NieuwsSyrië
Koerden verlaten grensstad Ras al-Ain, Amerikanen gaan naar Irak
Koerdische strijders hebben zondagavond de grensstad Ras al-Ain verlaten. Daarmee houden ze zich aan de voorwaarden van een staakt-het-vuren met Turkije dat vrijdag na Amerikaanse bemiddeling werd afgesproken. Volgens de overeenkomst krijgen Koerdische strijders vijf dagen om een deel van het gebied in Noord-Syrië te verlaten dat de Turkse president Erdogan wil bezetten om er een ‘veiligheidszone’ van te maken.
Turkije begon de invasie nadat de Amerikaanse president Trump onlangs had besloten om de Amerikaanse troepen terug te trekken uit Noord-Syrië, waar ze eerder hadden samengewerkt met Koerdische troepen. Nadat er wereldwijd, en vanuit zijn eigen partij, kritiek was losgebarsten op de plotselinge terugtrekking, deed Trump pogingen om de schade te beperken. Hij stuurde een brief aan Erdogan waarin hij die in stoere bewoordingen opriep om zich in te houden, en stuurde zijn vicepresident Pence naar Turkije om over het staakt-het-vuren te onderhandelen.
Gedwongen capitulatie
Dat bestand werd door veel partijen, zoals EU-president Tusk, veroordeeld als een gedwongen capitulatie door de Koerden. Maar die zien zich zonder Amerikaanse steun tegen een overmacht gesteld en verlieten op zondag dus Ras al-Ain. Ook veel Koerdische burgers besloten om de komst van de Turkse troepen niet af te wachten en zochten met hun bezittingen elders hun heil.
Met de evacuatie van Ras al-Ain is nog niet het gehele gebied verlaten waar de Koerden volgens het akkoord weg moeten. Het bestand werd gedurende het weekend met wisselend succes nageleefd; zowel Turkije als de Koerden klaagden dat de andere partij ondanks de afspraken doorging met beschietingen. Zestien Koerdische strijders en een Turkse militair zouden zijn gedood.
De Amerikaanse troepen gaan overigens niet naar huis, zoals Trump vorige week nog wel gezegd had. Ze worden opnieuw ingezet in Irak, zo werd gisteren bekend. Daar moeten ze gaan helpen met het bestrijden van IS.
De Duitsers, Belgen, Fransen en Britten maken van de gevechtspauze in het Syrische conflict gebruik om hun IS-gevangenen terug te halen. De Britse regering bevestigde zondag dat ze contacten heeft gelegd met organisaties in Syrië, zoals het Internationale Rode Kruis, om dat te regelen. Nederland ziet het niet zitten IS’ers terug te laten keren.
Lees ook:
Waarom de Koerden nooit een echte bondgenoot van het Westen waren
De Koerden rekenden tot voor kort op autonomie met westerse steun. Maar toen de VS besloten Syrië te verlaten, moesten de Koerden de troepen van president Assad in hun gebied toelaten, om te voorkomen dat Turkije het in handen kreeg.
‘Meestal speelt het geen rol of je Koerd op Turk bent’
Koerden en Turken stonden deze week lijnrecht tegenover elkaar in Rotterdam. Ze raakten slaags en de politie arresteerde tientallen mensen. Toch leeft het merendeel al een lange tijd goed samen, vertelt hoogleraar en islamoloog Thijl Sunier van de Vrije Universiteit Amsterdam.