InterviewHuman Rights Watch
Leger Myanmar zaait angst met vuurpeletons en onthoofdingen
De junta in Myanmar vecht tegen honderden verzetsgroepen en pleegt daarbij grove oorlogsmisdaden, zegt een medewerker van Human Rights Watch.
Tegen de muur van het boeddhistenklooster in het plaatsje Nan Nein in Myanmar werden afgelopen zaterdag 21 mensen geëxecuteerd, onder wie drie monniken. De lijken werden achtergelaten op de grond, de muur zat vol kogelgaten. Verderop in het dorp werden nog eens zeven lichamen gevonden.
“Het buitensporige geweld en de stijl van buitengerechtelijke executies heeft alle kenmerken van een legeractie”, zegt Manny Maung van Human Rights Watch (HRW). Ze komt uit Myanmar, maar doet tegenwoordig vanuit Australië onderzoek naar haar land. Nu is ze even in Den Haag voor een cursus om juist dit soort gewelddadigheden te onderzoeken en getuigenissen met bewijs vast te leggen. “Ik moest in februari 2021, na de staatsgreep door het leger, snel mijn land verlaten, want ik was als medewerker van HRW mijn leven niet zeker.”
Ze heeft de foto’s van de doodgeschoten mensen uit Nan Nein gezien, die zijn gemaakt door het Karenni bevrijdingsleger (KNDF). Ze twijfelt niet aan de echtheid. Het KNDF rukte de laatste tijd op in het gebied tussen de deelstaten Kayah en Shan, die beide grenzen aan het noorden van Thailand.
Een eenheid van het leger heeft zich door helikopters laten afzetten in Nan Mein. De soldaten pakten de bewoners, die naar het klooster waren gevlucht, op en executeerden hen. Daarna werd een deel van het dorp in brand gestoken. De militairen werden vervolgens verjaagd door het rebellenleger van het KNDF. Maung noemt de executies oorlogsmisdaden. “Het leger waant zich onschendbaar en probeert op deze gruwelijke manier de bevolking te intimideren.”
Meer dan zeshonderd luchtaanvallen
Het leger heeft alleen nog de controle over een paar grote steden, waaronder Yangon en Mandelay en vecht inmiddels tegen zo’n vijfhonderd verzetsgroepen, legt Maung uit. Die variëren van lokale rebellen tot bevrijdingslegers op deelstaatniveau. Het gaat veelal om etnisch georganiseerde groepen, zoals de Karenni. De Tatmadaw, zoals het leger in Myanmar heet, heeft vooral luchtoverwicht maar is niet dominant op de grond. Dat is ook te zien aan cijfers van databureau Acled, dat gewapende conflicten in de wereld bijhoudt. De BBC analyseerde die data en constateerde dat er sinds de staatsgreep meer dan zeshonderd luchtaanvallen in Myanmar zijn geweest, waarbij de frequentie maand na maand toenam.
Het zijn vaak ‘hit and run’-acties waarbij verzetshaarden vanuit de lucht worden bestookt en militairen een korte tijd aan de grond worden gezet om toe te slaan. Deze strategie neemt volgens Maung hand over hand toe, waarbij steeds extremer geweld wordt gebruikt. Ze verwijst naar de gruwelijkheden die begin maart zijn gepleegd in de Sagaing regio in centraal Myanmar, waar het zwaarst wordt gevochten. Daar zijn de lijken van zeventien mensen gevonden na een korte en hevige aanval van het leger. Een deel van hen was onthoofd en op de lichamen waren de sporen van marteling te zien.
‘In Myanmar gebeurt ongemerkt hetzelfde als in Oekraïne’
“Vroeger verdwenen de doden of werden ze verbrand door het leger om de sporen uit te wissen, nu laten ze de lijken achter. Het is psychologische oorlogsvoering, in de hoop dat het verzet tegen de junta wordt gestaakt”, zegt Maung. Maar dat afschrikken lukt volgens haar maar ten dele. “Velen worden alleen maar bozer door deze wreedheden”. Maung spreekt van “etnische zuiveringen door de Tadmadaw”. In Myanmar gebeurt volgens haar ongemerkt hetzelfde als in Oekraïne.
Het verbaast haar dat de opgelegde internationale sancties tegen het dictatoriale regime niet of nauwelijks worden nageleefd. Nog steeds worden wapens aan de junta geleverd, niet alleen door Rusland en China, maar ook door het westen. Ook importeren Europese landen nog steeds teak uit Myanmar, hoewel dat is verboden. De handhaving van de sancties noemt Maung een wassen neus. Door dit soort verkopen komt er geld binnen om weer nieuwe wapens en onderdelen te kopen.
“Het verzet kampt met een enorm tekort aan wapens”, constateert ze. Desalniettemin hebben de vele rebellengroepen nog steeds grote delen van Myanmar in handen.
Lees ook:
De gemartelde Min Min krijgt de Geuzenpenning voor zijn hulp aan de achtergebleven gevangenen van Myanmar.
De Geuzenpenning wordt dit jaar uitgereikt aan de mensenrechtenorganisatie voor politieke gevangenen in Myanmar. Min Min vertelt over zijn ervaring als gevangene van de junta.