null Beeld

VS-ColumnBas den Hond

Krakkemikkige wet die ‘6 januari’ mogelijk maakte wordt opgeknapt

Redactie Trouw

De achtste hoorzitting over de bestorming van het Capitool bracht de kijkers weer een stapje dichter bij de conclusie dat toenmalig president Donald Trump de aanstichter ervan was.

Hij verzon misschien niet de strategie om op 6 januari 2021 de bezegeling van de verkiezingsoverwinning van Joe Biden te voorkomen. Maar hij was op de hoogte. Hij keurde hem goed. Het was volgens sommigen van zijn juridische adviseurs de enige overgebleven manier om zijn verkiezingsnederlaag van november 2020 uit te wissen, en dat wilde hij boven alles. Geen Trump, geen bestorming, geen poging tot staatsgreep.

Maar je kunt over die bestorming ook een heel ander verhaal vertellen. Een dat begint bij een verkiezing van bijna anderhalve eeuw geleden: Samuel Tilden, een Democraat, werd in 1876 op een haar na president van de VS. Hij won 50,9 procent van de stemmen. Daarbij zaten geen stemmen van vrouwen (dat werd pas in 1920 landelijk hun recht) maar wel van zwarte mannen (dat mocht sinds 1870).

Kiescollege

Maar met een meerderheid van stemmen ben je in de VS nog geen president. Vaak genoeg gebeurt het dat de verdeling van de stemmen over de staten zorgt dat iemand anders president wordt. Doordat de president wordt gekozen door een kiescollege, en de leden van dat college worden aangewezen door de staten.

Dat kostte Hillary Clinton in 2016 de overwinning, en in 2020 Joe Biden bijna. En ook bij de verkiezing van 1876 was dat aspect doorslaggevend. Maar er zat een extra luchtje aan. Tilden haalde 184 stemmen in het kiescollege en kwam daarmee net één stem tekort voor het presidentschap. Zijn Republikeinse tegenstander Rutherford Hayes bleef een flink stuk achterop met 165 stemmen. Hayes gaf zijn verlies echter niet toe, want over 20 stemmen in het kiescollege was er onzekerheid. In Florida, Louisiana en South Carolina verklaarden beide kandidaten zichzelf tot winnaar.

Rutherford Hayes, president tussen 1877 en 1881.  Beeld CC
Rutherford Hayes, president tussen 1877 en 1881.Beeld CC

De kwestie werd uiteindelijk opgelost met politiek handjeklap: in ‘het compromis van 1877' gaven de Democraten de aanspraak van Tilden op de overwinning op en lieten toe dat Hayes alle 20 stemmen kreeg en president werd. In ruil daarvoor vervulden de Republikeinen de belangrijkste politieke wens van de Democraten, die destijds vooral de staten in het zuiden vertegenwoordigden: het nationale leger zou zich, twaalf jaar na het einde van de Burgeroorlog, terugtrekken uit die staten. Ook kregen ze hun politieke zelfstandigheid weer terug. Daarmee eindigde het tijdperk dat Reconstructie wordt genoemd, en waarin die zuidelijke staten gedwongen waren zwarte Amerikanen burgerrechten te geven. Al spoedig waren zwarte Amerikanen in het zuiden veroordeeld tot leven in een apartheidsstaat. Het zou tot 1964 duren voor een landelijke wet ze weer het stemrecht garandeerde.

Het was een compromis met enorme gevolgen, voortgekomen uit een in feite mislukte verkiezing. Dat moest niet nog een keer gebeuren, besloten beide partijen. En tien jaar later, in 1887, waren ze eruit: de Electoral Count Act kwam in de boeken. Voortaan zou van elke staat duidelijk zijn wie de winnaar was, en hoefde Washington alleen nog maar de uitslag vast te stellen.

Lang leek de kwestie daarmee opgelost. Je kon soms een jurist vanuit zijn of haar studeerkamer horen roepen dat die wet behoorlijk slordig was geformuleerd en nog veel details onduidelijk liet, maar elke vier jaar koos Amerika weer opnieuw een president en was het – op een enkele uitglijder zoals Bush-Gore in 2000 na – duidelijk wie er had gewonnen. Tot 2020.

Galg voor Pence

In dat jaar accepteerde Donald Trump niet dat hij verloren had van Joe Biden. En gingen zijn aanhangers aan de slag in staten waar hij maar op het nippertje verloor. Eerst probeerden ze de volksvertegenwoordigingen van die staten zover te krijgen Trump tot winnaar uit te roepen. Toen dat mislukte, brachten ze groepjes mensen bijeen die officieel verklaarden dat ze de leden van het kiescollege van die staat waren, en voor Trump hadden gestemd. Die verklaringen gingen naar Washington, waar de geadresseerden, het Nationaal Archief en het Congres, voor een dilemma stonden: accepteren we die alternatieve uitslagen?

Dat deden ze niet. Op 6 januari 2021 negeerde vicepresident Mike Pence, als voorzitter van de verenigde vergadering van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat, de door Trump-aanhangers ingezonden lijstjes. Tot woede van de menigte buiten, waarvan enkelen vooruitlopend op het ‘verraad’ van Pence alvast een galg hadden klaargezet.

Volgens bijna alle serieuze juristen die zich in het onderwerp verdiept hebben, had Pence het grootste gelijk van de wereld met het opzij leggen van die alternatieve lijsten. Als voorzitter van de vergadering mag hij alleen maar de enveloppen openmaken die door de regering van een staat zijn ingezonden, oplezen hoeveel stemmen een kandidaat uit die staat heeft gekregen, het totaal bijhouden en de uitslag bekendmaken.

Volgens de Electoral Count Act mogen eventueel wel congresleden (altijd een afgevaardigde en een senator samen) bezwaar maken tegen een uitslag, en moeten de beide kamers van het Congres daar dan apart over beslissen. Dat gebeurde op 6 januari met de uitslagen van Arizona en Pennsylvania, en de bezwaren werden afgewezen.

Chaos in 2024?

Wordt de verkiezing van 2024 weer zo chaotisch? Dat vrezen met name de Democraten. Voor de verkiezingen van 2022 hebben de Republikeinen in een aantal staten kandidaten voor lokale politieke functies geselecteerd die zeggen ervan overtuigd te zijn dat Joe Biden zijn presidentschap aan fraude te danken heeft. En het Hooggerechtshof heeft aangekondigd na de zomer te gaan kijken of de rechtbanken en hooggerechtshoven van de afzonderlijke staten eigenlijk wel iets te zeggen hebben over verkiezingen, of dat het helemaal aan de politici in die staten moet worden overgelaten.

Bij de volgende presidentsverkiezingen komen er mogelijk dus nog meer elkaar tegensprekende uitslagen naar Washington.

Daar hebben in ieder geval een aantal senatoren van beide partijen geen zin in. Terwijl er rond allerlei politieke kwesties diepe verdeeldheid heerst tussen de twee grote partijen, hebben een aantal Democraten en Republikeinen de afgelopen maanden onderhandeld over een grondige verbouwing van de Electoral Count Act.

Als ze hun zin krijgen, komt in die wet voortaan te staan dat het de gouverneur van een staat is die de officiële uitslag mag insturen, tenzij de wet of grondwet van een staat dat duidelijk anders voorschrijft. En voortaan mag de uitslag van een staat in het Congres pas worden aangevochten als er een forse drempel wordt genomen: een vijfde van de leden van het Huis van Afgevaardigden en een vijfde van de senatoren moet bezwaar maken.

En er staat expliciet in het wetsvoorstel dat de rol van de vicepresident alleen maar is wat Pence deed: de binnengekomen stemmen optellen.

Vertrouwen in het kiesproces

Dat de wet genoeg stemmen in de Senaat gaat halen om aangenomen te worden, is nog niet zeker. Daarvoor zijn 60 van de 100 stemmen nodig, de Democraten hebben er 50, en in het groepje dat de wet samen opstelde zaten 9 Republikeinen. Er is er dus nog maar eentje nodig. Dat zou moeten lukken. In het Huis van Afgevaardigden, waar de Democraten een meerderheid hebben, zal het geen probleem zijn.

Als de wet er komt, kunnen de partijen in de staten waar ze de macht hebben nog steeds veel doen om de verkiezingen zelf te beïnvloeden: stembureaus sluiten of verplaatsen, regels voor de registratie en identificatie van kiezers strenger of soepeler maken. Maar er zijn grenzen aan: het voorstel van de senatoren verhoogt de straffen op het bedreigen en intimideren van kiezers of functionarissen die verkiezingen uitvoeren, het stelen of veranderen van verkiezingsdocumenten en het frauderen met stemmachines.

Dat kan het vertrouwen in het kiesproces, dat nu met name onder Republikeinse kiezers behoorlijk laag is, enigszins herstellen. Als de wet er door komt, klinkt op 6 januari 2025, wanneer opnieuw een president moet worden beëdigd, de kreet “Stop het stelen!” misschien minder luid, en gaat die niet vergezeld van geweld.

Bas den Hond is correspondent in de Verenigde Staten en schrijft wekelijks een column.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden