1937-2022
Madeleine Albright (84) vond zichzelf een pragmatisch idealist
Ze geloofde in vrede, zei ze, maar was geen pacifist. Madeleine Albright, politica, diplomaat en dochter van een Joodse moeder, overleed woensdag op 84-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Dat laat haar familie weten in een verklaring.
Albright, geboren als Marie Jana Korbelova, maakte zich geliefd en geducht tijdens haar ambassadeurschap bij de Verenigde Naties, tussen 1993 en 1997. Het was de tijd van de Balkanoorlogen, en ze was betrokken bij de Amerikaanse beslissing om in te grijpen in zowel Bosnië (1995) als Kosovo (1999), met als doel meer burgerslachtoffers te voorkomen. Het leverde haar de bijnaam ‘Madam War’ op.
“Ik ben er nog steeds van overtuigd dat het de juiste beslissing was”, zei ze daar twee jaar geleden over in Trouw. “Want wat moet je doen als er op grote schaal mensen worden afgeslacht, niet om wat ze doen, maar om wie ze zijn?”
Tussen 1997 en 2001 was Albright de eerste Amerikaanse vrouwelijke minister van buitenlandse zaken, in de regering van Bill Clinton. Daar gaf ze vorm aan de wereldorde van na de Koude Oorlog, schrijft het Amerikaanse CNN over haar. Ze ijverde voor het inperken van nucleaire wapens en zette zich in voor de uitbreiding van de Navo. Een wens die ook toen al op weerstand stuitte van Rusland. Later beschreef ze de Rwandese genocide van 1994 en het niet bereiken van een vredesakkoord in het Midden-Oosten als zaken waar ze het meest teleurgesteld over was.
Ze zag de Verenigde Staten als een ‘onmisbare natie’ en een lichtend voorbeeld als het ging om het verdedigen van democratische waarden over de hele wereld. “Ik weet dat Amerikaanse mannen en vrouwen in uniform altijd voorbereid en bereid zijn om offers te brengen voor vrijheid, democratie en de Amerikaanse manier van leven”, zei ze in 1998 tegen de Amerikaanse omroep NBC. Een ‘pragmatisch idealist’ noemde ze zich graag.
Albright belichaamde daarmee een manier van denken over de rol van Amerika in de wereld die na de aanslagen op de Twin Towers in New York op 11 september 2001 onder druk kwam te staan.
Below is a statement from the family of @Madeleine: pic.twitter.com/C7Xt0EN5c9
— Madeleine Albright (@madeleine) 23 maart 2022
Ook op persoonlijk vlak leidde ze een bewogen leven. Het was vlak na haar benoeming als minister van buitenlandse zaken dat de in Praag geboren Albright ontdekte dat het vluchtverhaal van haar ouders meer om het lijf had dan ze ooit had geweten. De familie vluchtte in 1938 van Tsjechoslowakije naar Groot-Brittannië. Na de oorlog werd haar vader Tsjechoslowaaks ambassadeur in Joegoslavië, maar toen in hun vaderland de communisten oprukten, pakten haar ouders in 1948 opnieuw alles in. Dit keer voor een vlucht naar de VS.
Eind jaren negentig ontdekten journalisten dat ze een Joodse vrouw was, 26 familieleden bleken te zijn omgekomen in de Holocaust. Waarom haar ouders dat nooit hadden verteld, kon Albright hen toen al niet meer vragen. Waarschijnlijk wilden ze hun kinderen niet opzadelen “met een verhaal waar we toch niets meer aan konden veranderen”, zei ze.
Sinds 2001 was Albright voorzitter van talloze stichtingen, organisaties en fondsen. Ze schreef boeken, en gaf tot haar overlijden les aan Georgetown University. “Het heeft lang geduurd om mijn stem te vinden”, zei ze twee jaar geleden in Trouw. “Maar toen ik hem eenmaal had gevonden was ik niet van plan nog langer stil te blijven staan.”
In 2012 ontving Albright uit handen van president Barack Obama de Presidential Medal of Freedom, de hoogste eer voor een burger. “Madeleines moed en taaiheid hebben geholpen vrede op de Balkan te brengen en de weg vrijgemaakt voor vooruitgang in enkele van de instabielste uithoeken van de wereld”, zei hij bij de toekenning.
Ondanks haar hoge leeftijd was Albright allerminst van het toneel verdwenen. Nog net voor de Russische president Vladimir Poetin Oekraïne binnenviel, schreef ze een welhaast profetische bijdrage in The New York Times. “Hij zal niet de weg plaveien richting grootsheid", schreef ze over Poetin, “in plaats daarvan zal hij zijn land diplomatiek isoleren, economisch kreupel maken en strategisch kwetsbaar tegenover een sterker en hechter westers bondgenootschap.”
Correctie: In een eerdere versie stond dat Madeleine Albright tussen 1997 en 2011 minister van buitenlandse zaken van de VS is geweest. Dat moet zijn: van 1997 tot 2001.
Lees ook:
Waarom Madeleine Albright nog iedere ochtend opstaat met de gedachte ‘what’s next?’
In 2020 sprak Arjan Visser haar. De tien geboden van Madeleine Albright