ReportageOekraïense militairen

Na anderhalve week trainen gaan deze Oekraïners naar het front: ‘De helft leeft over twee maanden niet meer’

Oekraïense militairen, vaak niet of nauwelijks getraind, krijgen schietlessen. Zij worden ergens in Duitsland op een geheime locatie opgeleid door trainers uit Nederland en acht andere landen van de Europese Unie. Beeld Bundeswehr/Infanterieschule
Oekraïense militairen, vaak niet of nauwelijks getraind, krijgen schietlessen. Zij worden ergens in Duitsland op een geheime locatie opgeleid door trainers uit Nederland en acht andere landen van de Europese Unie.Beeld Bundeswehr/Infanterieschule

Op een geheime plek in Duitsland krijgen onervaren Oekraïners training van militairen uit verschillende Europese landen. Ook Nederland is met zestig trainers aanwezig.Trouw liep een dag mee.

Kim Deen

Op een Duitse legerbasis met een geheime locatie staat een keurig appartementencomplex, met kleine balkonnetjes en een bushalte voor de deur. Het is decor, een plek waar Oekraïense dienstplichtigen leren hoe zij straks moeten vechten, als zij tijdens het verwachte lenteoffensief een stad op de Russische bezetter willen heroveren.

Het fluiten van de vogels in het omringende bos wordt op deze koude lentedag onderbroken door herhaalde schoten in het appartementencomplex. Op de eerste verdieping leren vier Oekraïners een techniek die ‘slice the pie’ heet. Bij het binnengaan van een onbekende ruimte scannen ze de kamer snel op mogelijke vijanden.

Ready?”, roept de Nederlandse trainer, als het viertal in de hal in opstelling is gaan staan. “Go!”

‘Rustig aan’

De eerste militair doet alsof hij met een handbeweging een ‘flashbang’ gooit, een granaat die een harde knal en lichtflits geeft. Terwijl aanwezigen in de kamer daardoor even in shock zouden moeten zijn, richt de soldaat vanuit de gang zijn geweer van links naar rechts door de kamer. Daarna stort het viertal zich de kamer in, waarna ze in de twee dode hoeken borden opmerken, die vijandige militairen moeten symboliseren.

“Ne spishit, ne spishit!”, roept de Nederlandse trainer, dat ‘rustig aan’ betekent in het Oekraïens. De rest van de instructies wordt door een vertaler omgezet, die bij de oefening aanwezig is. “De eerste man kan de hele ruimte al vanuit de gang zien, behalve de twee hoeken”, legt hij uit. “Dus daar wil je je bij binnenkomst meteen op richten. Nummer twee komt er meteen achteraan en richt zich op de andere hoek.” “Tak?”, vraagt hij: begrepen? Het viertal knikt.

Nadat de militairen de oefening twee keer succesvol herhalen, verplaatst de Nederlandse trainer de borden stiekem naar een plek achterin de ruimte. Als de eerste militair de ruimte doorzoekt is er even aarzeling te zien in zijn bewegingen. Maar dan richt hij zijn geweer toch op het bord en raakt het met zijn oefenmunitie. “Goed het doelwit opgemerkt”, complimenteert de trainer na afloop. De norse gezichtsuitdrukking van de militair vormt zich tot een glimlach.

Na tien minuten oefenen moet de groep door naar de volgende kamer. “Kom mee, ik laat jullie nu een ruimte met een deur zien”, zegt de trainer. In de komende week leren deze Oekraïners onder andere schieten met een automatisch geweer, handgranaten gooien, mijnen en boobytraps herkennen, militaire eerste hulp en tactische vaardigheden. Veel om onder de knie te krijgen, zeker omdat de meesten dienstplichtigen zijn, meestal zonder enige gevechtservaring.

Nobele taak

Het is moeilijk voor te stellen dat de hier nog wat stuntelende militairen over een week aan het front in Oekraïne staan. Kapitein Hans, die net als de andere militairen in dit artikel uit veiligheidsoverwegingen alleen met voornaam genoemd kan worden, probeert het optimistisch te bezien. “Natuurlijk onthouden ze niet alles”, zegt hij, “maar als je al tien procent meeneemt, dan betekent dat tien procent meer overlevingskans. We kunnen hier verschil maken tussen leven en dood. Dat voelt als een nobele taak.”

Sinds eind maart zijn zestig trainers van het Nederlandse leger op deze legerbasis als onderdeel van de EUMAM-missie. De missie is afgelopen oktober opgezet en is de eerste militaire ondersteuning van de Europese Unie aan Oekraïne. In totaal moeten 30.000 Oekraïners deze training krijgen. Negen Europese landen zijn betrokken bij de opleidingen voor Oekraïense militairen, die met name op Duits grondgebied uitgevoerd worden.

Eerder verzorgde Nederland, net als andere Europese landen, voertuigtrainingen. Nederland deed dat voor de pantserhouwitser 2000’s, die het afgelopen lente naar Oekraïne stuurde. Ook leverde Nederland in het najaar een beperkt aantal militairen voor Engelstalige trainingen aan Oekraïense militairen. Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde staten organiseren deze opleidingen al sinds de Russische annexatie van de Krim in 2014.

Een heel nieuw leger

Europa stelde zich lange tijd terughoudend op. Toen het in de lente van 2022 wapens naar Oekraïne stuurde, werden de eerste trainingen voor Oekraïners georganiseerd om met deze wapens om te kunnen gaan. Pas afgelopen herfst groeide in Europa de bereidheid om ook militairen op te leiden in gevechtsvaardigheid. Volgens de recent gelekte Pentagon-documenten zouden sinds het begin van de oorlog rond de 130.000 slachtoffers in Oekraïne zijn gevallen, onder wie veel militairen. “Het leger waarmee ze gestart zijn is voor een groot deel niet meer in leven”, zegt generaal Martin Bonn, de Nederlandse plaatsvervangend commandant van de Europese missie in Duitsland. “Zij moeten nu een heel nieuw leger vormen. Daar proberen wij ze nu op verschillende niveaus bij te adviseren.”

De Nederlandse generaal Martin Bonn in gesprek met een Oekraïense militair in opleiding. De Oekraïners en hun Nederlandse trainers mogen niet herkenbaar in beeld. Beeld Bundeswehr/Infanterieschule
De Nederlandse generaal Martin Bonn in gesprek met een Oekraïense militair in opleiding. De Oekraïners en hun Nederlandse trainers mogen niet herkenbaar in beeld.Beeld Bundeswehr/Infanterieschule

Naast de basistraining infanterie zal het Nederlands leger ook de komende maanden lesgeven in de specialistische wapensystemen die landen nu naar Oekraïne sturen. Zo worden trainingen verzorgd voor de Leopard 1-tanks, het Marder-gevechtsvoertuig en het Amerikaanse Patriot-luchtafweersysteem. Ook organiseren Nederlandse trainers korte specialistische opleidingen tot scherpschutter of gewondenhelper (Combat Life Saver). Ook officieren moeten de komende tijd opgeleid worden, in militaire strategie en communicatie.

Trainers al met pensioen

Naast de zestig Nederlandse trainers die al aanwezig zijn, vertrekken de komende maanden nog meer trainers naar Duitsland. In augustus en september komen daar tweehonderd trainers bij. Maar dat zouden er ook zomaar meer kunnen worden, afhankelijk van hoe de situatie zich in Oekraïne ontwikkelt.

“Er wordt momenteel veel flexibiliteit van ons gevraagd”, zegt generaal Bonn. Als voorbeeld geeft hij de opleidingen voor de Leopard 1-tank, die al decennia niet meer in gebruik is. “Dus we moesten zoeken naar simulators in musea en trainers die allang met pensioen waren”, zegt hij. “Als je mij dat een maand geleden had verteld, had ik gevraagd wat je op had. Maar we krijgen het toch voor elkaar.”

De 43 Gemechaniseerde Brigade van de Landmacht, die de trainingen in Duitsland verzorgt, kreeg pas twee weken voor vertrek de opdracht. “Dat was heel kort dag en heeft veel flexibiliteit gevraagd van mijn mensen”, zegt Hans, de kapitein van de brigade. Niet alleen moesten ze halsoverkop naar Duitsland verhuizen, ook kwamen ze voor het dilemma te staan hoe zij de basistraining, die in Nederland doorgaans een half jaar duurt, nu in een trainingsduur van anderhalve week kon proppen. “Je moet keuzes maken”, zegt Hans. “Als je alles behandelt, dan behandel je uiteindelijk precies niets.”

