ReportageOekraïne
Kramatorsk, de volgende prooi van de Russen, bidt om bescherming
De slag om de Donbas woedt nu rond Kramatorsk. Daar zorgt de kerk voor de laatste bewoners. ‘Stelen wil ik niet. Dus haal ik dit brood, en zeg ik netjes ‘dankuwel’.’
Hoe leger de straten, des te voller de kerk. Het stadscentrum van Kramatorsk is uitgestorven – op een enkele militaire jeep na die naar het oorlogsfront raast. De zaal van de pinkstergemeente puilt juist uit. Na de dienst, met als ingrediënten een gloedvolle preek en zuivere zang, lopen de bezoekers via kisten met broden naar buiten. ‘Blakoedarjoe vas’, klinkt het uit honderden monden, als ze de verse baksels van de broeders aannemen. ‘Dankuwel.’
De stad Kramatorsk is de volgende prooi van de Russen. Zij richten hun offensief op het laatste deel van de Donbas dat ze niet in handen hebben; de industriestad met voorheen tweehonderdduizend inwoners is er het voornaamste Oekraïense bolwerk. “We bidden dat het niet zal gebeuren, dat het Rusland niet lukt”, zegt voorganger Joeri Soekiech. Zijn gebed lijkt niet te worden verhoord: aan de horizon, boven de naburige stad Slovjansk, zijn voortdurend rookpluimen te zien; de tekenen van een permanent artilleriebombardement.
De prijzen rijzen de pan uit
Aanvankelijk ving de kerk vooral geëvacueerden op, uit frontplaatsen zoals Severodonetsk en Lisitsjansk. Sinds een broeder omkwam tijdens een evacuatiemissie richt de Pinkstergemeente zich op Kramatorsk zelf. “Onlangs vroeg ik tijdens de dagelijkse ochtenddienst wie er nog werk had. In de volle zaal staken vijf mensen hun hand op”, aldus Joeri Soekiech. De fabrieken zijn gesloten, de winkels zijn dicht, en in de enige supermarkt die open is, rijzen de prijzen de pan uit. Gelukkig heeft de kerk een eigen bakkerij, met twee grote ovens; twee bakkers schuiven de deegvormen behendig in en uit het vuur. De geur van vers brood hangt in de lucht.
Een van de kerkgangers die brood komt halen, is mechanisch ingenieur Joerko Kovalenko (43). Tot 24 februari werkte hij op de afdeling technische controle van een machinefabriek. Op de dag van de invasie sloot de fabriek en stonden de arbeiders op straat. “Eigenlijk ben ik orthodox”, zegt Kovalenko, ter illustratie een kruisje slaand. “Toch begrijp ik in deze kerk de boodschap beter. De preek is in mensentaal.”
Toen hij nog werkte, kon hij zich een flatje, een auto en de zomervakantie aan zijn favoriete rivier veroorloven; nu leeft hij van humanitaire hulp. “De eerste dagen voelde ik schaamte. Nu begrijp ik dat het oké is. Stelen wil ik niet. Dus haal ik dit brood, en zeg ik netjes ‘dank u wel’.”
Gas, water en energie afsluiten
Kovalenko is een van de velen die uit Kramatorsk vertrokken, maar gedesillusioneerd terugkeerden. In april deed de fabrieksarbeider een verwoede poging werk te vinden in een westelijker gelegen regio, maar zijn vaardigheden sloten niet aan op de enkele vacature. Nu hij terug is in zijn geboortestad nemen zijn zorgen toe. “De rekeningen voor water, gas en elektriciteit blijven komen. Die moet ik binnenkort betalen, anders sluiten ze alles af.”
De afgelopen jaren ging het Kramatorsk economisch juist voor de wind. Dat is te zien als voorganger Joeri Soekiech met zijn personenbus een rondleiding geeft door de stad – waarbij hij telkens even stopt om brood af te geven bij militairen. Omdat de regionale hoofdstad Donetsk sinds 2014 in Russische handen is, werd Kramatorsk het alternatief. Daardoor verschenen bouwmarkten en winkelcentra in de industriestad, en werden er zelfs appartementen gebouwd. “Kijk, zelfs nu wordt het gras nog gemaaid”, wijst de voorganger naar het gerenoveerde stadspark.
Soekiech twijfelt er niet over dat de Russen Kramatorsk zullen aanvallen. Hij herinnert zich 2014, toen door Rusland gesteunde milities de stad korte tijd bezet hielden. “We zullen terugkeren”, hadden de mannen gezworen, vlak voordat ze door het Oekraïense leger werden verjaagd. Dat ze Kramatorsk tot het laatst bewaren is logisch, zegt de voorganger. Acht jaar lang was de stad het hoofdkwartier van het leger. De regio zit dus vol goed getrainde en bewapende militairen; ook is de verdedigingslinie in orde. “Als ze hier waren begonnen, hadden ze onmiddellijk een verlies moeten incasseren”.
Bescherming tegen raketten
Zodra de Russen komen, moet Joeri Soekiech weg. In zijn telefoon zijn te veel contacten te vinden met het leger, legt hij uit. “Voor mij is het simpelweg te onveilig te blijven.” Tot dat moment wil hij zo veel mogelijk betekenen voor de lokale bewoners. “We bidden niet alleen om bescherming tegen raketten. We moeten ons bekeren van het kwade en het goede doen. Dan zal God genadig zijn”, is de overtuiging van de voorganger.
Toch zijn er ook in Kramatorsk mensen die de Russen zullen verwelkomen. Het gaat met name om ouderen, zegt Joeri Soekiech. “Zij verlangen terug naar de Sovjettijd. Ze omarmen de mythe dat het toen beter was.”
In reactie vertelt de voorganger deze stadsgenoten de verhalen die hij hoort van de vluchtelingen. Zoals die man, sterk als een beer, die huilde als een klein kind. De Russen hadden fosforbommen, artillerie, vliegtuigbommen op zijn stad gegooid. “Ik had nooit gedacht dat het water kon branden”, had de man gezegd. Of die vrouw van in de tachtig, die uit de schuilkelder strompelde en moest concluderen dat haar dorp niet meer bestond. “Mijn huisje was als een hoopje afval”, had ze gezegd. “Het is waanzin. In wat voor wereld leven onze mensen hier straks?”, aldus de voorganger.
Fabrieksarbeider Joerko Kovalenko haat de Russen, zegt hij, maar zal toch blijven. “Ik heb geen keus.” Hij stouwt zijn kelder vol met water, conserven, rijst en boekweit. Bang om dood te gaan is hij niet, zegt hij. “Als het tenminste snel gebeurt.” Voorlopig is hij kerngezond, voegt hij eraan toe: toen zijn favoriete rivier nog geen frontlinie was zwom hij veel. Kovalenko: “Als ik deze oorlog overleef, zal ik lang leven”.
Lees ook:
Miroslav Koptilo (45) voert de Oekraïense troepen aan in het laatste bastion in de Donbas. ‘De westerse wapens komen te laat’
De Russische opmars in Oekraïne gaat weliswaar langzaam, maar is ook niet te stoppen, zeggen militairen. Westerse wapens bereiken het slagveld, maar zijn niet doorslaggevend. ‘Het is te laat en niet genoeg.’
Correspondent Michiel Driebergen in Slovjansk: ‘Mensen zien de frontlijn naderen, een tsunami aan geweld’
Correspondent Michiel Driebergen bezocht Slovjansk in Oekraïne, de stad die als volgende dreigt te worden aangevallen door de Russen. ‘Het is hopen op een wonder.’