Was het de PKK, een verslaafde, de KGB, of de Skandia-man? Zweden tast al decennia in het duister over de moord op de linkse premier Olof Palme. Maar nu komt er een onthulling.
Juist nu, zeggen ze in Zweden. Juist nu de wereld overkookt van de anti-racismedemonstraties komen de onderzoekers naar de moord op Olof Palme met een verklaring.
Olof Palme, de uitgesproken antiracistische premier van Zweden die op de laatste dag van februari 1986 zijn beveiliger een avondje naar huis stuurde. Hij ging naar de bioscoop in Stockholm, met zijn vrouw Lisbeth en één van zijn zonen. Op die koude avond in het donker vuurde een tot nu toe onbekende persoon achter hen twee kogels, waarvan er één Palme dodelijk raakte. Toen verdween de schutter, een trap op in de binnenstad.
Vergissing?
Vierendertig jaar lang heeft niemand geweten wie de dader was of waarom Palme dood moest. Vermoedens waren er te over, de één nog omvangrijker dan de andere. Het zou een daad zijn geweest van de Koerdische PKK, van een agent namens de Russische KGB, een Iraans complot, een wraakactie van rechts-extreme politie-agenten.
Het zou een vergissing zijn geweest van een verslaafde die in de gestalte van de premier zijn dealer zag of de hoogstpersoonlijke haatdaad van een burger die Palmes linkse politieke koers niet zag zitten.
Woensdag zal de wereld de waarheid horen. Naar het moment wordt in heel Zweden reikhalzend uitgekeken. Palme was ongeveer net zo geliefd als de eveneens vermoorde Amerikaanse president Kennedy.
Wat de leider van het onderzoeksteam, Krister Petersson, gaat zeggen, is nog altijd niet uitgelekt. De Britse krant The Guardian speculeert erop dat onthullingen zullen wijzen op verantwoordelijkheid van Zuid-Afrika, dat destijds nog onder apartheid leefde. Palme was een uitgesproken tegenstander van het apartheidsregime. The Guardian ontdekte dat in maart Zweedse autoriteiten in Pretoria hadden afgesproken met Zuid-Afrikaanse collega’s.
Wapenvergunning
Maar de Zweedse krant Aftonbladet denkt aanwijzingen te hebben dat op de persconferentie nieuw licht zal worden geworden op een heel vroeg in het onderzoek afgeschreven verdachte: de man die te boek is komen te staan als de ‘Skandia-man’. Deze man, Stig Engström geheten, is in 2000 overleden. Hij werkte bij gereedschapsfabriek Skandia, in de buurt. Hij kon Palme niet uitstaan en had een wapenvergunning.
De Skandia-man was al vroeg in beeld, als getuige. Mocht hij nu toch de dader blijken te zijn geweest, dan is dat nogal pijnlijk. Het onderzoek had dan veel eerder afgerond kunnen zijn.
Dat de moord nooit werd opgelost, is bijna een nationaal trauma voor Zweden. Eén keer, in 1988, leek de zaak heel even opgehelderd. Toen heeft korte tijd een alcoholist vastgezeten die Christer Pettersson heette. Later leek hij toch onschuldig. In hun enorme wens om een dader te vinden, had de politie allerlei bewijs gemanipuleerd.
De nieuwste leider van het onderzoek heet toevallig bijna precies hetzelfde als de destijds ten onrechte veroordeelde man. Hij begon drie jaar geleden van voren af aan met het onderzoek en zei al in januari dat hij dicht bij een ontknoping was. Wie hij ook aanwijst, er is inmiddels zoveel tijd verstreken dat het heel goed mogelijk is dat de dader al is overleden.
Lees ook:
‘Millennium’-schrijver Stieg Larsson loste mogelijk de moord op Olaf Palme op
Zweden wil al 32 jaar weten wie premier Olof Palme vermoordde. Onderzoeksjournalist Jan Stocklassa kreeg een bestand van de computer van de overleden Stieg Larsson. De populaire schrijver van de Millennium-trilogie is een heel eind gekomen in zijn zoektocht naar de moordenaar, zo blijkt nu.