbeeld door het in beslag nemen van de auto.
Maar de dreigementen hebben weinig effect, en lijken in sommige gevallen vrouwen juist te bemoedigen. ‘Waar ben je dan, Radan?’, luidt het online bijschrift dat veel vrouwen plaatsen bij hun foto’s zonder hoofddoek. ‘Radan’ verwijst naar Ahmad Reza Radan, de nieuwe politiechef van het land, een hardliner, die de uitvoering van het cameraplan overziet. De tartende teksten van de vrouwen lijken echter aan te geven dat ze niet erg onder de indruk zijn van zijn voornemen ‘serieuze actie’ te ondernemen.
Inmiddels zijn de eerste aanklachten een feit – dinsdag werd bekend dat twee bekende actrices, Katayoun Riahi en Pantea Bahram, zijn aangeklaagd. Beiden hadden foto’s online gezet waarop te zien is hoe ze zich zonder hoofddoek op straat begeven.
Hoe denken Iraniërs over politieke stellingen?
Het steeds meer zichtbare verzet weerspiegelt de opvattingen die veel Iraniërs al langer hebben, ziet ook Pooyan Tamimi Arab, religiewetenschapper aan de Universiteit Utrecht. Samen met politicoloog Ammar Maleki richtte hij in 2019 de onderzoeksgroep Gamaan (Group for Analyzing and Measuring Attitudes in Iran) op, met het doel op een accurate manier te peilen hoe Iraniërs over verschillende maatschappelijke en politieke stellingen denken.
Ze wilden het anders aanpakken dan de bekende peilingbureaus, zoals Pew en Gallup. Die voeren ook onderzoek uit in Iran, maar op de ‘traditionele’ manier, door het bellen van mensen of het langsgaan aan de deuren. De vraag is echter of een dergelijke methodiek geschikt is in een land met een autoritair regime, zeker als het aankomt op politiek gevoelige vragen. Want zullen mensen een eerlijk antwoord geven als ze gevraagd worden – door onderzoekers die hun persoonlijke informatie hebben – of ze de Islamitische Republiek steunen?
Gamaan gooit het over een andere boeg – de organisatie voert peilingen uit via online enquêtes (zie interview hieronder). De laatste jaren heeft de groep de methodiek steeds verder aangescherpt, en zijn de peilers uitgenodigd om hun werk aan Pew te presenteren. De groep sleepte vorig jaar ook een prestigieuze prijs van de Britse Market Research Society, dat gespecialiseerd is in opiniepeilen, in de wacht.
Enkele maanden na het uitbreken van de protesten besloten de onderzoekers opnieuw een peiling uit te zetten. Hoeveel steun was er voor de demonstraties? Was er een verschuiving te zien in hoe mensen tegen de autoriteiten aankeken?
De respons was gigantisch; 157.000 mensen in Iran vulden de vragenlijst in. En daaruit was een duidelijke verharding binnen de maatschappij te zien, stelt Tamimi Arab. “Je ziet een intensivering van revolutionaire sentimenten.” Zo is het percentage respondenten dat ‘nee’ antwoordt op de vraag wat ze zouden stemmen in een referendum rondom de vraag: ‘Islamitische Republiek: ja of nee?’, tussen 2019 en 2022 opgeschoven van 70 naar iets meer dan 80 procent – met name de groep die in 2019 koos voor ‘ik weet het niet’ lijkt nu overgestapt naar het ‘nee’-kamp.
Woede neemt toe
En als respondenten gevraagd wordt wat een passende straf zou zijn voor de huidige autoriteiten – mocht het regime ten val komen – dan zegt 16 procent nu voorstander te zijn van ‘revolutionaire executies’, vergeleken met de 7 procent die dezelfde vraag in 2020 beantwoordde. “Het valt op dat dit sentiment vooral is toegenomen onder vrouwen, mensen onder de dertig jaar en mensen met een lage opleiding”, vertelt Tamimi Arab. “De woede lijkt het meest gegroeid te zijn onder groepen die het meest last hebben van het regime.”
Die woede is onder andere toegenomen door het harde optreden tegen de demonstranten het afgelopen halfjaar. Iedereen zag de beelden langskomen van kinderen die waren doodgeschoten door de veiligheidsdiensten. Ook de executies van vier opgepakte demonstranten, in december en januari, hebben de gemoederen verder verhard. Het gevaar van nieuwe executies blijft aanwezig; tientallen opgepakte demonstranten riskeren nog altijd de doodstraf, van wie acht deze maand nog zijn veroordeeld.
Sinds het uitbreken van de protesten vorig jaar lijkt, wat betreft de hoofddoekplicht, de geest uit de fles. De recente aankondigingen vanuit de autoriteiten dat de handhaving verscherpt zal worden, wijst erop dat het regime het behaalde succes van de demonstraties weer uit wil wissen. Maar of het zal lukken die geest weer terug in de fles te krijgen, is de vraag. Sinds de protesten lijkt een angstbarrière doorbroken. “Jullie hebben mensen gedood, verblind, gekidnapt”, reageert een vrouw in een filmpje dat op sociale media rondgaat. “Alles wat jullie kunnen bedenken om ons angst aan te jagen, is ons al overkomen”.
‘We willen alle Iraniërs een kans geven zonder angst te kunnen zeggen wat ze vinden’
Opiniepeilen is geen sinecure, zeker niet in autocratische landen, weet religiewetenschapper Pooyan Tamimi Arab. Mensen hebben goede redenen om terughoudend te zijn als ze persoonlijk benaderd worden om politiek gevoelige vragen te beantwoorden, uit angst voor repercussies.
Samen met andere wetenschappers wil Tamimi Arab met de onderzoeksgroep Gamaan wat betreft Iran daar verandering in brengen, door mensen de mogelijkheid te geven anoniem – via een online enquête – hun mening te delen. Het levert interessante data op, maar brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee.
“Daarnaast gebeurt het ook regelmatig dat grote internationale titels dingen over Iran publiceren die Iraniërs bizar in de oren klinken. Zo had The New York Times ooit een stuk waarin beweerd werd dat de meerderheid van de Iraanse vrouwen ook een hoofddoek op zou doen als er geen verplichting was. Sorry, maar dan ken je het land echt niet. Maar als dat wordt gepubliceerd, als het in zo’n grote krant wordt gezegd, dan nemen lezers dat sneller aan.
“Met onze manier van peilen willen we alle Iraniërs een kans geven eerlijk en zonder angst te kunnen zeggen wat ze vinden. En daarmee ontkrachten we ook bepaalde beelden, zoals die in zo’n New York Times-artikel, over het land.”
“Het zal niet zo snel gebeuren dat een perfecte afspiegeling van de bevolking een online enquête invult. Maar er bestaan goede methodes om de resultaten te ‘wegen’, zodat je een realistisch algemeen beeld krijgt van wat de meerderheid vindt. We werken daarbij met de informatie die we hebben, zoals de census van alweer enige jaren geleden.
Hoe meer en hoe diverser de data die je tot je beschikking hebt, hoe beter het wegen lukt. Vervolgens toetsen we dat aan de hand van externe data. Komen onze resultaten overeen met die van andere instituten als het gaat om politiek ongevoelige vragen, waarbij mensen minder schroom hebben die te beantwoorden?
“Met de enorme hoeveelheid data die we met onze peiling uit december 2022 tot onze beschikking hadden is het gelukt om data over welke talen mensen thuis spreken, welk type zorgverzekering ze hebben en wat hun inkomen is, te reproduceren. Hoe meer en hoe vaker dit soort externe toetsen werken, hoe overtuigender het algemene beeld dat geschetst wordt.”
“Mijn collega Ammar Maleki en ik zijn zelf beide overtuigde republikeinen, maar dat betekent niet dat we de populariteit van Pahlavi hoeven te ontkennen. Aan de andere kant laten onze cijfers ook zien dat een seculiere republiek de meest populaire regeringsvorm is.
“Een ander voorbeeld is de vlag. Uit onze data blijkt dat een vlag met een leeuw en zon, symbool van de monarchie, populairder is dan een vlag zonder symbool. Dat geeft aan dat het Perzisch nationalisme in Iran, ook in de toekomst, een factor van betekenis zal blijven. Nou, daar zijn heel veel mensen niet blij mee.
“Maar wat onze data ook laat zien is dat een voorkeur voor een vlag met een leeuw en zon ook samen kan gaan met een voorkeur voor een seculiere, democratische republiek. De data geven ons de mogelijkheid om tegenstellingen, verschillen en overeenkomsten als het ware uit te pakken. Dat is essentieel, want zo doorbreken we het homogene perspectief op Iran.”
Protesten in Iran houden aan: ‘Natuurlijk ben ik bang, maar ik wil vrijheid’
Ondanks harde onderdrukking blijven Iraniërs protesteren tegen het islamistische bewind. Twee betogers vertellen over hun strijd.
Masih Alinejad: Mijn lichaam is geen politiek platform van de islamitische republiek
De vlam van de revolutie brandt nog steeds in Iran, zegt de Iraanse activist en journalist Masih Alinejad. Ze sprak Mark Rutte met het verzoek: help ons van dit regime af.