EU-top
Kleine stapjes, maar nog steeds geen doorbraak voor Europees prijsplafond gas
De Europese regeringsleiders kwamen donderdag naar Brussel om een flink robbertje te vechten over de energieprijzen. Na uren overleg werden ze het in grote lijnen eens, maar een doorbraak kwam er niet.
Na uren onderhandelen werden de lidstaten het vannacht in grote lijnen eens over afspraken die moeten leiden tot een verlaging van die gasprijzen. Ook kwam er een afspraak over het gezamenlijk inkopen van gas, maar wel op vrijwillige basis. Over een maximumprijs zijn ze het nog niet eens.
Een van de tegenstanders van zo'n maximum prijs is Duitsland. Bondskanselier Olaf Scholz haalde even flink adem toen hij donderdagmiddag de vraag van een Franse journaliste kreeg. Hij was nog maar net uit de auto gestapt en onderweg naar zijn collega-regeringsleiders. “Waarom bent u niet solidair met de andere Europese landen?”
In alle oprechtheid vroeg de journaliste waarom Scholz niet gewoon akkoord kan gaan met een prijsplafond voor gas. Waarom hij zich niet kan indenken hoe zwaar de hoge energieprijzen zijn voor de inwoners van Europese landen waar ze minder makkelijk dan Duitsland 200 miljard euro kunnen uitgeven om hun burgers en bedrijven te steunen.
Plotseling afbuigen naar Azië
“Mevrouw”, zei Scholz, zijn gezicht recht naar de camera achter haar. “Duitsland is het meest solidaire land van Europa. Wij betalen zo’n zesentwintig procent van het EU-budget.”
Het was meteen duidelijk: de Duitse bondskanselier is zich terdege bewust van het gewicht dat zijn ‘nee’ in de schaal legt op het Europese toneel. Scholz wil net zo graag als de leiders van de andere 26 EU-landen dat de gasprijzen dalen, maar ziet geen heil in een prijsplafond. “We moeten hier besluiten nemen die functioneren, geen besluiten die tot gevolg hebben dat er geen gas meer zal zijn”, zei hij.
Volgens Scholz is een prijsplafond, een eenzijdig afgekondigde maximumprijs voor gas, uiterst gecompliceerd. Het vereist, zegt hij, afstemming met andere afnemers, zoals bijvoorbeeld Japan en Korea. Alleen dan zou de EU kunnen volhouden dat het een nog niet nader bepaalde maximumprijs zal betalen, zonder dat de schepen vol vloeibaar gas plotseling afbuigen naar Azië, omdat de kopers daar meer betalen.
Een hele lange vergadering
Scholz heeft Nederland achter zich, en ook Oostenrijk, Zweden en Denemarken. Dat is niet veel. De groep landen die in een prijsmaximum de oplossing zien voor de energiecrisis, is veel groter. Maar Duitsland zal als grootste EU-subsidiënt niet over zich heen laten lopen, vandaar dat de Europese leiders gistermiddag allemaal rekening hielden met een hele lange vergadering. Tot zes uur in de ochtend, was de voorspelling van een diplomaat.
Voor ieders neus op de grote ronde tafel liggen de voorstellen die de Europese Commissie eerder deze week deed om de gasprijzen omlaag te brengen. Daarvan zijn er een paar onomstreden, zoals dat de EU-landen nu echt een begin willen gaan maken met het gezamenlijk inkopen van gas. Er is ook weinig weerstand tegen het instellen van een rem op de gasprijzen - ontstaan er enorme pieken, dan zal de markt tot stilstand worden gebracht.
De EU-landen vinden elkaar ook in de noodzaak om op gas en licht te besparen en kunnen allemaal leven met het idee dat er een nieuwe richtlijn moet worden gemaakt waarmee de prijs van vloeibaar gas wordt vastgesteld. De huidige richtlijn, de zogenaamde ‘Dutch TTF’, is in Nederland ontwikkeld voor pijplijngas. Nu daarmee ook de prijzen voor vloeibaar gas worden bepaald, lijkt die hoger dan noodzakelijk te worden.
Nieuwe Europese leningen
Zo’n nieuwe richtlijn is er niet zomaar en over wat er in de tussentijd, grofweg tussen nu en maart volgend jaar, moet gebeuren liggen de meningen ver uiteen. Dat is een periode waarin de gasprijzen nog hoog zullen zijn en burgers en bedrijven steun nodig hebben. Om die steun te bekostigen willen Frankrijk en Italië nieuwe Europese leningen aangaan, Duitsland wil dat niet.
Ook Nederland vindt het niet nodig om naar nieuw geld te zoeken. Dat telde alle EU-miljarden bij elkaar op die wel begroot waren, maar nog niet uitgegeven: bij elkaar 1000 miljard. Nederland wil de bestemming van het onuitgegeven geld ‘flexibiliseren’, zoals een senior EU-diplomaat het deze week noemde. Hij bedoelde: niet zeuren dat het eigenlijk is bedoeld voor de bouw van bruggen en rotondes. Dat plan valt niet bij alle anderen in goede aarde.
Ook over het subsidiëren van gas dat is bedoeld voor energiecentrales bestaan verschillende meningen. Nederland, dat relatief veel van dergelijke centrales heeft, ziet daar niet veel in. Het vreest dat de goedkope stroom die met Nederlandse subsidie is opgewekt dan linea recta naar het buitenland verdwijnt. ‘Lekken’, noemt Rutte dat.
Die opstelling leidt tot gefronste wenkbrauwen in Frankrijk, waar men veel geloof hecht aan dat plan. “Dus uit vrees voor wat lekken zitten Europa’s burgers een winter in de kou?’, vroeg een Franse journalist eerder deze week toen een hoge Europese ambtenaar de gevoeligheden rond dit dossier uit de doeken deed.
Frankrijk wil toch Spaanse gaspijp afbouwen
Omdat ze toch in Brussel waren, spraken de regeringsleiders van Frankrijk, Spanje en Portugal iets eerder met elkaar af om te praten over de gaspijplijn tussen Barcelona en Marseille. Die werd ooit half aangelegd, maar wegens geldgebrek aan Franse kant niet afgemaakt. De drie landen spraken af dat hij wordt omgebouwd naar een waterstofpijp die tijdelijk mag worden gebruikt voor gas. De bedoeling is wel dat de EU ervoor gaat betalen.
Lees ook:
Commissie wil tóch een prijsplafond, al zij het tijdelijk
De Europese Commissie wil dat de EU in de komende maanden een prijsplafond gaat hanteren om de energieprijzen laag te houden.