Doorzettingsvermogen

Voor de Oekraïners en de Nederlandse trainers zijn het lange dagen. Ze staan tussen 5 en 6 uur op. Om 7 uur zijn ze bij de wapenkamer om hun wapen in ontvangst te nemen. Daarna gaat iedere groep naar een van de vier locaties en traint daar de hele dag, hun lunch snel etend uit het vuistje in de buitenlucht. Om vijf uur is de training afgelopen en gaat iedere groep terug met de bus naar de wapenkamer om hun apparatuur weer schoon te maken en in te leveren.

Oekraïense militairen doen een schietoefening met Nederlandse trainers. Beeld Bundeswehr/Infanterieschule
Oekraïense militairen doen een schietoefening met Nederlandse trainers.Beeld Bundeswehr/Infanterieschule

Na het avondeten zijn veel Oekraïense militairen nog bezig om oefeningen met elkaar door te nemen. “Dan zie je dat ze de levensreddende hulp nog bij elkaar oefenen, ze aan het plakken en verbinden zijn”, zegt generaal Bonn. Hij is onder de indruk van het doorzettingsvermogen van de Oekraïners. Zo merkte de leiding op dat Oekraïners maar niet naar de ziekenboeg gingen, die elke dag geopend was tot vijf uur in de middag. “Toen we deze tot 8 uur ’s avonds openhielden kwamen ze opeens wel”, vertelt Bonn. “Ze wilden geen tijd verliezen voor hun opleiding.”

Een Oekraïense militair, die om veiligheidsredenen niet bij naam genoemd mag worden, legt op de legerbasis uit dat hij de lange, uitputtende dagen inmiddels wel gewend is. Hij werd opgeroepen voor zijn dienstplicht in november en kreeg een basisopleiding bij ijzige temperaturen in december. “Het was heel zwaar”, vertelt hij. “Alles kwam samen: weg van mijn familie, het slechte weer en de oorlog op de achtergrond. Maar hoe moeilijk ook, ik weet waar ik het voor doe: mijn land.”

Directeur wordt officier

Generaal Bonn ziet een groot verschil in niveau bij de Oekraïense militairen. Bij eerdere Europese trainingen voor het Patriot-systeem zag Bonn mannen met meer ervaring. “Zij hadden al Russische vliegtuigen afgeschoten, ze wisten hoe ze met radars om moesten gaan. Die training verliep dus veel soepeler.” Maar bij de groepen die nu binnenkomen is er nog veel werk aan de winkel. “Velen hebben geen enkele ervaring. Soms ontmoet je iemand die officier is omdat hij directeur van een groot bedrijf was.”

Dat probleem wordt groter nu de oorlog voortduurt. “Ik heb het idee dat ze met een bus vanaf Kiev rijden, onderweg mensen oppikken en deze hierheen sturen”, zegt hij. “Dat klinkt cynisch, maar dat is wel het beeld wat wij momenteel krijgen.” Bij eerdere trainingen zag Bonn een leeftijd van zo’n 25 jaar, maar inmiddels is de gemiddelde leeftijd van militairen die een training krijgen tussen de 40 en 55 jaar. “Ook daaraan zie je dat de verliezen in Oekraïne groot zijn”, vertelt hij.

Basale veiligheidsregels lastig

Op de legerbasis staan naast het appartementencomplex in de lentezon zo’n twintig Oekraïners rondom een Nederlandse trainer. Hij leest hardop voor van een lijst met regels over hoe men een handgranaat moet gebruiken. “Het eerste wat belangrijk is als je een handgranaat vasthoudt: zorg ervoor dat je nóóit een sigaret rookt”, benadrukt de trainer. “En als je de veiligheidspin eruit haalt, moet je áltijd de granaat gooien, stop de pin niet weer terug!”

