Halloweendrama
Monument voor 159 slachtoffers in Seoul moet weg van burgemeester. Nabestaanden protesteren
Het door nabestaanden zelf neergezette monument voor de slachtoffers van de ramp in het uitgaansgebied in Seoul, waar in oktober 159 mensen werden doodgedrukt, moet weg van de viceburgemeester.
Oh Shin-hwan, de viceburgemeester van Seoul, was dit weekend onverbiddelijk: het herinneringsaltaar van de Itaewon-ramp, neergezet door nabestaanden, is ‘illegaal en abrupt geplaatst’. Het moet weg, stelde hij, en wel zo snel mogelijk.
Zo’n duizend demonstranten bezochten zaterdag de herinneringmars voor de Itaewon-ramp, die zondag precies honderd dagen geleden plaatsvond. Tijdens een Halloweenfeest in oktober kwam een menigte vast te zitten in een steegje naar de drukste uitgaansstraat van Seoul. De feestgangers, vooral jonge mensen, kwamen in de verdrukking terecht, met 159 dodelijke slachtoffers als gevolg.
Zaterdag bouwden de nabestaanden een altaar met foto’s en witte bloemen op het Seoul-plein, recht voor het stadhuis, midden in de stad. Toen de politie dat probeerde te stoppen, viel een demonstrant flauw.
Openbaar en zichtbaar
Sinds de ramp in oktober strijden de families voor een gedegen herinneringsaltaar voor hun geliefden. Sinds 14 december staat er wel een tijdelijk altaar met foto’s van slachtoffers, ten westen van Itaewon. Maar dat is amper te zien, omdat de extreemrechtse groepering New Freedom Union er tientallen banners voor hing. ‘Dwing mensen niet om te rouwen’, staat daarop.
Viceburgemeester Oh bood de nabestaanden een altaar op het Noksapyeong-station, onder de grond. Te ver weg gestopt en te donker, volgens de families, die het aanbod afwezen. De herinnering moet juist open en zichtbaar zijn, vinden zij.
Weinig erkenning
De botsing tussen de politie en de nabestaanden staat voor een groter conflict tussen bestuurders en familie. Zij vinden dat er 100 dagen na de ramp te weinig is gebeurd om de zaak te onderzoeken. “Ik ben vastberaden een excuus te krijgen van de mensen met macht, zodat mijn dochter haar ogen in vrede kan sluiten”, zei vader Lee Jung-min in januari tegen de BBC. “Ik heb gezegd dat ik mijn best ga doen.”
Een langverwacht onderzoeksrapport hield in januari met name lokale autoriteiten verantwoordelijk voor de ramp, tot onvrede van de nabestaanden. Het onderzoek adviseerde een strafzaak tegen 17 mensen, onder wie Seouls politiechef. Maar de nationale politie en het binnenlandministerie bleven buiten beschouwing gelaten. “Ze kappen de staart van de hagedis af, om z’n hoofd te sparen”, zei vader Lee.
Dus protesteerden de nabestaanden zaterdag óók voor een nieuw, onafhankelijk onderzoek naar de ramp en officiële excuses van president Yoon Suk-Yeol, en het aftreden van de conservatieve binnenlandminister Lee Sang-min, die eindverantwoordelijk is voor de veiligheid in zijn land.
Die laatste eis vindt gehoor bij de Democratische oppositiepartij. Zij dienden maandag een motie in om Lee af te zetten. Het parlement stemt daar woensdag over. Maar de motie is niet bindend, en Lee heeft al eerder geweigerd af te treden.
De wacht
Het hele weekend hielden families de wacht, om hun monument voor het stadhuis te beschermen tegen ontruiming. “Ik denk dat ik alleen kan vertrekken als dit gezamenlijke monument, met mijn zoons portret, veilig zou zijn”, vertelde moeder Ahn Yeong-seo aan de Koreaanse nieuwssite Hani.
De vastberadenheid leverde extra tijd op. Eerst waarschuwden de Koreaanse autoriteiten dat ze uiterlijk woensdag het monument écht zouden ontruimen; nu mag het tot eind deze week blijven staan. Maar een vaste plek om te rouwen, die hebben de nabestaanden van Itaewon voorlopig nog niet.
Lees ook:
Seoul vraagt zich af: was Halloweendrama te voorkomen?
Had het drama in Seoul, met meer dan 150 doden, voorkomen kunnen worden? De Zuid-Koreaanse regering zegt van niet, maar er klinken ook andere geluiden.