“Het zijn heel basale veiligheidsregels”, zegt militair Junior, die vanaf een afstandje staat te kijken. “Maar wat voor ons heel vanzelfsprekend is, is voor hen vaak nog lastig. Dus daar moet je je les op aanpassen.” Zo merkt Junior dat veel militairen zich nog niet bewust zijn van de veiligheidsrisico’s die hun wapens met zich meebrengen. “Een handgranaat kennen ze alleen uit films. Ze zijn dus geneigd om die met een slingerworp te gooien, zoals je met een bal op het strand zou doen”, zegt hij. “Het is soms lastig om ze in korte tijd te leren zulke handelingen aan te passen. Maar als je kijkt hoe ze hier binnen komen en hoe ze weg gaan, dan mogen we heel trots op onszelf zijn.”

Kwantiteit tegen kwaliteit

Een Oekraïense militair met weinig ervaring leert veel van de Nederlandse training. “Ik heb al veel aha-momenten gehad”, vertelt hij. “Alleen jammer dat er weinig tijd voor theorie is. Ik zou graag een langere opleiding willen hebben.” Hij is niet bang om terug te keren naar zijn thuisland. “Iedere Oekraïner begrijpt dat het belangrijk is om het eigen land, zijn familie en ons volk te verdedigen. Dat is de plicht die ik heb”, zegt hij. “Daarom is het belangrijk voor ons om zo snel mogelijk terug te keren. Wij zullen Rusland overwinnen.”

Het blijft de vraag of een training van anderhalve week voldoende is. In de auto op weg naar één van de trainingsbanen zucht generaal Bonn diep. “Oekraïne heeft nu hard militairen aan het front nodig, ze zijn dus eigenlijk niet zo bereid om hun mensen deze kant op te sturen”, zegt hij. Nu Oekraïne een nieuwe fase van de oorlog ingaat en zich opmaakt voor een offensief, probeert de Oekraïense legerleiding met hem te onderhandelen. “Zij dringen erop aan dat de trainingen nog korter moeten”, zegt hij. Maar dat gaat volgens hem niet. “We moeten een bepaalde kwaliteit leveren. Want in deze oorlog is het kwantiteit tegen kwaliteit.”

Naast de vechtinstructies leren Oekraïense militairen hoe ze levensreddende hulp moeten geven. Beeld Bundeswehr/Infanterieschule
Naast de vechtinstructies leren Oekraïense militairen hoe ze levensreddende hulp moeten geven.Beeld Bundeswehr/Infanterieschule

Want wat Rusland volgens Bonn zo gevaarlijk maakt, is dat het leger simpelweg gigantisch veel middelen heeft. “Stalin heeft ooit gezegd: kwantiteit is kwaliteit op zichzelf”, vertelt Bonn. “Dat is de Russische manier van denken. Iedere keer als Rusland een probleem heeft, dan gooien ze de massa ertegenaan. Dat gaat terug naar de Tweede Wereldoorlog. De Duitse tanks waren ongekend, die schoten zeven Russische tanks af voordat ze zelf vernietigd werden. Maar het probleem was: de Russen stonden dan aan de overkant met veertien tanks.”

Flexibiliteit ontwikkelen

Ook Oekraïne lijkt, ondanks de Westerse wapenleveranties, onvoldoende materieel te hebben om tegen Rusland op te kunnen boksen. Uit de gelekte Pentagon documenten blijkt dat de Amerikaanse inlichtingendienst vermoedt dat Oekraïne zo weinig luchtafweermunitie heeft, dat het spoedig weerloos zal zijn tegen Russische bommen. “Het mag vaak in de pers overkomen alsof de Russen amateurs zijn, maar het is een gigantisch leger”, zegt Bonn. “Ze kunnen het heel lang volhouden en zijn in staat om op bepaalde momenten het gevechtsveld compleet te domineren.”

Toch heeft de Navo al decennia strategieën om met dat Russische overwicht om te gaan. Bonn legt uit dat het Russische optreden volgens een vast sjabloon gaat. De eerste linie gaat voorwaarts, mocht dat stuklopen, dan gaat de volgende ploeg vooruit. Daarachter heeft het grote leger veel reserves paraat staan. “Dat is het beeld dat we vorig jaar februari allemaal op televisie zagen, die hele lange Russische colonne die vaststond”, vertelt hij. “Die hadden de opdracht: rijd van A naar B, wijk er niet vanaf. Wij zouden constateren: dat eerste voertuig loopt vast, de rest zoekt naar een omleiding.”

Oekraïne moet deze flexibiliteit in het leger ontwikkelen. Dat is het doel van de opleidingen die Nederlandse trainers aan Oekraïense officieren geven, het bijbrengen van Navo-standaarden. Zo werkt het Nederlandse leger met ‘opdracht-gerichte commandovoering’. “Daarbij communiceert een hoge commandant zijn doelstelling, die bereikt moet worden binnen bepaalde vangrails die hij uitzet”, legt kapitein Hans uit. “Het is dan aan de lagere rangen om te bedenken hoe zij dat precies uit gaan voeren.”

Onwennig

Bij het Oekraïense leger verloopt de commandovoering niet op dezelfde manier. “Dat zijn ze totaal niet gewend. Je ziet het hier in de oefeningen”, zegt majoor Alain. “Hier stuurt een trainer een groepje van vier mensen aan. Dat is voor hen heel lastig. Zij hebben geleerd dat één pelotonscommandant dertig man aanstuurt.” Toch is het volgens hem belangrijk dat militairen in kleinere groepen daadkrachtig worden en leren meedenken met hun leidinggevenden. Mocht de communicatie op het strijdveld met de hogere bevelhebbers wegvallen, dan kan een plan daardoor nog altijd juist uitgevoerd worden.

Naast het appartementencomplex is te zien hoe de militairen daarmee worstelen. Een groep krijgt de opdracht om vanuit het bos de weg vrij te maken, zodat zij het gebouw in kunnen. Vanachter een heuveltje vuren de militairen met hun wapen om rugdekking te geven aan hun kameraad, die nu zogenaamd een granaat naar de vijand gooit. Maar aan de luide Oekraïense kreten over en weer lijkt er vervolgens onduidelijkheid te bestaan over de volgende stap. Aarzelend komt een aantal mannen met hun geweren getrokken tussen de bomen vandaan, op het gebouw af.

“Je ziet dat dit de eerste keer is dat ze dit doen”, zegt kapitein Hans. “Het is nog heel onwennig, met die kleine stapjes. En dan zijn ze ook nog eens aan het kibbelen. Idealiter wil je dat iedereen zijn taak scherp heeft. Dat je dit zonder te praten uit kan voeren, met oogcontact en handsignalen.” In het Nederlands leger leren militairen goed op elkaar ingespeeld te zijn. Maar dat wordt voor deze groep lastig, omdat ze terug aan het front naar verschillende eenheden gaan. “Het groepsproces dat ze nu doormaken gaat helaas weer verloren als ze in Oekraïne zijn”, zegt Hans.

Chaotisch leger zorgelijk

Ook generaal Bonn erkent dat dit problematisch is. “Maar dat is nu eenmaal de situatie waar wij mee moeten werken”, zegt hij. “Door de oorlogstoestand zijn ze in nood. Ze hebben mensen nodig en die halen ze overal vandaan. Hun leger is niet flexibel, hun leger is chaotisch.”

Dat Oekraïne tegen zo veel structurele problemen aan loopt stemt de generaal zwaarmoedig. “Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik mij geen zorgen maak”, zucht hij. Generaal Bonn ziet het als een kwestie van de lange adem. “Hoe lang is Rusland nog van plan door te gaan? Dat is moeilijk in te schatten”, zegt hij. “Zeker is dat veel van de mannen die hier nu trainen er over twee maanden niet meer zijn. Daar moet je realistisch in zijn. Van de mensen die je nu voorbijgelopen bent, de helft daarvan leeft zo direct niet meer.”

Veel doden door boobytraps

In het ‘boobytrap huis’, waar militairen leren om verborgen bommen te ontdekken, laat trainer Pascal zien wat precies gevaarlijk is. In een deuropening is een zichtbare draad geplaatst, die naar de ontsteker van een boobytrap lijkt te leiden. Maar als de militair voorzichtig over deze draad heen stapt, struikelt hij over een minder opvallende draad. Die leidt wél naar een bom, die vervolgens ontploft. “Dat wordt veel gebruikt door de Russen, er vallen echt veel slachtoffers door”, zegt hij.

In een andere kamer zit de bom in een aanlokkelijk pakje met vruchtensap, op de gang onder een stapel troep. “Het is een heel natuurlijke reactie om dat weg te schoppen, omdat je door de gang heen moet”, zegt Pascal. “We leren ze dus om overal vanaf te blijven en goed te kijken wat je om je heen ziet.” Dat is moeilijk als je in een gevechtssituatie vol adrenaline door een gebouw gaat, op zoek naar een vijand. Toch ziet Pascal dat de oefening impact heeft. “Die met die draad, daar trappen ze allemaal in”, zegt hij. “Je ziet dat daarna de knop om gaat. Dan zijn ze zich bewust van het risico en lopen ze veel voorzichtiger door de kamers.”

Na de les vraagt hij of de militairen er wat aan gehad hebben. “Ik krijg dan positieve reacties”, zegt hij. “Maar het is natuurlijk lastig, in deze korte tijd om ze helemaal bij te spijkeren.” Hij vraagt zich soms af hoe de Oekraïense militairen omgaan met het gevaar dat ze zo lopen, als ze weer terug zijn aan het front. “Je merkt verschil bij de mannen. De één is er wat lacherig onder, de ander zegt hier bijna niets”, zegt Pascal. “Daar prik je in de loop van week af en toe doorheen, maar bij sommigen zie je het echt niet. Dan vraag ik mij echt af hoe zij met de situatie om gaan.”

Ook trainer Junior weet niet goed hoe het voor de Oekraïense militairen is om te vechten. “Ze komen hier binnen en ze zijn redelijk stug. Het is toch wat onwennig voor ze om hier te zijn”, zegt hij. “Ik zie de Oekraïners die hier komen als no-nonsense, ze komen hier om te werken.” Buiten de trainingen hebben de Nederlanders en Oekraïners weinig contact. Ze eten op verschillende tijden en daarbij is er de taalbarrière. Maar wellicht is het ook wat zelfbescherming. “Ik ben hier om ze op te leiden”, zegt Junior. “We behoeden ons voor al te veel intimiteit. Dat is de knop die je om moet zetten, anders kan je niet goed je werk uitvoeren.”

Dankbaarheid

Terug van de training in een vergaderzaaltje met sterke filterkoffie praten de leidinggevenden aan het eind van de dag na. Daar legt generaal Bonn uit welke impact de omgang met het Oekraïense leger op de Nederlandse militairen heeft. Nederland heeft eerder trainingen gegeven, bijvoorbeeld aan de Koerdische Peshmerga in Irak, maar deze oorlog wordt volgens Bonn heel anders beleefd. “Deze intensiteit van het gevecht is iets dat je alleen maar uit de boekjes kent”, zegt hij. “Dat is niet te vergelijken met de situatie in Irak en Afghanistan.”

Kapitein Hans en majoor Alain merken vooral veel dankbaarheid. “Onze mensen krijgen na een simpele schietdag een staande ovatie”, zegt hij. “Terwijl dit gewoon ons werk is. Maar je ziet een heel andere beleving bij de Oekraïners.” Alain vertelt over de vlag waar Oekraïense militairen bij het laatste afscheid mee aan kwamen zetten. “Ze vroegen onze jongens daar hun voornamen op te zetten en die namen ze mee terug naar Oekraïne”, zegt hij. “Dat zijn we niet gewend, dat je zoveel dankbaarheid krijgt. Dat zijn grote emoties, dat komt echt binnen.”

De privacy van de militairen en trainers moet volgens het ministerie van defensie gewaarborgd blijven, net als de plaats waar de trainingen plaats hebben. Om veiligheidsredenen wil defensie de gegevens niet delen.

Lees ook:
Ook vóór Oekraïne legde het Russische leger het al af tegen kleinere tegenstanders

In het dramatische optreden van het Russische leger in Oekraïne klinkt een echo uit het verleden. Ook eerder legde Rusland het op het slagveld af tegen mindere vijanden. De oorzaak: militair wanbeleid.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden